In de naam van de voorvaders

GEORGE RANDOLPH HEARST JR. Telg van een wilde familie. © REPORTERS/PHIL KLEIN
Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

George Randolph Hearst Jr. kon pas op zijn 69e voorzitter worden van de Hearst Corporation, het media-imperium dat William Randolph Hearst meer dan honderd jaar geleden uit de grond stampte. Nochtans was de vorige week overleden Amerikaan de oudste kleinzoon. Hij moest echter wachten tot zijn langst levende oom aan vaderskant, Randolph Apperson Hearst, in 1996 met pensioen ging om de raad van bestuur te leiden.

Het succesverhaal van de familie begon al in de negentiende eeuw, toen overgrootvader George, aangestoken door de goudkoorts, in een mum van tijd uitgroeide tot de meest gevreesde mijnexpert van de Westkust. De makers van de fictieserie Deadwood, waarin een naar hem genoemd personage voorkomt, hadden een vette kluif aan de manier waarop Hearst hopen goud verzamelde, waarvan ook zijn achterkleinkinderen nog op hun gemakje zouden kunnen rentenieren.

In zijn laatste levensjaren verwierf hij eerder toevallig ook de San Francisco Examiner: vrienden met een gokverslaving stonden bij hem in het krijt. Hearst zag mogelijkheden in de krant als massamedium. Zijn zoon William Randolph had dat ook zo begrepen. En hoewel er bij hem minder afgehakte vingers en brutale moorden aan te pas kwamen dan bij Georges steile opgang in het wilde Westen, deelden ze hetzelfde normen- en waardepatroon. Ook het leven van William Randolph zou verfilmd worden, en wel in de hoofdrol van de klassieker aller klassiekers, Citizen Kane. Met meer dan dertig kranten over de hele Verenigde Staten werd hij de eerste mediatycoon. Het yellow journalism deed zijn intrede: wie voor Hearst werkte, moest bereid zijn om valse interviews en andere onwaarheden te verzinnen. Sensatiebladen bleken de nieuwe goudmijn.

Grootvaders meedogenloze levensstijl en liederlijke liefdesleven zorgden er ook voor dat de relatie met zijn nazaten enigszins gebrouilleerd raakte. Helemaal onterven kon hij hen niet. Maar in de trust die hij oprichtte, kregen buitenstaanders wel acht van de dertien zetels toegewezen. De vijf overige zijn netjes verdeeld over de nabestaanden van zijn intussen allemaal overleden kinderen.

George Randolph Hearst Jr. leerde het klappen van de zweep in de tweede helft van de jaren 1950 als advertentieverkoper bij het moederblad San Francisco Examiner. Daarvoor had hij bijna tien jaar doorgebracht in het Amerikaanse leger. Hij maakte er nog het einde van de Tweede Wereldoorlog mee en was helikopterpiloot in de Koreaanse Oorlog. Later werd hij uitgever en directeur van verscheidene bladen. Als vicepresident van de Hearst Corporation bouwde hij ook succesvol verder aan het familiepakket met onroerend goed.

Ondertussen moest de mediaportefeuille blijven aandikken. Vandaag zitten daar nog maar vijftien kranten in, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de meer dan 300 magazines en grote belangen in televisie-stations, kabelmaatschappijen en bedrijven in uiteenlopende sectoren. Een van Juniors laatste verwezenlijkingen was de overname vorig jaar van de Lagardère-groep, een conglomeraat met Franse wortels en meer dan honderd bladen uit veertien verschillende landen.

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content