Duitsland speelt onder Gerhard Schröder een steeds nadrukkelijker rol in Oost-Europa. Ook als afzetmarkt neemt het belang van de regio toe.

Helmut Kohl, de vroegere Duitse bondskanselier, wilde de advocaat van de kleine landen zijn. Van Nederland, Denemarken en Oost-Europa. Hij hield er zijn goede naam aan over. Kohls opvolger, de sociaal-democraat Gerhard Schröder, zelf ooit advocaat, ziet zich in de eerste plaats als de belangenbehartiger van Rusland. Dat is niet slechts een accentverschuiving. Het betekent een stijlbreuk.

Het duurde lang voordat Schröders ploeg nieuwe contacten had gelegd met het Russische parlement, het leger en de oppositie. Er heeft zich een frisse kijk op de relatie tot de buren in het oosten uitgekristalliseerd. Dat biedt Schröder, die de directe aanpak prefereert, zijn kans.

Tot voor kort had de kanselier weinig tijd voor Oost-Europa. Hij werd volledig in beslag genomen door het voorzitterschap van de Europese Unie, en door de oorlogshandelingen in Kosovo. Sinds hij eind juni bij de eurotop in Keulen zijn internationale debuut met succes afrondde, concentreert Schröder zich op de binnenlandse politiek.

Nog moet hij in eigen gelederen het verzet tegen zijn sociaal-economische moderniseringskoers zien te breken. Tegelijkertijd werken zijn naaste medewerkers aan een samenhangend concept voor het oosten van Europa. Dit raakt aan de buitenlandse politiek, de militaire strategie en het cultuurbeleid. Dat de relatie tot Moskou voor Schröder centraal staat, bleek ook al toen hij zijn uiterste best deed de Russen bij de Kosovo-onderhandelingen te betrekken.

De eerste reizen naar de regio zijn alweer voorbij. Schröder heeft Moskou gezien en Boris Jeltsin de hand geschud. Hij was in de Oekraïne waar ze met Duitse kredieten nieuwe kerncentrales willen bouwen. Maar vooral in Kosovo liet Schröder sporen achter. Onlangs bezocht hij het geteisterde land waar 8500 Duitse soldaten actief meehelpen de vrede te garanderen. Schröder wil een leidende rol hebben bij de wederopbouw van Kosovo. Met veel aplomb detacheerde hij zijn rechterhand Bodo Hombach in Brussel om de stabilisering en de wederopbouw van de Balkan te coördineren.

Die gang van zaken is een voorbeeld van klassieke economische belangenbehartiging. Hombach weet weinig van de Balkan. Maar het Duitse bedrijfsleven, waar hij – “Balkan Bodo” – uit voortkomt, staat te popelen om in Kosovo actief te worden. Volgens de Kamers van Koophandel hebben vierhonderd Duitse ondernemingen belangstelling getoond. Anders dan in Bosnië, willen zij zich deze keer niet de kaas van het brood laten eten. Terwijl Duitsland 28 procent van de kosten voor de wederopbouw van Bosnië betaalt, kon het Duitse bedrijfsleven slechts 6 procent van de opdrachten in de wacht slepen.

Het realisme ten aanzien van het Oosten houdt niet op bij de grenzen van ex-Joegoslavië. Onlangs bezocht de minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, Turkije. Hij hekelde de mensenrechtenpolitiek, maar bood een perspectief voor toetreding tot de Europese Unie – de regering-Kohl legde de grens bij de oude scheidslijn tussen de christelijke en de orthodoxe wereld. Intussen schrapte minister Michael Naumann van Cultuur miljoenen marken subsidie die Kohl aan de conservatieve Vertriebenenverbände verstrekte. In deze organisaties zijn de aanvankelijk twaalf miljoen Duitsers verenigd die na de Tweede Wereldoorlog uit de vroegere Duitse gebieden zoals Tsjechië, werden verdreven.

DUITSLAND IS NORMAAL GEWORDEN

Het zijn incidenten. Bij elkaar geven ze een beeld van de nieuwe richting. Duidelijker dan voorheen, wordt gezegd waar het op staat. Luidruchtiger wordt de Duitse rol gedefinieerd, ruimhartig ondersteund door de Duitse pers. Vijftig jaar nadat Hitler er huis hield, speelt de Bondsrepubliek een sleutelrol in de internationale ordening van het Oosten. Eindelijk wordt de relatie met landen als Tsjechië en Polen van oude ressentimenten ontdaan. Het werd tijd: op de drempel van de volgende eeuw is Duitsland normaal geworden.

Vanzelfsprekend gaat het stapvoets. Een diep ingrijpende koerswijziging zal onder Schröder niet plaatsvinden. Daarvoor benadrukt zijn partij, de SPD, te zeer de continuïteit van de buitenlandse politiek.

Ook de sociaal-democraten (en de groenen) bekennen zich tot een beleid dat niet langer is gebaseerd op pacifistische retoriek. Al klinkt in sommige opmerkingen van Schröder reeds het begin van lichte overmoed door, de betrekkingen met Washington mogen absoluut niet worden geschaad, en de band met Frankrijk moet begripvol worden gehandhaafd. Uiteraard dienen Centraal-Europese landen als Polen, Tsjechië en Hongarije te worden opgenomen in de EU.

Niet zo snel als Kohl dat wilde, maar met hetzelfde doel: versterking van de stabiliteit in het hart van het continent. Natuurlijk gaat het om eigenbelang: sinds 1990 ligt het herenigde Duitsland midden in Europa.

