Eén Belg op twee overlijdt aan een aandoening van het hart of de bloedvaten. Moeten wij ons daar maar bij neerleggen ? Helemaal niet. Wij kunnen het risico fors reduceren.

Beginnen wij met het goede nieuws : hoewel de cardiovasculaire aandoeningen (ziekten van hart en bloedvaten) een groot probleem vormen, is er toch beterschap in zicht. Zo dalen de aantallen in de Verenigde Staten en dat zou volgens wetenschappers te maken hebben met een betere voorlichting van het grote publiek. In eigen land daalde het sterftecijfer door hartkwalen tussen 1970 en 1980 met 20 tot 25 %. Spijtig genoeg is dat echter een geringere daling dan in andere landen.

“Twintig jaar geleden waren wij helemaal van geen tel. Wanneer wij het over preventie hadden, werd er amper naar ons geluisterd, ” herinnert Jean-Pierre Willaert zich. Willaert is sedert 22 jaar algemeen direkteur van de Belgische Cardiologische Liga. “Wij hebben ons daar niet door laten ontmoedigen en zijn voortgegaan met het verspreiden van informatie en het uitdelen van voorlichtingsbrochures. Momenteel twijfelt niemand nog aan het nut van onze akties. Onze preventiecampagnes beginnen vrucht af te werpen. Maar onze opdracht is niet makkelijk omdat wij nooit een rechtstreeks resultaat zien. Toch hebben wij mogen konstateren dat de sterfte door cardiovasculaire aandoeningen zich heeft gestabilizeerd en zelfs begint te dalen. En dat zijn toch bemoedigende resultaten. Maar het is niet voldoende dat men de risicofaktoren kent, men moet ook bereid zijn er iets aan te doen. Neem nu het tabakverbruik : iedereen beseft nu wel dat roken niet gezond is, maar toch zijn er nog heel wat mensen die het niet kunnen laten. “

Sommige faktoren bevorderen en/of verergeren het optreden van cardiovasculaire aandoeningen. Dat zijn wat men de risico-faktoren noemt. Aan leeftijd, geslacht en erfelijkheid kunnen wij weinig veranderen. Maar andere faktoren, zoals het cholesterolgehalte, de bloeddruk, het gebruik van tabak, overgewicht en het gebrek aan beweging kunnen wij wel beïnvloeden. Elk van deze faktoren verhoogt de kans op een cardiovasculaire aandoening. Erger wordt het als wij enkele faktoren kombineren (bijvoorbeeld : “Ik rook, heb een te hoog cholesterolgehalte in mijn bloed én een te hoge bloeddruk. “) is het totale risico groter dan de som van de risico’s afzonderlijk.

WAAR WIJ NIET ONDERUIT KUNNEN

– Onze leeftijd : hoe ouder wij worden, hoe groter de kans op een cardiovasculaire aandoening.

– Ons geslacht : mannen zijn nu eenmaal gevoeliger voor problemen met hart en bloedvaten dan vrouwen. Tenminste tot de menopauze. Dankzij het vrouwelijke hormonale stelsel (en meer specifiek het hogere oestrogeengehalte) beschikken vrouwen over een natuurlijk beschermingssysteem. Indien zij na de menopauze echter geen extra hormonen krijgen toegediend, verkleint dit voordeel.

– Erfelijkheid : als één van de ouders aan een cardiovasculaire aandoening lijdt, is de kans groot dat de kinderen ooit met hetzelfde probleem gekonfronteerd worden. De oorzaak ligt in onze genen. Sommige genen zijn verantwoordelijk voor een natuurlijke aanleg voor een hoge bloeddruk of een hoog cholesterolgehalte. Ook overgewicht en suikerziekte zijn ten dele erfelijk te verklaren.

CHOLESTEROL

Atherosclerose is de belangrijkste oorzaak van cardiovasculaire aandoeningen. Het gaat hier om vetafzettingen op de aderwanden waardoor de aders vernauwen en uiteindelijk afgesloten kunnen geraken. Deze vetafzettingen worden veroorzaakt door een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Het spreekt voor zich dat dit een belangrijke risicofaktor is.

En toch mogen wij cholesterol niet met alle zonden van Israël beladen. Cholesterol is onmisbaar voor de opbouw van cellen en bij de hormoonproduktie. Twee derden van de cholesterol wordt aangemaakt in ons lichaam, één derde komt uit onze voeding en meer in het bijzonder uit voedingsstoffen van dierlijke oorsprong.

Cholesterol wordt in ons bloed vervoerd door de lipoproteïnen. Daarbij maken wij een onderscheid op basis van de densiteit : zo zijn er lipoproteïnen met een lage densiteit (Low Density Lipoproteins of LDL’s) en met een hoge densiteit (High Density Lipoproteins of HDL’s). Als er te veel LDL’s in het bloed zijn, zetten zij zich – met de cholesterol die zij met zich mee voeren – af op de aderwanden en veroorzaken zo cardio-vasculaire aandoeningen.

