Sommige mensen vinden dat zijn beroep iets lugubers heeft, ?wat helemaal niet zo is”. De dood voor veel mensen een taboe hoort nu eenmaal bij de realiteit van het leven. Als begrafenisondernemer krijgt hij er dagelijks mee te maken. Hij houdt van zijn werk, ?je moet het wel met liefde en respect doen, anders houd je het niet lang uit.”

Zoals zijn vader is hij schrijnwerker van opleiding. Ook de begrafenisonderneming ging over van vader op zoon. Sinds jaar en dag is het beroep met dat van timmerman verbonden : ?Vroeger bestelde men bij de timmerman de doodkist, die maakte dan de afspraken met de lijkwagen en hielp om de kist de kerk in te dragen.”

In 1986 schakelde hij volledig over op rouwceremonieën. Het beroep kende ook een hele evolutie. De kisten, bijvoorbeeld, worden nog zelden individueel gemaakt, maar door de groothandel geleverd. Er kwam een vestigingswet, en een verplichte opleiding. Een begrafenisondernemer moet tegenwoordig ook over een funerarium beschikken want de concurrentie in de sector is bikkelhard.

?Bij een begrafenis komt heel wat kijken.” In feite neemt hij alle praktische taken uit handen van de nabestaanden. ?De mensen verwachten van de begrafenisondernemer een luisterend oor en een open gesprek over de situatie waarin zij, soms onverwacht en meestal onvoorbereid, terecht gekomen zijn.” De familie maakt de keuzes begrafenis, crematie, kerkelijke of burgerlijke dienst, begraafplaats, lijkkist, grafconcessies, grafkelder, drukwerk en maaltijd de begrafenisondernemer brengt ze ten uitvoer, ook de vele administratieve formaliteiten : ?Het hoofd van de mensen staat op zo’n moment niet naar paperassen.”

Keer op keer wordt hij geconfronteerd met verdriet. Het laat ook hem niet onberoerd : ?Je voelt altijd mee, altijd. Als je dat niet doet, behartig je de job niet naar behoren.” Tragische gevallen blijven ook wel eens doorsluimeren, maar ?ik mag het niet laten blijken. De mensen rekenen op mij, ze verwachten dat ik alles in goede banen leid.” Psychologisch moet hij het van zich afzetten : ?Als ik wegga van bij de familie moet ik beginnen te werken. Als ik voortdurend denk aan de eindigheid van het leven, ga ik kapot en kan ik het werk niet goed uitvoeren.” Hij vergelijkt het met een dokter of verpleger : ?Voor hen moet het nog emotioneler zijn. Zij hebben een persoonlijke relatie met de gestorvene. Bij ons beperkt het zich meestal tot het opvangen van de familie.”

De dood komt vaak letterlijk als een dief in de nacht. Jackie kan altijd worden opgeroepen. In de tien jaar dat hij de zaak leidt, nam hij nauwelijks vakantie. ?Je zoekt andere ontspanningsmogelijkheden.” Wel af en toe een dagje naar zee. Thuis is dan iemand stand by en hij kan per semafoon en draagbare telefoon altijd bereikt worden. ?Het is al voorgekomen dat we aan de kust toekwamen en dat ik een bericht van een sterfgeval ontving. Dus : meteen terugkeren.” Maar hij klaagt niet : ?Ik heb ervoor gekozen en ik doe het graag.” Plezier in het werk kun je het niet noemen, wel genoegdoening. ?Bijna iedereen is achteraf heel dankbaar om de bijstand in die moeilijke momenten. Ook als men, bijvoorbeeld, opmerkt dat het een mooie lijkdienst was, doet dat deugd. Dan ben ik tevreden.”

J.V.D.B.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content