In het AMVC-Letterenhuis te Antwerpen kun je sinds 17 oktober grasduinen in de hoogtepunten van de Vlaamse literatuurgeschiedenis. Voor de thuisblijvers volgt hier een hoogst persoonlijke selectie. Wat zijn de meest pakkende vertellingen uit twee eeuwen Vlaamse vertelkunst? De 50 van Knack.

‘Van Vlaamse Leeuw tot Tongkat û 200 jaar Vlaamse letteren’ is een tentoonstelling van AMVC-Letterenhuis û Minderbroedersstraat 22, 2000 Antwerpen û vanaf 17 oktober 2004 û open van 10 u. tot 17 u., behalve op maandag û tickets euro 3/2 û info: 03 222 93 20 en www.museum.antwerpen.be/amvc-letterenhuis

Van Hendrik Conscience tot Peter Verhelst: eindelijk heeft Vlaanderen in het Antwerpse AMVC-Letterenhuis nu ook zijn permanent literair museum waar iedereen kan zien, horen en natuurlijk lezen wat er hier de laatste twee eeuwen zo al aan schoons is geschreven. Maar een tentoonstelling als Van Vlaamse Leeuw tot Tongkat – 200 jaar Vlaamse letteren toont slechts de officiële kant van de medaille en opteert voor de literaire smaakmakers van de grootste gemene deler. Wij draaiden de medaille om en stelden zonder complexen ons eigen literair museum samen. En ziedaar: geen enkel boek van ‘Vlaamse Leeuw’ Conscience (te veel poppenkastverhalen) of ‘Tongkat’ Verhelst (te veel gratuite woordspelletjes) is prikkelend genoeg om in deze hoogst persoonlijke literaire top-50 te prijken.

Vertellingen die volgens ons de moeite waard zijn, moeten eerst en vooral ergens over gaan. Ze roepen in geuren en kleuren een wereld op en ze vertellen erover in een functionele stijl die niet pronkerig het zicht belemmert op de inhoud. Goede literatuur combineert vorm en vent, het ‘hoe’ met het ‘wat’ tot een apart verhaal. De precieze formule van die combinatie kent niemand. Vandaar dat er steeds opnieuw geprobeerd wordt dezelfde dingen (liefde en dood…) op een andere manier te vertellen.

Deze parade van 50 pakkende vertellingen heeft slechts de pretentie om de rijkdom van 200 jaar Vlaamse letteren te illustreren. De rangschikking doet er weinig toe, want de literatuur – en kunst in het algemeen – heeft immers lak aan welke hiërarchie ook. Schrijvers en literatoren plaatsen graag geurvlaggen, maar de authentieke lezer laat zich zo weinig mogelijk beetnemen door de trucjes van de mediamarkt. Hij gaat zelf op onderzoek uit met de eigen literaire speurneus als ultiem criterium. De boeken liggen voor het grijpen: duizenden Vlaamse vertellingen sinds het officiële begin van de Vlaamse literatuur in 1837 met In ’t Wonderjaar, een historische roman van Conscience. Het is met andere woorden onbegonnen werk om daar 50 pareltjes uit te filteren. Wie dat toch doet, handelt op eigen risico en vooral in naam van het pure, persoonlijke leesplezier. Mag het voor een keer?

1 De Metsiers(1950)Hugo Claus Alles wat hij in de jaren ’50 aanraakte, veranderde in goud: van De Oostakkerse gedichten tot romans, zoals De hondsdagen. De bijna krankzinnige intensiteit van De Metsiers blijft echter ongeëvenaard.

2 Een ontgoocheling (1921)Willem Elsschot Nooit een treffender portret gelezen van een underdog. Kareltje die hier model staat voor de universele loser wordt onder de pen van Elsschot een sympathieke jongen die het niet tot advocaat schopt, zoals papa De Keizer wenst, maar die toch zijn onbevangenheid behoudt. Vlaamse versie van Parsifal, ‘de zuivere dwaas’ maar zoveel warmer en ontroerender.

3 Marcel (1999)Erwin Mortier Al van in dit debuut ontpopte Mortier zich tot een klassieker van formaat. Het klinkt allemaal een beetje retro en sensitivistisch, maar wie oog heeft voor de richels in de vloer waarin het zeepsop riviertjes vormt en dat ook nog boeiend kan vertellen, is een blijver.

4 Floere het fluwijn (1950) Ernest Claes Heeft deze onnavolgbare alliteratie inspirerend gewerkt voor de titels van de Suske en Wiske-stripreeks? Feit is dat een meesterlijk verteller als Claes met zijn invoelende stijl je de smaak van het dierlijke bestaan al na enkele bladzijden (‘bloed’zijden) laat proeven.

5 ’t Bolleken (1906)Cyriel Buysse Het schijnbaar zorgeloze bestaan van een rentenier ( ”t viveurtje’) gaat langzaam maar zeker bergaf als hij naar de dokter stapt met een ‘bolleke’ in de keel. De gruwelijke verveling van een rijkeluiszoontje krijgt hilarische trekken, zoals in Oblomov van de Russische romancier Gontsjarov.