Een hoog gehalte aan HDL’s is gunstig terwijl een hoog gehalte aan LDL’s, waar het gaat om het risico op aandoeningen aan hart en bloedvaten, nadelig is. Vandaar dat er bij HDL’s gesproken wordt over ‘goede cholesterol’ en bij LDL’s over ‘slechte cholesterol’. Het doel mag niet alleen zijn om het totale cholesterolgehalte in het bloed te verminderen maar om de verhouding tussen ‘goede’ en ‘slechte’ cholesterol te verbeteren.

Sedert enkele jaren analyzeren epidemiologen nauwgezet onze voedingsgewoonten. Zij kwamen tot de konklusie dat onze dagelijkse voedselinname ongeveer 450 mg cholesterol bevat terwijl ons lichaam al aan 300 mg genoeg heeft.

Volgens de Belgian Lipid Club (*) blijft ons cholesterolgehalte best onder de 200 mg per deciliter bloed. Een matige hypercholesterolemie (een teveel aan cholesterol) bevindt zich tussen 200 en 240 mg/dl. Boven de 240 mg/dl kunnen wij ondubbelzinnig van een te hoog cholesterolgehalte spreken. Ideaal zou zijn dat het LDL-cholesterolgehalte onder 130 mg/dl blijft. Een HDL-cholesterolgehalte boven 60 mg/dl zou zelfs een beschermend effekt hebben.

“Deze cijfers lijken op het eerste zicht misschien wat utopisch, ” stelt de Belgian Lipid Club. “Maar als wij het te grote aantal cardiovasculaire aandoeningen in ons land willen terugdringen, moeten wij toch naar deze waarden streven. “

Let wel : deze cijfers zijn enkel indikatief. We mogen ze dus niet geïsoleerd gaan interpreteren. Een cholesterolgehalte van 240 mg/dl. in het bloed heeft bijvoorbeeld een andere betekenis naargelang van de bloeddruk, het feit of men al dan niet rookt, enz. Het is het geheel van al deze gegevens dat het globale risico van één bepaalde persoon bepaalt.

Ongeveer 25 % van de Belgische bevolking tussen 25 en 34 jaar kampt met een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. In de leeftijdskategorie tussen 65 en 74 jaar stijgt dit cijfer tot 50 % voor de mannen en zelfs 75 % voor de vrouwen.

“Het cholesterolgehalte is in heel België te hoog, ” signaleert Dr. Daubresse, geneesheer-internist in Charleroi en voorzitter van de Belgian Lipid Club. “Maar vooral Wallonië is er slecht aan toe. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek van bloedstalen en voeding. Het hoge Waalse cholesterolgehalte in het bloed heeft vooral te maken met de slechte voedingsgewoonten in dat deel van het land. “

Het Monica-onderzoek (zie ook blz. 12-13) bevestigt de markante verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. De lijders aan hypocholesterolemie wonen eerder in Charleroi dan in Gent. En dat geldt trouwens ook voor de mensen met overgewicht. Dat heeft alles te maken met onze voedingsgewoonten. Zo ligt het boterverbruik – om louter kulturele redenen – in Wallonië veel hoger dan in Vlaanderen. En de Vlamingen eten nu eenmaal meer vis dan de Walen. “

“Cardiovasculaire aandoeningen vormen inderdaad de eerste doodsoorzaak in het industrieel bekken rond Charleroi, ” vervolgt Dr. Daubresse. “Maar vergeten wij niet dat dit in de hele geïndustrializeerde wereld het geval is. En daar spelen een hele reeks voedingsgewoonten en socio-ekonomische faktoren in mee. Vergeet ook niet dat de regio rond Charleroi met hoge werkloosheid te kampen heeft, en dat vertaalt zich in een hoog gebruik van alkohol en tabak. Een stad als Manchester is er trouwens even slecht aan toe als Charleroi. “

HOGE BLOEDDRUK

Bij iedere samentrekking stuwt het hart een bepaald volume bloed door de aders. Dat gaat met een zekere druk gepaard. Eigenlijk kan je de bloeddruk in de aders op twee manieren meten : bij de samentrekking van het hart en wanneer de hartspier zich opnieuw ontspant. Dit heet respektievelijk de systolische en de diastolische druk ; beiden worden uitgedrukt in centimeter kwik. Uiteraard is de systolische druk groter dan de diastolische. Wanneer een dokter uw bloeddruk meet, zal hij dus steeds twee cijfers opgeven.

