Claire Chevallier, gespecialiseerd in het bespelen en stemmen van Franse Erard-pianofortes, is een veel gevraagde concertpianiste. Ook in de wereld van de dans, het theater, en binnenkort de film, krijgt ze vaste voet. Een portret.

Studio Masda in Laken, een oude loods omgebouwd tot sounddesign-studio. Overal witte muren, waar je ook kijkt. Een passerelle overbrugt de hoge, brede ruimte waar het licht door het glazen dak met bakken naar binnen valt. Aan de overkant bevindt zich de montagestudio, waar de laatste hand wordt gelegd aan de montage van de eerste langspeelfilm van Rudolf Mestdagh, Ellektra. Wij mogen even binnen om de pre-mix van het slot te bekijken, waaraan Claire Chevallier heeft meegewerkt. Het is een luidruchtige, meeslepende apotheose met hoofdrolspeelster Axelle Red in virtuele extase.

Ellektra, een film in de traditie van de film noir, handelt onder andere over een concertpianiste (Axelle Red) wier handen tijdens een carjacking zo verpletterd raken dat ze niet meer kan spelen. Dankzij een elektronische krachttoer van een bevriende dj (Matthias Schoenaerts) slaagt ze er echter in haar dromen toch deels te realiseren: een pianoconcerto spelen in de Opera van Gent, virtueel dan wel. ‘Mijn rol in deze film is een dubbelrol’, vertelt Chevallier (34). ‘Ik ben zelf niet als persoon op het doek te zien, maar de handen op het klavier zijn wel mijn handen. Ze zijn op zoek gegaan naar een concertpianiste met ongeveer dezelfde lichaamsbouw als die van Axelle Red, iemand met dezelfde fijne handen en armen, vandaar.’

Thema en orkestratie van het concerto zijn van Brian Clifton. De rustige intro en de verdere uitwerking van het thema met zijn specifiek pianistieke virtuositeit zijn van Claire Chevallier. Dat Axelle Red als popartieste de rol van een klassieke pianiste kreeg aangeboden, mag verwonderen, want ze speelt geen piano. Chevallier: ‘Dat klopt, maar Axelle heeft wel het geschikte temperament om het personage van de psychotische Anna te vertolken. Axelle is in het gewone leven een tamelijk beweeglijk type en precies daarom heeft Rudolf Mestdagh haar voor deze rol gekozen. Dat ze zelf geen piano speelde, was misschien van secundair belang. Maar achteraf, toen ik de opnames zag, had ik wel het gevoel dat ik haar misschien toch meer had moeten bijstaan in het doorgronden van de lichaamstaal van een klassieke pianist en van de ingetogen aard van het klassieke pianospel. Tenslotte gaat pianospelen meer over verinnerlijking dan over acteren. Maar er was heel weinig tijd. Alles moest snel gaan. De rust waarmee wij als pianisten werken, is onbestaande in de filmwereld. De opname van het concerto in de Opera van Gent met een publiek van 800 man in de zaal, waarbij de camera gedurig om je heen tolt en de cameraman regelmatig tegen je schouder komt aanleunen, was een spannende ervaring. Ook technisch heb ik heel wat bijgeleerd, bijvoorbeeld synchroon spelen met de beelden van mijn handen. En natuurlijk is het verrijkend, want zo’n ervaring trekt je wereld open. Op een filmset valt een heel referentiekader weg, en dan moet je zien hoe ver je komt met wat je kent.’

In juli staat er voor Claire Chevallier weer iets heel anders op het programma. Dan reist ze met het dansgezelschap Rosas mee naar Frankrijk, Luxemburg en Zwitserland voor een reeks voorstellingen van Mozart Concert Arias, een herneming van de gekende choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker, maar dit keer met afwisselend het Muntorkest, het operaorkest van Rouen en de Beethovenacademie.

Met Frankrijk heeft Claire Chevallier een beetje een haat-liefdeverhouding. ‘Ik ben lange tijd uit Frankrijk weggebleven vanwege de mentaliteit’, vertelt ze. ‘Op een paar concerten na (Cité de la Musique, Festival de Saintes…) ga ik er vooral heen om mijn ouders te bezoeken. Dat doe ik slechts een paar keer per jaar, maar dan blijf ik meteen een hele week. Mijn thuis is hier, in Vlaanderen.’

Wiskunde en fysica

Claire Chevallier groeide als kind op in Lyon en kreeg haar eerste muzieklessen toen ze nog geen acht was. Haar verdere muziekstudies aan de conservatoria van Nancy, Straatsburg en Parijs waren intens, hard en streng, maar ze zette door. Ze combineerde haar muziekstudies met een baccalaureaat wiskunde en fysica, maar koos uiteindelijk resoluut voor de muziek, tot grote verbazing van haar ouders. ‘Ik heb echt voet bij stuk moeten houden, want mijn ouders waren niet blij met mijn beslissing. Mijn moeder ging wel graag naar concerten en stimuleerde mijn muziekstudies, maar geen van beiden waren ze muzikant. Ze hadden gehoopt dat ik, zoals ieder welopgevoed, Frans meisje, iets ‘nuttigs’ in de financiële wereld zou doen, maar ik ben naar Brussel getrokken om verder te studeren.’

