Honger als investering

© Vincent Mundy, REUTERS

Investeerders zien in de wereldwijde graancrisis mogelijkheden tot speculatie. Ze drijven de prijzen op en vergroten de hongersnood in arme landen.

Twaalf dagen na het begin van de Russische aanval op Oekraïne hadden de vermogensadviseurs van de Amerikaanse bank JPMorgan Chase al een beleggingstip voor wie wilde profiteren van de crisis: koop landbouwfondsen, zo kun je je ‘indekken tegen inflatie’. Begin maart werd duidelijk dat de graanaanvoer problematisch zou worden en schoten de prijzen de hoogte in. De Britse Daily Mail kopte in zijn financiële bijlage: ‘Is graan een goudmijn?’

De oorlog in Oekraïne veroorzaakte een ‘heropleving’ van de financiële markten. Volgens marktstudies vloeide alleen al in de eerste week van maart wereldwijd 4,5 miljard dollar naar fondsen die handelen in landbouwgrond- stoffen. Dat is in normale tijden de instroom van een hele maand. ‘Er wordt ingezet op prijsstijgingen, en dus speculeert men op honger’, zegt Olivier De Schutter, voormalige VN-rapporteur voor het recht op voedsel. Hij zag al eerder dat speculatie de prijzen opdrijft en tot hongersnood leidt. Tijdens de voedselcrisis van 2008-2009 braken in meer dan 40 landen hongerrellen uit. Twee jaar later gaven broodrevoltes in Noord-Afrika de aanzet tot de Arabische lente.

Anonieme managers van Deutsche Bank geven toe dat speculanten de grondstoffenprijzen ‘systematisch’ kunnen opdrijven.

Met de oorlog komt de gruwel van wereldwijde voedseltekorten terug. Rusland en Oekraïne zijn goed voor bijna 30 procent van de wereldwijde tarwe-export. Veel Afrikaanse landen kunnen zich nu al nauwelijks de nodige invoer veroorloven. Egypte moest half april 490 dollar per ton betalen voor tarwe, 44 procent meer dan in februari.

Speculatie

Dat is niet alleen het gevolg van oorlog en schaarste, maar ook van speculatie, zo blijkt uit onderzoek van Lighthouse Reports. Dat Nederlandse onderzoeksnetwerk bestudeerde Teucrium Wheat Fund en Invesco DB Agriculture Fund, twee van de grootste landbouwfondsen. In 2021 investeerden beleggers 197 miljoen dollar in deze twee fondsen. In de eerste vier maanden van 2022 schoot dat bedrag omhoog tot 1,2 miljard dollar. Samen bezitten de twee fondsen nu contracten die meer dan de helft van het Britse tarweverbruik zouden dekken. Zulke futures of termijntransacties bestaan al langer. De koper stemt in om een grondstof tegen een bepaalde prijs en op een bepaalde datum te leveren. Dat moet de producent beschermen tegen prijsschommelingen en geeft dealers de kans om te profiteren van stijgende prijzen.

Het probleem is dat sinds de deregulering van de financiële markten tot 80 procent van alle aandelenposities naar speculanten is gegaan. ‘Excessieve speculatie heeft de grondstoffenmarkten losgekoppeld van de basisgegevens van vraag en aanbod’, vindt Michael Greenberger, voormalige hoofdadviseur van de Amerikaanse Commodity Exchange Commission. Uiteraard zien fondsbeheerders dat anders. Investeringsstromen, aldus Teucrium, stimuleerden de productie en ‘leidden uiteindelijk tot een betrouwbaarder aanbod van grondstoffen’.

Ook de wetenschap is niet eensgezind. Nobelprijswinnaar economie Paul Krugman noemde in 2018 de kritiek ‘speculatieve onzin’. Futures hebben volgens hem geen invloed op de prijzen. Maar intussen staat hij wellicht alleen met zijn mening.

De oorlogsprijzen hebben al een concreet effect op de situatie van de landbouwers. Amerikaanse boeren hebben hun zomergraan via futures op de beurs aangeboden maar vonden geen kopers, meldt nieuwsagentschap Reuters. Veel handelaren vreesden blijkbaar zelf voor de oververhitte prijzen. Speculanten handelen vaak alleen nog met speculanten, meent het Centrum voor Ontwikkelingsonderzoek van de Universiteit van Bonn. Dat drijft de prijzen kunstmatig op.

‘Ongevaarlijk’

In 2011 al viel de consumentenorganisatie Foodwatch de bankwereld aan in het rapport The Hunger Makers. Deutsche Bank ging vervolgens met ngo’s om de tafel zitten, maar dat leverde weinig op, herinnert een deelnemer zich. Een van de directeuren gaf een uiteenzetting over de regels van de markteconomie en deed speculatie af als ongevaarlijk. Maar managers van de bank gaven later – anoniem – toe dat speculanten de grondstoffenprijzen ‘systematisch’ kunnen opdrijven.

Volgens Deutsche Bank is het marktaandeel van landbouwgrondstoffen intussen tot onder de 0,1 procent gedaald. Maar Lighthouse zegt dat de bank niet echt tot inkeer is gekomen, samen met andere financiële instellingen werden regels over positielimieten keer op keer aange- vochten. En in de VS heeft de bankenlobby zelfs met succes geprocedeerd tegen geplande regelgeving.

Banken moeten aan banden gelegd worden, vindt De Schutter. Er moeten strengere handelslimieten komen en financiële transacties in de landbouw zouden in crisistijden opgeschort moeten worden. Grote handelsgroepen zoals ADM, Bunge of Cargill, die zelf lang speculatieve investeringen hebben gedaan, zouden hun voorraden bekend moeten maken om meer transparantie te creëren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content