De wereld heeft haar meer veranderd dan omgekeerd. Dat heeft ze ondertussen wel door. ‘Ik hou ervan als alles wat ik zeker denk te weten door elkaar wordt geschud. Dan denk ik: ha, ik leef nog.’ Fotografe Lieve Blancquaert over de mythe van mensenkennis, foto’s van BV’s en stumperds die lachen met het feminisme.

‘Ik ben niet rap tevreden’, zegt Lieve Blancquaert. ‘Het boek en de tv-reeks van Birth Day zijn wel goed onthaald, maar toch wil ik dat het vervolg beter wordt. Altijd zie ik dingen die minder goed waren, die voor verbetering vatbaar zijn. Mijn man beweert dat ik niet in staat ben om het geluk op het moment zelf vast te pakken, en misschien zit daar wel wat in.’

Ondertussen is de fotografe en reportagemaakster begonnen met de voorbereiding van Wedding Day, het vervolg op Birth Day, en heeft ze ook al het derde deel van haar reeks gepland: Last Day. Verhalen over de dood dus. ‘Ik heb veel aan die reportages’, zegt ze. ‘Eerst heb ik ingezoomd op het begin van het leven, nu wil ik beter leren begrijpen hoe het komt dat mensen elkaar al dan niet vinden in de liefde en daarna zou ik naar het eindpunt willen gaan. Ik wil de dood wat meer in de ogen kijken, want net zoals iedereen ben ik daar behoorlijk bang voor.’

Al meer dan 25 jaar werkt Lieve Blancquaert nu als fotografe. In het begin in opdracht van tijdschriften en kranten, later ook op vraag van televisiemakers en nu vooral op eigen initiatief. Ze maakt fotoboeken, tentoonstellingen, televisieprogramma’s ook. ‘Niets is interessanter dan veranderen’, zegt ze. ‘Een mens blijft nooit zijn hele leven dezelfde. Ik hou ervan als alles wat ik zeker denk te weten door elkaar wordt geschud. Dan denk ik: ha, ik leef nog. Ik heb trouwens al lang door dat de wereld mij meer verandert dan omgekeerd.’ Dus zijn er wel een paar dingen die ze nooit (meer) zou doen. Al is het alleen maar omdat ze die al heeft gedaan.

1. Beweren dat ik een goede psychologe ben

‘Ieder van ons wordt onder een zware culturele deken geboren. Dat besef je pas eens je diep in andere culturen durft door te dringen, want dan word je onvermijdelijk met je vooroordelen geconfronteerd. Mensen zitten vol vooroordelen over andere mensen, groepen, culturen, religies. Daar is geen ontkomen aan. Iedereen vertrekt altijd vanuit zichzelf, alsof hij het middelpunt van alles is. Wie beweert dat hij geen enkel vooroordeel heeft, liegt of is wel erg naïef. Zelf vind ik het fantastisch als iemand iets zegt of doet wat me van mening doet veranderen. Dat kan op een verre reis gebeuren, maar evengoed bij mij om de hoek. Weet je wat op dat vlak het meest confronterend was? De foto’s die ik jaren geleden voor tv maakte van mensen die ik aan zee tegenkwam. Dan zag ik ergens iemand zitten en stapte op hem of haar af. En in de tien, twintig meter die ik daarvoor moest afleggen had ik al een mening over die mens. Een man met witte sokken in sandalen en een beige short? Een over-schminkt madammeke met gouden juwelen en een handtas van Delvaux? Elke keer weer dacht ik te weten wat voor iemand dat was en elke keer weer vergiste ik me. In al die mensen bleek iets te zitten wat ik niet had kunnen vermoeden. Dat was voor mij een heel belangrijke les. Sindsdien durf ik niet meer te beweren dat ik een goede psychologe zou zijn of dat ik veel mensenkennis heb. Ik heb simpelweg geen idee wat er in andere mensen omgaat.’

2. Cynisch worden

‘Niets ergers dan cynisme. Vreselijk gewoon. Zelf heb ik dat niet in me. Echt niet. Ik voel ook meteen aan als iemand cynisch is. Ocharme, denk ik dan, want meestal zijn dat triestige figuren. Gefrustreerde mensen vaak, die niet zijn geraakt waar ze zouden willen zijn. Een andere verklaring heb ik er niet voor. Een mens wordt toch niet cynisch geboren? Dat is iets wat je wordt als je niet oplet.