Chevallier zette haar studies voort aan het Conservatorium van Brussel bij Jean-Claude Vanden Eynden en Guy Van Waas. Daar behaalde zij de diploma’s piano en kamermuziek. Pas daarna raakte ze in de ban van de pianoforte en ging ze de historische achtergrond, de evolutie en de bouw van de instrumenten bestuderen. Ondertussen bezit ze vier Erard-vleugels. In 1996 nam ze als pianiste deel aan de eerste voorstellingen van Mozart Concert Arias met Anima Eterna en Jos Van Immerseel. De professionele samenwerking met Van Immerseel liep uit op een huwelijk en vervolgens op een scheiding. Gelukkig is de draad professioneel weer opgepikt en staan ze binnenkort samen op het podium van het Concertgebouw in Amsterdam voor de Vara-matinee met het Concerto voor 2 piano’s van Poulenc.

Een ander gezamenlijk project dat op stapel staat, is de opname van de Suites van Rachmaninoff. Ook weer met Zigzag Territoires, waar vorig najaar al hun succesvolle cd met muziek voor twee piano’s (twee Erard-vleugels in dit geval) van Saint-Saëns, Poulenc, Franck en Infante uitkwam. Bijna gelijktijdig verscheen toen met het label Eufoda ook een cd, waarop Chevallier de tenor Jan Van Elsacker begeleidt in Schumann-liederen. Ook met Joris Verdin neemt ze geregeld kamermuziek ter hand, voor de prettige combinatie harmonium-pianoforte. ‘Ik hoop dat ik ook met Joris een cd zal kunnen opnemen in de toekomst. Saint-Saëns en Guilmant schreven schitterende werken voor deze combinatie, en er bestaan bij mijn weten alleen maar opnames met moderne piano.’

Vlaamse vrienden

Claire Chevallier heeft in Vlaanderen veel goede vrienden. Josse De Pauw is daar een van. Samen met hem en met violist Georges Alexander Van Dam begint ze na haar Franse tournee te repeteren aan Kreutzer sonate naar de novelle van Tolstoj, met als centrale muziek de 9e Vioolsonate Kreutzer van Beethoven. ‘De voorstelling is vorig jaar al in concertvorm gegeven. Toen wisselden muziek en tekst elkaar af. Nogal statisch dus. Maar nu wil Josse een versie in theatervorm maken, waarin het thema van de jaloezie en de moord dramatisch gevisualiseerd wordt. Ik ben de pianiste die vermoord zal worden. Of toch ongeveer.’

Als voorproefje van dit project doen ze samen al iets gelijkaardigs tijdens de tweejaarlijkse cursus pianoforte in het dorpje Poeke, tussen Brugge en Gent. Josse De Pauw leest dan in de kerk van Ruiselede voor uit zijn boek Werk, terwijl Chevallier Debussy speelt.

Volgend seizoen is Claire Chevallier ook te zien in het Toneelhuis, in de nieuwe productie Jean-Baptiste van de jonge theaterregisseur Wayn Traub. Ze vertolkt de rol van een directrice van een opnamestudio, die piano speelt en piano’s stemt. Ze zal enkel op een videoscherm te zien zijn. Ze kreeg bovendien carte blanche om voor deze voorstelling een pianostukje van vijf minuten te schrijven. Chevallier is zeer enthousiast. ‘De video-opnames zitten er intussen op, en ik ben echt blij dat ik dit mocht doen. Wayn Traub is een ongelofelijk veelzijdig talent. Hij regisseert, schrijft, filmt. En hij zingt enorm pakkend, juist, écht. Ook hij is alleen op videoscherm te zien wanneer hij zingt, begeleid door het Vlaams Radio Orkest op muziek van Wim Dewilde. Het stuk gaat niet over muziek, maar toch is de muziek er heel belangrijk in. Dat is typisch Traub. Hij gebruikt muziek als een van de personages.’

Claire Chevallier heeft de handen dus vol, naast haar ‘dagelijkse job’ aan het Conservatorium van Gent: de stemming van historische klavieren. Wat drijft haar? ‘Ik hoop een ander soort publiek te kunnen bereiken. We hebben luisteraars binnen het klassieke circuit, die zeer trouw en gemotiveerd zijn, maar het blijft een gesloten cirkel. Dat zoeken buiten die cirkel is een experimentele attitude van mij. Let wel, ik doe niet aan crossover! Want technisch gezien blijf ik wel bij de dingen die ik ken, de historische vleugels. Voor de film speel ik bijvoorbeeld op een Steinway van 1874. Ik probeer mijn wil op dat vlak dus wel steeds weer opnieuw door te drukken.’ n

Greet Van ’t veld

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content