‘IK HOU VAN HET ZEN-GEVOEL BIJ HET VISSEN’

© NELE VAN CANNEYT

Jongeren gooien steeds vaker een lijntje uit. Letterlijk dan. Vissersclubs in Vlaanderen zagen de afgelopen jaren steeds meer jongeren instromen. Gedaan met het stoffige imago van de hengelsport. Al doen de jongeren het wel op hun manier. Vissen 2.0 dus.

‘Kijk daar, onze vijanden.’ Arne De Rieck (21) grijnst breed terwijl hij naar een koppel eenden op de vijver wijst. Zijn twee kompanen, Stijn Van Der Scheuren (21) en Gaëtan Dierckx (20), lachen luid. Het heeft wel wat van een ontspannen festivalsfeertje, aan de visvijver van het Merelbeekse Liedermeerspark. Een iPod laat de technosound van Paul Kalkbrenner horen en het drietal zit gezellig te keuvelen met een sigaret en een bak bier binnen handbereik. Wie zegt dat vissen saai moet zijn? ‘Sommige oudere vissers zeggen ons soms dat die muziek niet bevorderlijk is voor de vangst’, lacht Stijn. ‘Maar dat is volgens mij onzin. Ik merk geen enkel verschil. Misschien houden vissen wel net van techno?’

De drie twintigers zijn enkele maanden geleden beginnen te vissen. Na een tripje naar de Ardennen. Stijn: ‘We zagen daar al die riviertjes vol vis en dachten: als we nu ’s een vislijn kochten? Die zijn daar in elke winkel te koop. Het leek ons wel wat, zo in de natuur zitten, met een pintje en een sigaretje en ondertussen proberen een vis aan de haak te slaan.’

Vissen leek in de Ardennen de evidentie zelve, maar de jongens zijn het ook daarna blijven doen. ‘Er zijn in Vlaanderen zo veel mooie visplekjes, het leek wel zonde om ermee te stoppen’, zegt Arne. ‘Bovendien hou ik van het zen-gevoel bij het vissen. Ik werk zelf als brandweerman en sport heel vaak. Ik heb dus best een actief leven. Vissen geeft me rust en dat heb ik echt weleens nodig.’

Bij zijn oudere collega-brandweermannen zitten ook enkele fervente vissers. Die gaven Arne tips voor een goeie vangst. De simpele vislijn uit de Ardennen is ondertussen vervangen door een werphengel met molen. Maar alles blijft nog altijd erg basic. ‘Een hengel, wat maden als aas, lood om de dobber te verzwaren en visvoer’, zegt Arne. Het voer in poedervorm wordt in een emmer met een beetje water gedaan en omgeroerd tot er een vies uitziende brij ontstaat. Daar worden balletjes van gemaakt die Arne in de richting van de drie dobbers werpt. ‘De vissen ruiken dat en komen erop af. En dan heb je meer kans dat ze in jouw aas happen.’

Vissen in de stad

Jongeren die vissen zijn er steeds meer. Dat merken ze ook bij de Vlaamse Vereniging van Hengelsportverbonden (VVHV), de federatie van vissersclubs dus. ‘Je zag vroeger ook wel hier en daar kinderen en jongeren vissen, maar veelal was er wel een vader of opa in de buurt’, stelt Giovanni Vanhooren, jeugdcoördinator bij VVHV. ‘Die kinderen haakten meestal af op tienerleeftijd omdat ze de hengelsport niet meer hip vonden. Pas rond hun veertigste begonnen ze dan opnieuw, wanneer ze zelf kinderen hadden. Nu kiezen die tieners en jonge twintigers er zelf voor om te beginnen vissen, los van pa of opa. En dat is een nieuw fenomeen.’

De cijfers zijn dan ook duidelijk: in 2008 waren er 588 jongeren tussen de 12 en de 18 jaar aangesloten bij een Vlaamse vissersclub. In 2012 zijn dat er al 814. Meer dan 90 procent zijn jongens. ‘De stijging heeft volgens ons voor een stuk te maken met de inspanningen die we zelf hebben geleverd’, stelt Vanhooren. ‘Onze jeugdcel probeert zo veel mogelijk de sport te promoten bij jongeren. We organiseren jeugdkampen, geven initiaties en sinds 2010 organiseren we ook een Jeugdhengelsportdag. Met de bedoeling om onze sport populair te maken. En dat lukt blijkbaar.’