6 Berckmans’ beste (1997)J.M.H. Berckmans Cultschrijver bij uitstek die met zijn staccatoproza het experimentele proza van Ivo Michiels in de schaduw stelt. Moet alleen maar oppassen voor anale fixaties en woorddiarree.

7 Adelaïde (1929)Gerard Walschap ‘Ach, wat is het leven: geboren worden, geknecht worden in een pedagogische broeikast, vrijen, trouwen, kinderen krijgen, rijk of arm worden en altijd braaf zijn.’ Maar Walschaps helden zijn gelukkig helemaal niet braaf. Met alle gevolgen van dien.

8 Menuet(1955)Louis Paul Boon ‘Bij mij was er voortdurend een flitsen van berichten heen en weer, door mijn ganse lijf.’ Magistraal proza recht van uit de onderbuik.

9 Mijn woningen(1954)Raymond Brulez Waar is de tijd dat culturele instellingen nog geleid werden door bevlogen intellectuelen? Brulez bepaalde ooit mee het beleid van de openbare omroep en schreef en passant deze gevoelige maar zeer lucide autobiografie. Of hoe een estheet ook de waarheid kan schrijven.

10 Een schoon bestaan (1989)Pol Hoste De jeugd van de schrijver, zo blijkt, was allesbehalve ‘schoon’, maar Hostes fragmentarische autobiografie is dat des te meer. Impliciete hommage aan zijn lieve grootmoeder: ‘Warmt u eerst nog wat, voor ge naar boven gaat.’

11 Gangreen 1 (1968) Jef Geeraerts Macho die in een handdoek klaar komt bij zwarte schone. Over voorbehoedsmiddelen gesproken.

12 De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijntjen (1918)Felix Timmermans

‘De lucht is natzilver als de rug van vis.’ Onvolprezen eerste zin uit een onvolprezen novelle.

13 Tox (1994)Paul Mennes Jongeren op drift in het tempo van de tijdsgeest. Zeer Amerikaans, maar ook Reviaans.

14 Vogelvrij (1927)Paul van Ostaijen Sublieme grotesken ( Notaris Telleke, De stad der opbouwers) met een aparte logica die de gezonde logica speels ontkracht.

15 De boer die sterft (1918)Karel van de Woestijne Innerlijke monoloog van een stervende die zo zinnelijk is dat je als lezer zelf afscheid begint te nemen van de wereld om je heen om samen met hem in de ‘voutekamer’ te sterven.

16 Brief aan Boudewijn (1980) Walter van den Broeck Ontwapenend en (pseudo-)naïef relaas van een schrijver die als geen ander de knepen van het vak kent.

17 Het rollende leven (1910) Gustaaf Vermeersch Loodzwaar dagboek over het inktzwarte leven van een aartspessimistische spoorconducteur. Prachtig onboek.

18 Uitgespaard zelfportret (2004)Christine D’haen Ook een bijna onmogelijk boek, maar wat voor een: in elf staties reflecteert D’haen over zichzelf als mens, als vrouw en als absoluut kunstenaar.

19 De kroeg van groot verdriet (1974)Marnix Gijsen In deze verhalen heeft Gijsen eindelijk zijn eigen stem ontdekt: even goed als de beste Carmiggelt.

20 Langs de wegen (1902)Stijn Streuvels Op zijn best is Streuvels’ aangeboren verteltalent als hij zich over gewone mensen ontfermt, zoals in dit verhaal over een eenzelvige paardenknecht.

21 Gods eigen muziek (2001) Yves Petry Boek vol momentane magie en mystiek en toch een ‘pageturner’.

22 Ernest Staas, advocaat (1874) Tony Bergmann Ook al begint de Vlaamse literatuur officieel met de historische romans van Conscience, het is eigenlijk de Lierenaar Bergmann die met zijn fijnmazig realisme de weg wees.

23 Wit is altijd schoon (1989) Leo Pleysier De vox populi tot grote kunst verheven. Ideaal moederdaggeschenk.

24 De blinde spiegel (1981)Piet van Aken Thesisroman over het vakbondswezen en de rode vrienden: waarom wagen zich niet meer auteurs aan dergelijke faction in plaats van weer een onbenullig thrillertje af te scheiden?

25 Ik was een christen (1957)Maria Rosseels Historische roman over het laat-Romeinse Keizerrijk en geloofsijver: waarom wagen zich niet meer auteurs aan zulke historische boeken in plaats van weer een navelstaarderig novelletje af te scheiden?

26 Littekens (1990) Patricia de Martelaere Vrouwelijk hoofdpersonage delireert over ‘mooie, koude lichamen in de anatomiezaal’. De Martelaere is de literaire ijskoningin.