Toen hij afgelopen herfst aantrad, was het wennen voor Schröder. De Amerikanen zagen hem niet staan. De Fransen trokken hem bij de eurotop in Berlijn over de tafel door niet slechts op landbouwgebied voet bij stuk te houden. Maar nu de stad Berlijn deze zomer tot het centrum van de Duitse politiek muteert, hebben ook de manschappen van Schröder het stadium van volwassenheid bereikt. Het studentikoze is eraf. Terwijl de belangstelling voor het Oosten toeneemt, dreigt de aandacht voor de kleine landjes in het Westen te verslappen.

Zoiets gaat vanzelf. Vanuit Bonn was je in minder dan twee uur in Brussel en binnen drie uur bij de Nederlandse kust. Berlijn heeft iets van een rommelige Slavische stad en is geen typische Duitse metropool. Toch is juist Berlijn een excellente logeplaats om de ontwikkelingen in Oost-Europa te bestuderen. Voor 1945 lag Berlijn midden in het Duitse Rijk. Nu loopt de Poolse grens 75 kilometer ten oosten van de stad.

Begrijpelijk dat de relatie met Polen belangrijker wordt. Na Frankrijk is dit het grootste buurland. Begin september bezoekt Schröder de Poolse republiek. Met een export naar Duitsland van 421 miljard Belgische frank in 1997, bekleedt Polen na Spanje de tiende plaats van belangrijke handelspartners; Tsjechië, de eerstvolgende Oost-Europese partner, kwam op de dertiende plaats met een export naar Duitsland van 329 miljard frank. Duitsland is de grootste buitenlandse investeerder in Polen, de Bayerische Hypo- und Vereinsbank staat bovenaan. Sinds 1990 heeft deze bank ruim 29 miljard frank in Polen geïnvesteerd.

EXPORTEREN NAAR DE ACHTERTUIN

De lijn die zich in de politiek aftekent, manifesteerde zich op economisch terrein eerder. Na de Wende van 1989 die een einde maakte aan het socialistische experiment in de DDR, dook het West-Duitse bedrijfsleven in het gat dat door de ineenstorting van de failliete Oost-Duitse economie was ontstaan. Dat liep niet altijd goed af. Ondanks de liberalisering in Centraal-Europa, zijn de eerste teleurgestelde West-Duitse investeerders teruggekeerd uit Rusland, de Oekraïne en Slovakije.

De risico’s blijven groot. Als gevolg van de Russische crisis is de Duitse export naar Rusland in het eerste kwartaal van dit jaar met 58,6 procent teruggelopen naar 22 miljard frank. De laatste jaren was zij razendsnel gestegen. In totaal is de Duitse export naar het Oosten in de eerste drie maanden van dit jaar met 13,6 procent gedaald. Meer dan 2000 Duitse bedrijven bevinden zich in de problemen. Maar de tendens van de handel op het Oosten is de afgelopen jaren stijgend. Nog steeds kunnen Duitse bedrijven in het westen van Europa disproportioneel meer verdienen. Ter vergelijking: de export naar Frankrijk, de onbetwiste nummer 1, bedroeg in 1998 ruim 2104 miljard frank, die naar de nummer 5 (Nederland) 1208 miljard.

Dit neemt niet weg dat de Duitse drang naar het Oosten blijft bestaan. Dat heeft met de geschiedenis te maken. Eeuwenlang, tot 1945, hoorde Centraal-Europa tot de Duitse economische invloedssfeer. Het was de kolossale achtertuin van het Duitse Rijk. Nog hapert de Duitse economie met tegenvallende groeicijfers van rond de 1,5 procent in 1999. Maar zodra het economisch herstel doorzet, zal ook de export naar het Oosten aantrekken. De contacten zijn geïntensiveerd. Elke ondernemer weet dat bij de handel op Oost-Europa volharding gevraagd is, gezien de gebrekkige juridische structuren.

Misschien is het om die reden dat de zieltogende Duitse bouwsector in Kosovo aan de bak denkt te komen. De wetgeving zal daar onder het toeziend oog van het Westen tot stand komen. Nu is geen exacte opgave van de schade bekend, maar tot het eind van het jaar stelt de Europese Unie 12,8 miljard frank ter beschikking voor acute noodhulp, en op de EU-begroting voor 2000 is meer dan een 18 miljard frank voor Kosovo gereserveerd. 73 miljard komt uit internationale fondsen. Het meeste gaat naar de wederopbouw van huizen en de aanleg van wegen en fabrieken. Gefundenes Fressen voor Duitse ondernemers.

Vijftig jaar lang stelde Duitsland zich terughoudend op. In weerwil van zijn kolossale omvang was Helmut Kohl de verpersoonlijking van de Duitse nederigheid. Gerhard Schröder, die in 1943 werd geboren, wenst niet elke dag met de trauma’s van het verleden te worden geconfronteerd. In Berlijn wil hij een zelfbewuster Duitsland presenteren. Schröder schaamt zich niet voor de directe Duitse belangenbehartiging.

Onverbloemd opent hij tijdens zijn bezoeken deuren voor Duitse investeerders. Niet slechts in Rusland, Polen, Tsjechië of op de Balkan; ook in Azië of Amerika. Hij opereert als algemeen directeur van de BV Duitsland. Dat is niet abnormaal. Andere Europese landen komen al jarenlang voor hun belangen op.

Copyright Knack/Elsevier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content