Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In ‘De kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week willy Claes over de Europese Commissie, het asielbeleid in de EU, de Amerikaanse verkiezingen, Ariel Sharon, en Yasser Arafat.

Mijnheer Claes, 1 november verplicht ons vroeg af te sluiten. Jose Manuel Barroso heeft de stemming over zijn Europese Commissie uitgesteld, omdat het parlement de Italiaan Rocco Buttiglione niet zou aanvaarden vanwege zijn denigrerende uitspraken over vrouwen en homo’s.

WILLY CLAES: Een incident als dit is geen verrassing, omdat sinds jaren de driehoeksverhouding Commissie-parlement-ministerraad grondig verziekt is. En het valt op dat de Commissie regelmatig aan het kortste eind heeft getrokken. Ook daaraan heeft Romano Prodi niets kunnen veranderen. Barroso had moeten weten dat een fris verkozen nieuw parlement op zijn strepen zou staan, onder meer omdat uit peilingen blijkt dat een meerderheid van de publieke opinie geen vertrouwen heeft in de Europese instellingen. Barroso heeft de wil van het parlement om zijn kracht eens te tonen onderschat, en is op dat punt ook slecht gecoacht. Hij heeft te veel gerekend op de cohesie van de conservatieve groep, die in het parlement een meerderheid kan vormen.

Deze crisis bewijst het opnieuw: we moeten af van het idee dat een commissaris zijn land of zijn regering vertegenwoordigt. Leden van de Commissie moeten handelen in het algemeen belang van Europa. Ik weet niet hoe men uit deze patstelling zal raken zonder de Italiaanse premier Silvio Berlusconi in grote interne moeilijkheden te brengen. Het zou mij niet verbazen indien er een ‘Belgische oplossing’ komt, waarbij de christen-democraat Buttiglione wordt opgeofferd, maar dan ook een liberaal en een socialistisch kandidaat.

Neelie Kroes en Laszlo Kovacs.

CLAES: Bijvoorbeeld, maar de namen doen er niet zo toe. Belangrijk is dat de grote drie fracties alledrie een gebaar stellen, zodat de christen-democraten niet te veel gezichtsverlies lijden. Het heeft me overigens zwaar ontgoocheld dat ze een figuur als Buttiglione blindelings zijn blijven steunen. De grote vraag is of Barroso wel regeringen bereid zal vinden om met de vervanging van ‘hun’ commissaris de prijs te betalen voor de koppigheid van Berlusconi.

Berlusconi en de EU, dat blijft onheil geven.

CLAES: De aanwijzing van Buttiglione was in strijd met de belofte om Mario Monti opnieuw als Italiaanse commissaris voor te dragen. Maar intussen heeft Berlusconi zijn eigen regering moeten herschikken na een controverse over belastingverlaging, en om weer rust in zijn ploeg te krijgen, heeft hij Buttiglione, de leider van de kleinere coalitiepartij UDC, moeten ‘wegpromoveren’. Hij ligt dus rechtstreeks aan de basis van de huidige moeilijkheden.

Denkt u dat Barroso het voor bekeken houdt?

CLAES: Ik vermoed van niet. De christen-democratische, de socialistische, de liberale en de groene fractie hebben allen verklaard dat zij het vertrouwen in Barroso behouden. Maar in de loop van zijn mandaat zal deze nederlaag toch blijven doorwerken, vrees ik.

En hij zal het al zo lastig hebben, met een onwerkbare Commissie van 25 leden.

CLAES: Inderdaad. Als je bovendien bedenkt dat 4 procent van de Europese bevolking nu meer commissarissen telt dan 75 procent van diezelfde bevolking, dan is het toppunt van ridiculiteit en non-representativiteit bijna bereikt. Dat is niet de schuld van Barroso, maar het werpt wel zijn schaduw vooruit op wat hij ook zal ondernemen.

De Commissie-Prodi zal noodgedwongen de volle vijf jaar uit doen. Heeft zij goed gewerkt?

CLAES: Sinds de gouden tijd van Jacques Delors is de Commissie bestendig achteruitgegaan. Het ontslag van de Commissie van Jacques Santer was een dieptepunt, en onder Prodi hebben de ministerraden meer en meer bevoegdheden naar zich toe getrokken. Ik betreur dat, want ik ben een orthodox aanhanger van een federaal Europa, en van de klassieke Belgische school die de Commissie als drijvende kracht van de unie ziet. Helaas gebeurt de stelselmatige verzwakking van de Commissie structureel en doelbewust, een slechte zaak voor de toekomst van Europa.

Deze week komen staatshoofden en regeringsleiders in Brussel bijeen om het gezamenlijk Europees asielbeleid weer wat leven in te blazen.

CLAES: Ook daarover ben ik pessimistisch. Dat gezamenlijk asielbeleid hoort tot de derde pijler van het Verdrag van Maastricht, maar lijdt onder hetzelfde euvel als het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid: elke beslissing vereist unanimiteit. En daarvan hebben de Britten, nog maar eens, geprofiteerd om het programma dat in 1999 in Tampere is afgesproken te vertragen.