Met cynische mensen heb ik vooral medelijden. Kwaad maken ze me meestal niet. Als ik me toch niet kan inhouden en me door zo iemand op stang laat jagen, heb ik altijd het gevoel dat ik heb verloren. Ook als ik boos word omdat iemand iets negatiefs over me heeft gezegd of geschreven, heb ik daar achteraf spijt van. Waarom zou ik energie stoppen in iets wat ik toch niet kan veranderen? Wat niet wegneemt dat ik best een kort lontje heb. Maar ik blijf nooit lang kwaad: iemand hoeft maar sorry te zeggen en het is al over.’

3. Zomaar BV’s portretteren

‘De interessantste dingen hoor je meestal niet van bekende mensen. Die zijn gewend om geïnterviewd en gefotografeerd te worden en doen er alles aan om hun imago te bewaken. Vaak zijn ze ook heel voorzichtig omdat ze al eens een uitspraak hebben gedaan die hen slecht is bekomen. Het is soms bijna alsof ze een harnas dragen. Ik vind het dan ook boeiender om te praten met mensen die hun verhaal nog nooit hebben verteld.

Om iets moois te maken met een bekend persoon moet je veel dieper graven. Dat kan bijvoorbeeld door veel meer tijd met hem of haar door te brengen. Daarom heb ik Erwin Mortier een tijd geleden gevraagd of ik drie dagen lang bij hem zou mogen wonen – bij wijze van test. Dag en nacht zou ik bij hem willen zijn om hem met mijn fototoestel te volgen en drie keer een gesprek met hem te voeren. Ik heb nog geen antwoord gekregen: hij is er nog altijd over aan het nadenken. (lacht) Misschien is Erwin ook niet de meest aangewezen persoon doordat ik hem al behoorlijk goed ken. Toch zou ik dat graag doen: zoeken naar wie zo’n bekende man of vrouw echt is. Ik geloof echt dat sommigen het een uitdaging zouden vinden om daaraan mee te werken. Ze weten ook dat ik er nooit op uit ben om iemand te beschadigen. Dat ligt niet in mijn aard.’

4. Samenwerken met iemand die ik niet vertrouw

‘Met Annemie Struyf ging het vanzelf: ik maakte de foto’s, zij schreef de teksten. Was zij niet naar Woestijnvis getrokken om televisie te maken, dan waren we vandaag waarschijnlijk nog zo bezig. Jarenlang hebben we ontzettend intensief samengewerkt, heel veel energie bij elkaar opgewekt ook. De relatie tussen een journalist en een fotograaf is vergelijkbaar met die van een man en een vrouw: je moet elkaar zo graag zien dat je elkaar beter maakt, dat je elkaar de ruimte gunt. Als het ene ego groter is dan het andere, kan het niet werken. Dan heeft een van beiden al snel de neiging om de ander op zijn plaats te zetten en dat geeft natuurlijk een afschuwelijk gevoel. Een goede samenwerking heeft dan ook niet in de eerste plaats met talent te maken, maar wel met chemie. Dat had ik dus met Annemie. Toen zij vertrok, was ik mijn buddy kwijt en vond ik dat gevoel bij niemand anders terug. Vandaar dat ik maar zelf teksten ben beginnen te schrijven.

Die chemie heb ik wel weer gevoeld toen ik tv begon te maken met regisseurs met wie het echt klikte, zoals Joeri Vlekken en Jeroen De Greef. Als je wordt gefilmd, sta je als het ware in je onderbroek. Heb je dan niet het gevoel dat de mensen aan de andere kant van de camera het beste met je voorhebben, dan kun je je niet ontspannen, maak je fouten en brokkelt je vertrouwen af. De blik van een regisseur alleen al is ongelooflijk belangrijk. Als hij bijvoorbeeld kijkt alsof ik net een heel domme vraag heb gesteld, kan ik niet meer verder. Daarom haak ik meteen af als ik voel dat het niet klikt. Ik ben nogal goed in weglopen. (lacht)