Hengelen houdt tegenwoordig ook meer in dan zitten turen naar het dobbertje tot het ondergaat, benadrukt Vanhooren. ‘Er zijn de laatste jaren een aantal nieuwe takken bijgekomen, die vooral jongere vissers aanspreken. Karpervissen bijvoorbeeld is veel actiever. Nog zo’n nieuwe discipline die vooral jongeren aanspreekt: streetfishing oftewel urban fishing, wat zoveel betekent als vissen op roofvissen in een stadsomgeving. Vrij spectaculair om te zien. Een groep vissers palmt een waterpartij in en gooit voortdurend de lijn uit. Bij roofvissen komt het erop aan om snel en behendig te zijn. Met gewoon wachten, zoals bij het gewone sportvissen, kom je nergens.’

Maar niet elke visser is lid van een vissersclub. Je kunt ook vrij vissen, al is een wettelijke vergunning, het zogenaamde visverlof, wel verplicht. Onder de 14 jaar is zo’n visverlof gratis. In 2008 reikte het Agentschap voor Natuur en Bos er 5039 uit. Voor 2012 zit het Agentschap nu al aan 5534. Cijfers over jongeren ouder dan 14 jaar zijn er niet. Iedereen boven de 14 jaar betaalt 11,16 euro per jaar voor een vergunning waarmee je vanaf de oever kunt vissen. ‘We krijgen ook berichten dat er steeds meer jongeren en jongvolwassenen vrij vissen’, stelt Vanhooren. ‘Ze hebben de weg naar een club nog niet gevonden. Hopelijk komt dat nog.’

Start-to-fish

De Hasseltse vissersclub ‘Vermaak na Arbeid’ telt momenteel een veertigtal leden onder de 25 jaar. Op een totaal van bijna 200 leden kan dat tellen. Het resultaat van een start-to-fish-actie voor jongeren, die de club nu al enkele jaren organiseert in samenwerking met de vzw Open Huis Kuringen, een organisatie die het leven voor de Kuringenaren aangenamer wil maken. ‘We hoorden vaak van ouders dat ze de hoge sommen die ze moesten ophoesten om hun kinderen te laten sporten niet meer konden betalen’, legt Michiel Liefsoens van de vzw uit. ‘Inschrijvingsgeld tot 200 euro per seizoen en dan nog geregeld kaarten en taarten moeten kopen, voor heel wat mensen lukt dat niet meer. We zochten dus een alternatief en zochten iets wat kinderen en jongeren in de gezonde buitenlucht konden doen.’

Vissen is een van de goedkoopste sporttakken die er bestaat, vindt Liefsoens. ‘Lidgeld van een club kost zo’n 10 euro, een visvergunning onder de 14 is wettelijk verplicht maar gratis en basismateriaal is echt niet zo duur. Voor onze start-to-fish krijgen ze zelfs alle materiaal gratis ter beschikking. We geven ze uitleg over hoe je je moet gedragen rond een visvijver. Dat het er wel rustig moet toegaan, dat soort dingen. En dat de vissen teruggegooid moeten worden, of dat er anders op termijn geen vissen meer zijn om op te vissen. En dat verloopt prima.’

Elk kind krijgt ook een privéleraar, een ervaren lid van de club, naast zich. Die geeft uitleg over staak, lijn en dobber. En haalt meteen ook de gevangen vissen van de haak. ‘In het begin durven ze dat zelf niet’, lacht Willy Thoelen, voorzitter van de vissersclub Vermaak na Arbeid. ‘We vissen ook met maïs en niet met wormen. Niet alleen omdat de meeste kinderen en jongeren dat vies vinden, ook de meesten van onze vissers vissen ondertussen met maïs. Wormen zijn echt uit de mode.’

Wat jongeren zoeken in de hengelsport is eenvoudig, meent Liefsoens. ‘Ze willen vooral rust. En wat is er rustgevender dan in aanraking komen met de natuur? Je mag niet vergeten dat die kinderen en jongeren in een heel hectische en drukke maatschappij opgroeien. Ze zijn de facebook- en twittergeneratie, voor wie het schijnbaar niet snel genoeg kan gaan. Maar wat ze echt willen, is rust en één worden met de natuur. Dat maakt vissen zo interessant voor hen.’

Bij vissen heb je bovendien veel tijd voor diepere gesprekken, iets wat bij andere activiteiten zoals voetbal wat lastiger is. ‘We zien het vaak dat de jongeren wat vrienden meebrengen, of dat vader en zoon samen komen vissen’, zegt Willy Thoelen. ‘Het is uiteraard niet de bedoeling dat er luid gepraat wordt aan een visvijver, maar een deftig rustig gesprek kan uiteraard wel.’

