De eerste algemene verkiezingen in Hongkong zijn gewonnen door de demokraten, tegen de zin van Peking.

ZONDAG 17 september vonden in de Britse kroonkolonie Hongkong algemene verkiezingen plaats. Paradoksaal genoeg voor een grondgebied met zes miljoen inwoners dat bij de modernste, rijkste, verst ontwikkelde grootsteden ter wereld hoort, was het de allereerste keer dat zoiets gebeurde. En volgens pessimisten en cynici zal het wellicht meteen ook de laatste keer geweest zijn. Die zeggen dat natuurlijk vanuit het perspektief dat Hongkong per 1 juli 1997 weer aan de Chinese volksrepubliek overgedragen wordt. Ten tijde van de akkoorden tussen Londen en Peking daaromtrent, nu bijna tien jaar geleden, was er enig optimisme mogelijk over een groeiend begrip in de Chinese top voor demokratische hebbelijkheden. Maar nu er minder dan twee jaar te gaan blijft naar de overdracht, is die hoop volledig verzwonden. En aangezien Peking tegen de algemene verkiezingen was zoals ze hebben plaatsgehad, en beloofd heeft ze te annuleren en de verkozen raad Legco te ontbinden per 1 juli 1997, is er volop reden om te geloven dat de pessimisten een punt hebben.

Om wat voor verkiezingen gaat het, om te beginnen ? Ze zijn heel ingewikkeld en wijzen deels een soort parlement aan, de Legco (Legislative Council). De Legco bestaat al lang, maar het heeft nooit veel uitgemaakt hoe het ding verkozen of samengesteld was, het had toch niets te zeggen. Het is maar na het Tian An Men-bloedbad van 1989 in Peking, dat een psychologisch-politieke schokgolf door de kolonie deed gaan, dat de Hongkongers in een nieuw politiek bewustzijn meer aandacht gingen besteden aan dat soort dingen en, van de weeromstuit, de leiding in Peking eveneens.

De Legco telt zestig zetels. Daarvan zijn er nu twintig ingevuld via algemene verkiezingen. Tien andere vertegenwoordigers worden aangeduid door lokale instellingen. De rest wordt benoemd door korporaties, vakbonden en wat dies meer zij (ook daar verandering : voorheen werden die “funktionele” zetels verkozen door goed 70.000 “professionals”, een groep die nog steeds zeer machtig is, nu is dat getal opengetrokken naar een brede basis in de beroepsbevolking). Eén en ander brengt met zich mee dat Hongkongers meer dan één keer kunnen stemmen. Het heeft ook voor gevolg dat het systeem voor veel kiezers ontmoedigend ingewikkeld is een publiek dat gewend is aan het volgen van bewegingen op de beurs en de financiële markten, maar dat totaal neofiet is op het gebied van de elektorale wiskunde , en dat, bij gebrek aan kiesplicht, een lage opkomst het grootste gevaar was voor deze oefening in demokratie. In afwachting van het grotere gevaar, uit Peking.

UITSLAGEN.

De vrees voor de lage opkomst is gegrond gebleken. Slechts 36 procent van de 2,5 miljoen kiezers zijn gaan stemmen. Dat is nog minder dan bij de vorige, minder cruciale en minder demokratische verkiezingen. Dat vormt natuurlijk koren op de molen van Peking, dat het hele proces als onnatuurlijk, verraderlijk en nutteloos bestempeld had.

Wat Peking minder interessant zal vinden, zijn de resultaten van de getelde stemmen. Die geven zestien van de twintig rechtstreeks gekozen zetels aan de Demokratische Partij van Martin Lee. Die liberale demokratische partij stelt zich resoluut op tegen de diktaten van Peking en wordt door de Chinese leiding als subversief en staatsgevaarlijk beschouwd. In totaal haalt de formatie 29 van de zestig zetels in de Legco, onvoldoende voor een echte meerderheid. Grote rivaal en pro-Peking-partij Democratic Alliance for the Betterment of Hong Kong (DAB) behaalde zes zetels, maar kan rekenen op de steun van vier andere. De Liberale Partij, een formatie van zakenlui die met Peking willen werken, krijgt tien zetels, de overige gaan dan naar onafhankelijke kandidaten.

Op een andere manier geteld, behalen de demokraten van de twintig rechtstreeks gekozen zetels er twaalf, plus vier van bondgenoten, terwijl de pro-Peking-alliantie er maar twee haalt. Het dubbele resultaat van deze verkiezingen maakt, enerzijds, dat de “realisten” en de Pekinggezinde “patriotten” een ernstige nederlaag lijden, die neerkomt op serieus gezichtsverlies voor Peking, en anderzijds dat de talentvolle advokaat Martin Lee (“de lekenheilige” noemt goeverneur Chris Patten hem) de belangrijkste man in het parlement wordt.