5. Het feminisme afvallen

‘Er wordt soms toch zo neerbuigend gedaan over het feminisme, en dat maakt me enorm kwaad. Degenen die daarmee lachen zijn domme, cynische stumperds. Dat zijn tot mijn verbazing soms verstandige mensen, maar ze weten niet eens wat feminisme betekent. Ook vrouwen, hè. Het is nochtans simpel: feminisme gaat over gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Wie beweert dat die strijd gestreden is, moet blind zijn, want de helft van de wereldbevolking wordt niet goed behandeld. ‘Ja, maar bij ons in België is er geen probleem. Hier hebben mannen en vrouwen zo ongeveer gelijke rechten en lonen’, zegt men dan. Dat is wel erg kortzichtig: ondertussen zit de wereld al bij ons. Besneden vrouwen uit Afrika wonen in onze steden, poetsen onze huizen. Dan kun je toch niet zeggen dat alles oké is? Een besnijdenis heeft enorme gevolgen voor een meisje. Het betekent niet alleen dat haar seksuele appetijt wordt weggesneden, maar ook dat ze in alles wordt beknot: ze mag niet studeren, wordt een maand na de besnijdenis uitgehuwelijkt, en ga zo maar door. Dat is in onder andere Guinee het lot van negentig procent van de vrouwen. Nochtans staat Guinee op de lijst van veilige landen en worden vluchtelingen dus vaak gewoon teruggestuurd. Betekent dat dan dat wij achter die praktijken staan? (zucht) Het is de taak van mensen met macht – en wij hébben macht doordat wij een forum krijgen om onze mening te verkondigen – om te spreken in naam van degenen die geen stem hebben. Maar wij gebruiken onze macht niet genoeg. Integendeel, dag na dag laten we toe dat er met het feminisme wordt gelachen.’

6. Erwten fotograferen

‘In 2011, toen ik 25 jaar bezig was, vroegen ze me of ik geen zin had om een overzichtstentoonstelling van mijn werk te maken. Dus begon ik al mijn archieven door te nemen. Een gigantische berg. En rommel dat daar tussen zat! Dat vond ik echt wel confronterend. Zo veel foto’s die nergens toe hadden gediend, die me op geen enkele manier hadden geraakt. Weet je dat ik zelfs beelden van erwten en dode vissen heb teruggevonden? Nu is daar op zich niets mis mee: er zijn supergoede foodfotografen. Maar ik bakte daar dus echt niets van. (lacht)

Door al die oude foto’s te bekijken, ben ik opnieuw begonnen. Ik was toen bijna vijftig en dan begin je een duidelijk beeld te krijgen van hoeveel tijd er nog rest. Dus besloot ik om alleen nog dingen te doen waar ik iets aan heb en op dat vlak zo weinig mogelijk compromissen te sluiten. De voorbije jaren heb ik dan ook veel aanbiedingen afgeslagen. Als ik het niet voel, doe ik het niet.’

7. Thuis blijven

‘Ik ben altijd al veel onderweg geweest. Maar ik keer ook elke keer weer naar huis terug. Niet zozeer omdat ik aan die plek ben verknocht, maar wel voor de mensen die hier wonen. Gent is een heel fijne en gemakkelijke stad om in thuis te komen, maar het is niet het middelpunt van de wereld. Het is ook niet de enige plek op aarde waar ik zou kunnen wonen. Integendeel. Er zijn heel veel plaatsen waar ik graag was geboren. Langs de kusten van Midden-Amerika, bijvoorbeeld, waar je de kracht van de natuur voelt en op het ritme van je eigen hartslag kunt leven. De zee trekt me aan. Soms heb ik ontzettend behoefte aan de rust van die rechte lijn. Ken je dat? Dan wil ik de stad uit, de zee zien. Dat kan me echt helpen op momenten dat de chaos te groot wordt.’

8. Samen met mijn man geïnterviewd worden

‘Eén keer hebben Nic en ik samen een interview gegeven en nog voor het zover was, hadden we er al ruzie over. Door mij vooral, want Nic heeft minder moeite met zulke dingen. Sindsdien weigeren we consequent alle aanvragen om samen in de media op te treden en daar ben ik heel blij mee. Als er nu nog iemand belt met de vraag voor een dubbelinterview antwoord ik altijd dat ik allergisch ben voor het Nicole & Hugo-syndroom. (lacht) Ach, ik begrijp eigenlijk niet goed wat mensen zo interessant vinden aan ons verhaal. En als je eigenhandig je propere was buiten hangt, mag je er ook zeker van zijn dat ze je vuile was zullen vinden.