Veel Europeanen schijnen niet te beseffen dat de EU sinds de uitbreiding zesduizend kilometer territoriale en achtduizend kilometer maritieme grenzen heeft. Als er dus iets dringend nodig is, dan wel een gezamenlijk asielbeleid. En het minimum is een veel sterkere politionele samenwerking aan de buitengrenzen. Het spreekt ook vanzelf dat we moeten komen tot eenvormige procedures, en dat de kosten van de vluchtelingenopvang gedeeld worden in een geest van Europese solidariteit. Maar van dat alles heb ik niet veel waargenomen tijdens de laatste raad van ministers van Binnenlandse Zaken, die de top van deze week moest voorbereiden.

Op het moment dat dit gesprek verschijnt, zijn de Amerikaanse verkiezingen achter de rug. Durft u een voorspelling aan?

CLAES: Ik zou echt niet weten wie er gaat winnen. Het zou me zelfs niet verbazen indien we het op 3 november nóg niet weten. Het verschil tussen George W. Bush en John Kerry lijkt miniem te zullen zijn. Verwacht dus maar een lawine van betwistingen en klachten, die voor een nog gecompliceerdere situatie zullen zorgen dan vier jaar geleden.

Hopelijk wint Kerry. Hij zal internationaal minder unilateraal optreden dan Bush, en voor de Amerikanen zelf staat hij borg voor een meer sociale politiek, positieve discriminatie van de minderheden, en meer verdraagzaamheid in ethische kwesties. Met de Democraten aan de macht zal er ook minder wapengekletter zijn. Zij zijn wél bereid lessen te trekken uit de Irak-tragedie, bij de Republikeinen durf ik dat te betwijfelen.

Natuurlijk, de Amerikaanse Democraten zijn geen Europese sociaal-democraten. De economische politiek van Kerry zal niet drastisch afwijken van die van Bush, hun opvattingen over de rol van de staat zijn vrij gelijklopend, en in hun benadering van het Israëlisch-Palestijnse conflict zie ik helemaal geen verschil. Er is tegenwoordig geen joodse lobby meer nodig om het Witte Huis, het State Department en het Congres tot een honderd procent pro-Israëlische politiek te bewegen.

Vergeet ook niet dat Kerry, mocht hij verkozen worden, wellicht geen meerderheid in de Senaat zal hebben. Dat is geen comfortabele positie. Het komt mij voor dat de Amerikaanse samenleving meer en meer naar een grote polarisatie tussen twee grote blokken neigt: de conservatieven en de meer progressieven. Dat zou voor moeilijke jaren kunnen zorgen.

Kán een nieuwe president de buitenlandse politiek wel ombuigen?

CLAES: Toch wel. In tegenstelling tot Europa kent Amerika het ‘ spoil system’, wat inhoudt dat bij een regeringswissel ook de top van de ambtenarij wordt vervangen. En dat gaat om tienduizend ambtenaren. Het Witte Huis, het Pentagon en het State Department bepalen in grote mate de richting van het buitenlands beleid, al staan zij wel onder druk van lobbygroepen en multinationale concerns. Kerry is minder schatplichtig aan olie- en wapenindustrie dan Bush, maar ook hij is gebonden aan zijn sponsors. Want om presidentskandidaat te kunnen zijn in Amerika heb je zoveel geld nodig, dat je steun móét zoeken bij de industrie. Alleen al in de laatste fase van deze verkiezingscampagne heeft men de één miljard dollar overschreden.

In Israël heeft de Knesset het plan van premier Ariel Sharon goedgekeurd om de joodse nederzettingen in Gaza te ontruimen. Tot ongenoegen van radicale joodse partijen en organisaties. Overleeft Sharon dit politiek en fysiek?

CLAES: Net als Shimon Peres kan ik alleen maar hopen dat de veiligheidsdiensten maximale maatregelen hebben getroffen voor de fysieke bescherming van Sharon. Want de oproepen van bepaalde geestelijken tot burgerlijke ongehoorzaamheid, en de bijzonder hatelijke campagnes die nu tegen Sharon worden gevoerd, zouden kunnen leiden tot een tweede Rabin-drama.

Maar Gaza is verre van ontruimd. Want al heeft het parlement dat nu dankzij een linkse meerderheid goedgekeurd, ex-premier en huidig minister Benjamin Netanyahu heeft een referendum binnen de twee weken geëist, of hij stapt met enkele Likoed-collega’s uit de regering. En het Likoed-partijbureau wás al woest over de besprekingen die Sharon met de Arbeiderspartij had gevoerd. Dat referendum kan Sharon zich niet veroorloven, dus dreigt een scheuring in Likoed en gaan we naar nieuwe verkiezingen. En dan wordt de ontruiming van Gaza op zijn minst uitgesteld.

Welke gevolgen zou het verdwijnen van Yasser Arafat hebben?

CLAES: Het Palestijnse front zou nog verdeelder worden dan het al is. En het zal niet gemakkelijk zijn een nieuwe representatieve vertegenwoordiger te vinden, ik ken geen ‘natuurlijke opvolger’. Arafat heeft een gezicht gegeven aan het Palestijns verzet en onafhankelijkheidsstreven, en heeft zijn volk door zeer moeilijke momenten geleid. Hij heeft gebruikgemaakt van militaire en terroristische middelen die ik niet goedpraat, maar er zijn weinig verzetsbewegingen die géén geweld gebruikt hebben. Zijn zwakke punt was de slechte organisatie van de Palestijnse Autoriteit, en hij heeft de deur wijd open gelaten voor misbruiken en corruptie. Dat heeft zijn geloofwaardigheid aangetast, maar toch denk ik dat de geschiedenis positief over hem zal oordelen.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content