‘Hou historici niet buiten de deur’

SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER: 'Geert Bourgeois zei ergens dat de Vlaamse overheid geen officiële geschiedschrijving wil. Om dat te vermijden, zijn er juist historici nodig.'

Sophie De Schaepdrijver betreurt dat historici geen grotere rol krijgen in de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. ‘Een vuistregel is toch dat je nooit je publiek mag onderschatten.’

Deze week verschijnt een bijzonder nummer van Knack Historia over het jaar 1915, als tweede in een reeks die ieder jaar van de Eerste Wereldoorlog afzonderlijk wil belichten. Ook deze nieuwe editie bevat een schat aan historische foto’s en documenten. En in een uitvoerig gesprek met historica Sophie De Schaepdrijver wordt gefocust op de bezetting: de voedselschaarste, het vluchtelingenprobleem, collaboratie en verzet.

Waarin verschilde de bezetting tijdens de Eerste Wereldoorlog van die tijdens de Tweede Wereldoorlog?

SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER: Wij zien de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog vandaag in duidelijke morele termen. Wat de Eerste Wereldoorlog betreft, geldt onze afkeuring de oorlog zelf en veel minder de bezetting. Maar veel tijdgenoten, ook Vlamingen, waren oprecht verontwaardigd. In de beginfase van de nazibezetting was er meer compromisbereidheid. Dat België in 1914 bij de oorlog werd betrokken, kwam als een grote schok. Dat een neutraal land op die manier werd overvallen, met zo veel geweld tegen burgers, werd echt gezien als een misdaad. Voor de Duitsers kwam het er in 1915 op aan de hearts and minds van de Belgen te winnen.

Weten we nu meer over de Eerste Wereldoorlog dan toen u in 1997 uw boek over ‘de Groote Oorlog’ publiceerde?

DE SCHAEPDRIJVER: Zeker. De aandacht voor de Eerste Wereldoorlog heeft niet alleen met het eeuwfeest te maken. Er blijft onderzoek nodig – naar het IJzerleger en naar de oud-strijders bijvoorbeeld – maar op andere terreinen is er beslist grote vooruitgang geboekt. We weten nu meer over de ‘koloniale’ troepen in de Britse en Franse legers in Vlaanderen. We weten ook meer over de vluchtelingen, de voedselvoorziening, de clandestiene pers, de collaborerende pers, de spionage, de bezettingsambtenaren, de impact van de oorlog op de steden… En er zijn grote stappen gezet op het vlak van de archieven. Toen ik aan mijn onderzoek begon, was La Libre Belgique – toch het belangrijkste clandestiene blad – niet eens beschikbaar in de tijdschriftenafdeling van de Koninklijke Bibliotheek. Ze wisten daar zelfs niet dat het een clandestien blad was, terwijl de hele collectie op dat moment in zeker twintig Amerikaanse universiteitsbibliotheken wél beschikbaar was. Nu staan we ook in België op dat vlak veel verder, er is een grote inhaalbeweging gemaakt – sommige bronnen zijn zelfs digitaal te consulteren. Maar tegelijk worden juist nu archieven, bibliotheken en documentatiecentra gekort. Dat is een echte schande. Hoe wil je dan je verleden leren kennen?

U was curator van de historische tentoonstelling over Brugge in de Eerste Wereldoorlog. Hoe kijkt u naar de herdenkingsindustrie die op gang is gekomen?

DE SCHAEPDRIJVER: Op lokaal vlak gebeuren goede dingen. Daar is veel talent, inzicht en werklust. Op federaal niveau blijft het schimmig, en dat is jammer want het was ten slotte een oorlog die het hele land aanging. Ik betreur ten zeerste dat er geen commissie van historici bij elkaar is geroepen, zoals in Frankrijk. Geert Bourgeois zei ergens dat de Vlaamse overheid geen officiële geschiedschrijving wil. Om dat te vermijden, zijn er juist historici nodig. Zo’n commissie voorkomt dat je een gladgestreken verhaal krijgt.

In dienst van het toerisme?

DE SCHAEPDRIJVER: Dat toerisme mag van mij. Mensen mogen iets verdienen aan de reële maatschappelijke vraag naar oorlogsherdenking. Maar je moet ook de kans grijpen om iets dieper op de dingen in te gaan. Ook dat is herinneringseducatie: niet alleen de ontroering en het evenement – alsof historici de ontroering in de weg zouden staan. Een vuistregel is toch dat je nooit je publiek mag onderschatten. Mensen houden van een complex verhaal. Hou de historici dus niet buiten de deur.

Het volledige interview met Sophie De Schaepdrijver kunt u lezen in Knack Historia. Vanaf deze week in de winkel.

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content