Nog zo’n voordeel van vissen: bij vissen kun je niet falen. ‘Als een vis niet hapt, dan is het de schuld van de vis. Als hij wel toehapt, dan heeft de visser dat goed gedaan. Je zit dus nooit met frustratie, wat dan weer een gevoel van veiligheid geeft.’

Al zorgt de vissersclub van Thoelen er wel ook zelf voor dat de motivatie hoog blijft bij de jonge vissertjes. ‘Zet jonge gastjes aan een kanaal en ze vervelen zich dood. Want daar vang je amper een vis in enkele uren tijd. In onze visvijver zetten we zelf genoeg vis bij. Ze vissen met een handlijn, een vaste lijn dus, dat is de beste manier om het te leren. Als je bij ons twee uur vist, haal je al rap een tiental vissen boven. Het moet natuurlijk wel ergens motiverend zijn.’

Ervaringen met jongeren die niet kunnen stilzitten, heeft de voorzitter nog nooit gehad. ‘Ook een zogenaamd druk kind wordt rustig tijdens het vissen en kan zich opeens wel lang concentreren. Dat komt door de natuur en de focus op het vangen van die vis. In Nederland bijvoorbeeld bestaan er al projecten waarbij ze probleemjongeren en jongeren met ADHD aan het vissen zetten. Net omwille van de rust die de sport creëert.’

App

Gaëtan Dierckx (20) roept het uit voor het hele Liedermeerspark. Hij heeft beet. Een kleine vis bengelt aan zijn haak. Wanneer hij hem voorzichtig losmaakt, kijkt hij meteen op zijn iPhone. ‘Ik heb een app waarmee ik kan zien welke vis het is. Vind je niet meteen de juiste foto, dan kun je ook enkele vragen beantwoorden over je vis en komen vanzelf de overgebleven mogelijkheden op het schermpje. Ik weet graag wat ik in mijn handen heb, vooraleer ik de vis teruggooi.’

De jongens zoeken zeker één keer per week een visvijver op. Meestal met z’n drieën, soms met meer. ‘Dat vind ik er eigenlijk het leukst aan’, zegt Gaëtans kompaan Stijn. ‘Ik hang ook graag samen met vrienden in een park rond, maar dat samen vissen is nog leuker. Het geeft nog iets extra’s.’

Geen hangjongeren dus, maar hangvissers. Die ook wel een beetje met elkaar in competitie gaan. Wie de meeste en de grootste vissen gevangen heeft, bijvoorbeeld. ‘Je moet er natuurlijk wel wat verstand van hebben’, zegt Arne. ‘Als je je hengel dicht bij de rand gooit, dan vang je enkel kleine vissen. Gooi je de hengel verder weg, dan zitten er ook grote. Hoe je je lijn gooit, is van belang en hoeveel en hoe vaak je voedert ook. We zijn zeker geen experts en willen dat ook niet per se worden. Het heeft ook iets onnozels: lang zitten wachten tot je een vis vangt om hem vervolgens terug te gooien. Maar het gevoel wanneer je een vis vangt, is onbeschrijfelijk. Dat is pure adrenaline.’

Stijn is de enige met een echte visbak. Een bak dus vol vispullen waar je ook nog op kunt zitten. ‘Gekregen van een oom’, zegt hij laconiek. ‘Zelf zou ik dat nooit gekocht hebben. Al is het wel handig. Alles wat je kunt gebruiken bij het vissen, van haken, dobbers, mesjes, zit erin. Ook een extra molen om grote vissen mee boven te halen. En zelfs haken om op zee te vissen.’

Leeftijdsgenoten kijken al lang niet meer vreemd op als ze zeggen dat ze vissen. ‘Waarom zouden ze? Veel van hen zijn het ook beginnen te doen. Sommigen komen eens kijken terwijl we bezig zijn. Dat is altijd leuk. Vooral op het einde van een visdag. Terwijl de ouderen het rond een uur of vier voor bekeken houden, zitten wij hier graag tot ’s avonds. Dat zijn zelfs de leukste momenten.’

DOOR CATHY GALLE, FOTO’S: NELE VAN CANNEYT

Hengelen houdt tegenwoordig meer in dan zitten turen naar het dobbertje tot het ondergaat.

‘Wat die jongeren echt willen, is rust en één worden met de natuur.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content