Pekinggezinde “realisten” verwijten goeverneur Patten dat hij de relatie met de Chinese volksrepubliek verziekt heeft met zijn vasthouden aan slecht getimede demokratische hervormingen op het eiland. Dat deed hij, zeggen zij, omdat hij in tegenstelling met zijn voorgangers geen “China hand” is, geen China-specialist, geen sinoloog, geen Chinees kent, en ook geen ambtenaar is, maar een politicus. Tot op zekere hoogte zullen ze daar wel gelijk in hebben. Maar de afgelopen paar jaar is, mede door de initiatieven van Patten en de verontwaardigde reakties die daarop uit Peking kwamen, duidelijker geworden dat die old China hands zo bang waren de Chinese leiding te misnoegen, dat ze veel meer voor Peking werkten dan voor Hongkong.

In de geheime diplomatie over de teruggave van de kroonkolonie is het woord “demokratie” niet gevallen, en de bevolking van Hongkong werd er niet in gekend. Dat Londen dus schuld heeft aan de huidige konfliktsituatie staat als een paal boven water. Tot het bloedbad in 1989 Hongkong wakker schudde, beheerde Groot-Brittannië het gebied met de arrogantie en het paternalisme van de echte koloniale mogendheid. Als Chris Patten daarna, net als Martin Lee aan “een papieren muur” is gaan werken die de mensen in Hongkong moest beschermen tegen het geweld van maoïstisch China (“Het beschermt niet echt, ” zei Lee, “Peking kan er doorheen wandelen, maar het moet dan wel beslissen om dat te doen. “), is dat omdat Londen daar tevoren niets aan gedaan had. Londen, dat eerst een kontrakt tekende waarbij de kolonie terug naar kommunistisch China zou gaan en dat daarna weigerde haar inwoners een geldig Brits paspoort te geven.

APOLITIEK.

Dat verkleint de verantwoordelijkheid van Peking niet. Als de Chinese leiding beloofde de verkiezingen te annuleren, de Legco te ontbinden (en wat ze met Martin Lee gaat doen, daar geeft een pas gestemde anti-subversiewet ze alle vrijheid in), wil dat zeggen dat ze dat zeker ook zal doen. De vraag is dan waarom ze dat zo belangrijk vindt. Het antwoord is waarschijnlijk dat Peking zelf even erg als Londen geloofd heeft in de myte van de apolitieke Hongkongers, die alleen in geld geïnteresseerd zouden zijn. Peking had beloofd dat Hongkong, volgens het principe van “een land, twee systemen”, zijn kapitalistische eigenheid zou mogen behouden, en een vérreikende staat van autonomie zou hebben. Een abstrakte formulering, die de oude mannen in Peking waarschijnlijk te goeder trouw ondertekenden. Maar na 1989 zijn een aantal faktoren veel konkreter geworden. De inhoud van het koncept demokratie is voor de Chinese bureaukratie veel bedreigender geworden sinds duidelijk werd dat het bij de Chinese bevolking aanslaat.

De kapitalistische eigenheid van Hongkong, die van de kolonie “de kip met de gouden eieren” maakte, die niet geslacht mocht worden, blijft weliswaar een oogverblindende rijkdom produceren, maar met de snelle ontwikkeling van de Chinese kapitalistische en gemengde ekonomie in Shanghai, in Kanton en in andere grote steden, wordt die elk jaar minder onmisbaar. En de hoop op snelle politieke hervormingen in de volksrepubliek, die er tien jaar geleden waarschijnlijk wel was, is zo goed als verdwenen, zeker in het perspektief van 1997. Voor Peking, op het einde van het Deng Xiaoping-tijdperk, is de eigen centrale macht in het rijk veel essentiëler dan al dan niet rottige reputaties in het buitenland, dat toch niet reageert. De rest kan verrekend worden in termen van geld en gezichtsverlies.

De Chinezen in Hongkong hebben met hun verkiezingen nu laten weten dat zij de zaken anders zien en dat Peking met z’n huidige politieke koers moeilijkheden tegemoet gaat in z’n beloofde nieuwe aanwinst. Voor minder dan moeilijkheden kunnen ze hun nieuwe demokratie toch niet inleveren ?

Sus van Elzen

Hongkong stond tot voor kort voor kapitaal en onmondigheid.

Martin Lee, de grote winnaar in het parlement.

Kwomintangvlaggen domineren Rennie’s Mill.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content