27 Quatertemperdagen (1992) Erik Vlaminck Onmogelijk anachronistische titel van een zevenluik – nog altijd niet afgerond – die de ultieme heimatroman moet worden en waarin een eeuw Vlaams familieleven de revue passeert.

28 Fabula Rasa (1945) Gaston BurssensMore brains, aldus August Vermeylen, had de Vlaamse literatuur nodig. (Nog altijd trouwens.) Burssens had hersens en de nodige kronkels om van zijn intelligente invallen fascinerende aperçu’s te maken.

29 Aan zee (1988) Eric De Kuyper Precieus, maar o zo juist. In zekere zin is De Kuyper inderdaad de Vlaamse – excuseer: de Oostendse – Roland Barthes.

30 Kartonnen dozen (1991) Tom Lanoye Een autobiografisch relaas recht voor de raap. Vertelplezier zonder tafelspringerij. Voor een keer hangt Lanoye niet de exhibitionist uit die vindt dat hij moet laten zien wat hij allemaal kan.

31 Een revolverschot (1911) Virginie Loveling De tante van Cyriel Buysse wist hoe je de spanning moet opbouwen. Zuinig zijn en op het gepaste moment het gepaste woord. De betere literaire thriller kortom.

32 Knetterende schedels (1969) Roger van de Velde De geboorte van de Vlaamse moderne literatuur uit de geest van de nieuwe journalistiek. Van de Velde is de Vlaamse Tom Wolfe in het klein. Sprekende portretten van uitgeflipte medegevangenen en psychiatrische patiënten.

33 De stille man (1938) Albert van Hoogenbemt Analyse van een depressie heet zoiets vandaag. Een moment van melancholische bezinning werd dat vroeger genoemd. Lekker ouderwets burgerlijk. Vaderdaggeschenk?

34 De man die werk vond (1985) Herman Brusselmans Tegenwoordig lijdt Brusselmans’ studentikoze ongein onder overproductie, maar toen waren de pointes perfect gedoseerd.

35 De komst van Joachim Stiller (1960) Hubert Lampo Wie meesmuilend over dit boek doet, moet het dringend eens herlezen.

36 Zelfportret of het galgemaal (1956) Herman Teirlinck Ongenadige ontmaskering van de schrijver als oude man: briljant cynisch.

37 De dagbewaarder (2003)Dirk Verbruggen Ideaal nachtkastboekje met een hoog aforismegehalte. Luchtig en speels, maar ook serieus en wijs.

38 Kinderjaren (1939)Norbert Edgar Fonteyne Een jeugd te Oedelem: klinkt weinig sexy, maar Fonteyne heeft een zinnelijke touch die lichtjes Proustiaans aandoet.

39 Een demon in Brussel (1990) Kamiel Vanhole Vanhole in de voetsporen van Van Gogh naar de Borinage: misschien wel het beste reisverhaal dicht bij huis.

40 Alle mensen bijten (2002)Margot Vanderstraeten Eindelijk een charmante concurrente voor de alomtegenwoordige Hemmerechts. Kan nog schrijven ook: uitgepuurd en cassant.

41 Mijnheer sjamaan (2004)Koen Peeters Zakelijk en toch bevlogen, nuchter en toch inventief, prozaïsch maar evenzeer poëtisch. Vermeylen (‘ more brains’) mag voor een keer tevreden zijn.

42 Wierook en tranen (1958) Ward Ruyslinck Het betere jeugdboek. Minstens van het kaliber van Bart Moeyaert en Anne Provoost, die eerlijk gezegd tegenwoordig toch wat over het paard worden getild – een beetje zoals Ruyslinck vroeger.

43 De bloedproever (1999) Paul Koeck Dracula in Niel gemixt met melancholische herinneringen op weg naar Spanje. Rare cocktail, maar het werkt.

44 Een zuil van zout (1987) Kristien Hemmerechts Zonder een woord te veel onnoemelijk groot verdriet suggereren.

45 De phoenix (1998) Paul Claes Gecamoufleerd zelfportret van superfiloloog en slimste schrijver der Nederlanden.

46 Vrouwen en kinderen eerst (2004) Peter Terrin Kafkaiaanse parabel over de ideale vloertegel: zacht als zijde, maar slijtvast.

47 Elias of het gevecht met de nachtegalen (1936) Maurice Gilliams Zelfportret van een estheet die in bedwelming valt bij het gekraak van de eigen voetstappen.

48 Wat we met de liefde doen (1995) Gie Bogaert Bogaert schrijft niet, maar fileert tot op het bot. Griezelig efficiënt.

49 Alles in het klein (1991)Eriek Verpale Alleraardigste uitdrukking van brievenliefde voor jonge meisjes.

50 De papegaaieschommel (1987) Gilbert Grauws Meedogenloze verhalen van een talent dat daarna voltijds voor de journalistieke letteren koos. Spijtig voor de schone letteren.

Door Frank Hellemans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content