Ann Peuteman

Geboren op 10 maart 1971 in Mechelen. Vrijbuiter.

Als kind wou Jan Van Reeth clown worden. ‘Jammer dat ze me niet hebben gemotiveerd, want ik kon goed acteren. Charlie Chaplin was mijn grootste held en ik stond uren voor de spiegel om me als clown te schminken’, zegt hij. Van jongs af deed hij niets liever dan gedichtjes schrijven, toneeltjes opvoeren en tekenen. Op zijn twaalfde speelde hij zelfs de rol van Geert Breydel in Hugo Claus’ verfilming van De leeuw van Vlaanderen.

Zijn ouders waren allebei op hun eigen manier artistiek. Toen hij twee jaar was, gingen ze uit elkaar. Hij bleef bij zijn moeder, maar zag zijn vader nog regelmatig. ‘Zij heeft echt moeten knokken. Ze stond overal alleen voor, ook voor haar restaurant.’ Hij kreeg een vrije opvoeding. Niets moest, alles mocht. ‘Daardoor wist ik niet wat ik wou. Ik werd ook nergens voor gemotiveerd. Mijn ouders vonden dat alles uit mezelf moest komen, dat ik alles zelf moest ontdekken. Zo ben ik eens als Pipi Langkous gekleed naar de kleuterschool gegaan. Mijn moeder vond dat best, de juf was minder enthousiast.’

Omdat het op school niet wilde vlotten, werd hij voor het zesde leerjaar naar een katholiek internaat gestuurd. ‘Daar ben ik echt individualistisch geworden. Het was alsof ik alleen op de wereld stond. Ik heb het gevoel dat ze op school meer hebben geprobeerd om mijn karakter te breken dan om me te helpen mijn plekje te vinden.’ De middelbare school was dan ook een lijdensweg van de ene school naar de andere. Hij was te rebels, te eigenzinnig en eigenlijk vond hij meisjes en muziek veel belangrijker. Hij was opgegroeid met de muziek van zijn vader, van zijn moeder en van de muzikanten die thuis over de vloer kwamen.

Rond zijn zestiende veranderde alles. Na het zoveelste incident op de zoveelste school hield hij onderwijs voor bekeken. Toen het huis en de zaak ook nog eens werden verkocht, ging hij ervandoor. Naar een vriendinnetje in Nederland. ‘We woonden in een kraakpand. Ik beweerde dat ik achttien was om interimbaantjes te kunnen krijgen. Alles heb ik gedaan: in een staalfabriek en een coffeeshop werken, aardbeien plukken… Na een jaar zijn we gaan reizen. Naar Frankrijk, Spanje, Portugal, Marokko, Zwitserland. Ik heb daar enorm veel van geleerd. Ik heb tussen clochards geleefd en daardoor weet ik dat ik in de extreemste omstandigheden kan overleven.’

Na een jaar keerde hij naar België terug, en hij werd verliefd. Al snel ging hij met z’n vriendinnetje samenwonen. Ondertussen werkte hij aan een artistiek project waarbij hij veel over onder meer geluids- en filmopname leerde. ‘Ik liet me begoochelen door iemand die mijn mentor wilde zijn. Door hem werd ik me bewust van mijn artistieke mogelijkheden, maar ik wist niet dat hij zelf geen been had om op te staan. Uiteindelijk liep het project op de klippen, mét een financiële kater.’

In 1992, hij was toen 21, werd zijn vriendin zwanger. Hij wilde het kind meteen houden. ‘Ik heb haar toen gezegd dat ik niet kon beloven dat ik altijd bij haar zou blijven. Maar ik heb haar wel beloofd dat ik altijd zou zorgen voor een boterham op tafel voor haar en ons kind.’

Na de geboorte van dochter Zinya ging het gezin in een huis buiten de stad wonen. ‘Ik trok me uit het sociale leven terug. Vier jaar lang heb ik me met geluid beziggehouden, met experimenteren en studeren.’ Maar na die vier jaar gingen hij en zijn vriendin uit elkaar. Hij trok terug naar de stad en kon als geluidstechnicus aan het werk bij de Rockfabriek, een Brusselse opnamestudio die workshops voor jonge muzikanten organiseert en waar jongeren opnames kunnen maken.

Zinya is afwisselend bij hem en bij haar moeder. ‘Zij is nu mijn prioriteit, ik wil haar standvastigheid geven. Maar ik wil haar ook maatschappelijke onafhankelijkheid bijbrengen, haar leren dat ze de weg niet hoeft te volgen die de samenleving uitstippelt. Ik motiveer haar zonder haar iets op te dringen. Ik heb beloofd dat we samen op wereldreis gaan als ze achttien is.’

Naast zijn dochter, is muziek het allerbelangrijkste. Daarom zet hij nu alles op alles. Hij heeft zijn baan opgegeven om zich helemaal te wijden aan de muziek, en dan vooral aan de groep Ku Lono Kane. ‘We zijn hard aan het repeteren om nog dit voorjaar naar de studio te kunnen trekken. Dit kan echt wat worden.’ Toch blijft hij dromen van een Amerikaanse mobilhome, die hij als kind al zo bewonderde in een boek van zijn moeder. Zijn huis in een veredelde rugzak.

Ann Peuteman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content