Doordat we zo consequent alle aanvragen weigeren, zijn er nog steeds mensen die uit de lucht vallen als ze horen dat Nic Balthazar mijn man is. Fijn toch? Op die manier is het ook gemakkelijker om onze twee werelden uit elkaar te houden: die thuis met ons gezin en de publieke wereld daarbuiten. Vergeet niet dat wij ook twee kinderen hebben, die echt niet voor de camera willen worden gesleurd. Gaan ze al eens met ons mee naar een filmpremière, dan zorgen ze ervoor dat ze voor of na ons kunnen binnenglippen. Zolang ze maar niet samen met ons voor de camera’s moeten passeren. Ik begrijp dat ook. Dat is hun goed recht.’

9. Een dikke huid ontwikkelen

‘Ik ben een kwetsbaar mens. Anders zou ik ook niet kunnen maken wat ik maak. Met een dikke huid zou ik nooit zo dicht kunnen komen bij de mensen die ik fotografeer of spreek. Al laat ik natuurlijk niet altijd zien hoe gevoelig ik ben, want ik wil mezelf wel een beetje beschermen. Maar je kunt ook niet de hele tijd op je hoede zijn. Dat hou je niet vol. Daarom moet je je thuis, in je bed, in je eigen nestje, helemaal veilig kunnen voelen. Als dat niet zo is, mankeert er iets.

De mensen uit mijn directe omgeving zijn ook de eerste toetssteen bij alles wat ik doe. Zonder hun applaus of goedkeuring zou ik het lef en de energie niet vinden om de deur open te gooien en mijn werk op de wereld los te laten. Als zij dat geen goed idee vinden, zal ik dat nooit doen. Zeker niet als ik heel lang aan iets heb gewerkt, want dan zie je vaak door het bos de bomen niet meer. Ik ben ook een enorme twijfelaar. Ik twijfel over elke zin, elk beeld, elke mening. Daarom heb ik de mensen die dicht bij me staan en van wie ik geloof dat ze me graag zien ook zo nodig.’

10. Mijn kinderen claimen

‘Niets is beter of groter dan de onvoorwaardelijke liefde voor je kind. Dat is nog van een heel andere orde dan de liefde tussen een man en een vrouw. Nochtans voelde ik die liefde niet meteen toen mijn oudste kind, mijn dochter, werd geboren. Toen zij voor het eerst in mijn armen lag, was ik nog behoorlijk in de war over wat moederliefde betekende. Mijn instincten schoten wel in gang: ik wou haar beschermen, voor haar vechten desnoods. Maar de liefde, die is gegroeid. Bij mijn zoon was dat al anders. Omdat ik al wist hoe het zou voelen, was de liefde er bij hem meteen.

Gaandeweg ga je dan beseffen dat je kinderen je kinderen niet zijn. Ze zijn alleen passanten in je leven en dus heeft het geen zin om je hele bestaan op hen af te stemmen. Onvermijdelijk laten ze jou los voor jij hen los kunt laten. Natuurlijk wist ik dat dat op een dag zou gebeuren, maar toch schrok ik er even van. Mijn dochter, die nu in het vijfde middelbaar zit, heeft aangekondigd dat ze na school een jaar wil rondreizen. Van mij mag ze. Ze zal er een interessanter mens door worden.

Heel binnenkort zullen mijn kinderen mijn agenda dus niet meer bepalen. Ze zullen wel altijd de belangrijkste mensen in mijn leven blijven, maar ze zullen hun eigen weg gaan. Dan wil ik vooral niet in dat grote zwarte gat vallen. Nee, ik wil eerder weg zijn dan zij.’ (lacht)

DOOR JOS GEYSELS EN ANN PEUTEMAN, FOTO’S FILIP VAN ROE

‘Als het niet klikt, haak ik af. Ik ben nogal goed in weglopen.’

‘Ik ben een kwetsbaar mens. Anders zou ik niet kunnen maken wat ik maak.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content