Wij spreken van een hoge bloeddruk of hypertensie als de systolische druk boven 14 centimeter (of 140 ml) kwik uitstijgt en de diastolische druk boven 9 centimeter (of 90 ml) kwik (14/9 cm Hg of 140/90 ml Hg). “Van een echte drempelwaarde waarboven het risico fors stijgt is er echter geen sprake, ” benadrukt de Belgian Lipid Club. “De risico-toename verloopt immers vrij geleidelijk. “

Het risico dat een hoge bloeddruk met zich meebrengt hangt af van het feit of al dan niet andere risicofaktoren in het spel zijn, zoals een te hoog cholesterolgehalte, roken, enz. Ieder mens vormt een geheel, en het is uit dat geheel dat men het risico afleidt, eerder dan uit afzonderlijke cijfers.

Een te hoge bloeddruk verhoogt de kans op een cardiovasculaire aandoening. Het hart moet immers een grotere krachtinspanning leveren om het bloed rond te pompen. En dus kan de hartspier uitgeput raken. Hoe hoger trouwens de bloeddruk, hoe groter het risico. Een hoge bloeddruk – zelfs als de patiënt er geen last van heeft – verhoogt ook nog eens de kans op arteriosclerose (zie ook blz. 16) of verergert deze aandoening. Er is een samenhang tussen een te hoge bloeddruk en het risico op een vasculair-cerebraal accident : hoe hoger de bloeddruk, hoe hoger het risico op een hersenbloeding en infarct.

Maar hoe kan je je bloeddruk laten dalen ? Allereerst door minder gezouten te eten en verder door overgewicht tegen te gaan en door niet meer dan twee eenheden alkohol per dag te drinken. En nu het goede nieuws : koffie, ook de grotere hoeveelheden die wij in dit land gebruiken, is van alle blaam gezuiverd, zo beweren de cardiologen nu.

Als een verandering in onze voedingsgewoonten niet volstaat of als het risico vanaf het begin te groot is, is een medikamenteuze behandeling van de hypertensie en de hypercholesterolemie toch aangewezen.

TABAK

Tabak is een gezworen vijand van de cardiologen. Want het gebruik van tabak (en het maakt geen verschil of het nu gaat om een sigaret met of zonder filter, een sigaar of zelfs een pijp) verhoogt het risico op cardio-vasculaire aandoeningen. Leeftijd of geslacht spelen hierbij geen enkele rol. Of toch ? Vrouwen die tabak en anti-konceptiepillen kombineren, lopen een viermaal hoger risico op een infarct.

Uw hart en uw sigaret zullen het dus nooit goed met elkaar vinden. Nicotine heeft een schadelijke uitwerking op het cardiovasculair systeem. Tabaksrook bevat daarenboven ook koolstofoxyde (CO), waardoor er minder zuurstof voor het hart beschikbaar is. Sommige bestanddelen van tabak kunnen arteriosclerose bevorderen evenals krampen in de kransslagaders die het hart van bloed voorzien. In het totaal is tabak verantwoordelijk voor 25 % van alle infarcten. Denken wij er trouwens even aan dat er in de ontwikkelde landen jaarlijks een 2 miljoen overlijdens te wijten zijn aan het tabaksgebruik.

OVERGEWICHT

Eigenlijk weegt iedere Belg vijf kilo te veel. En dat is te wijten aan een gebrek aan lichaamsbeweging en aan onze slechte voedingsgewoonten die ervoor zorgen dat wij een teveel aan kalorieën binnenkrijgen. Indien iemand uitsluitend aan overgewicht lijdt, is er eigenlijk niets ernstigs aan de hand. Maar hebben wij nog enkele andere slechte gewoonten, dan stijgen de reeds aanwezige kansen op cardiovasculaire aandoeningen vrij sterk. Overgewicht kan tevens suikerziekte, een hoge bloeddruk en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed in de hand werken.

Wie Bourgondische feestmalen verteert zonder een grammetje bij te komen, moet nog niet te vlug juichen : ook magere mensen kunnen suikerziekte, kanker of een te hoog cholesterolgehalte krijgen. Om gezond te blijven komt het er dus op aan een evenwichtige voeding te kiezen.

Om uit te rekenen of uw extra kilootjes gewoon een vorm van overgewicht zijn of dat het eerder om een ziekelijke vorm van zwaarlijvigheid gaat (obesitas), bestaan er heel wat formules. Cardiologen gebruiken meestal de Index van Quetelet, waarbij het gewicht funktie is van de lichaamsmassa of ‘Body Mass Index’ (B.M.I.). B.M.I. = gewicht in kilo / het kwadraat van de lichaamslengte in meter.

Met een B.M.I. tussen 20 en 25 zit u op een ‘gezond’ gewicht. Indien uw B.M.I. zich tussen de 25 en de 30 situeert, hebt u toch wel enkele kilo’s te veel. Vanaf een B.M.I. boven de 30 kunnen wij van zwaarlijvigheid spreken. Een voorbeeld : een vrouw met een lengte van 1,62m en een gewicht van 69kg heeft een B.M.I. van 26,3 wat op een licht overgewicht wijst.

GEBREK AAN BEWEGING

Dat lichaamsbeweging een beschermend effekt heeft ten opzichte van cardiovasculaire aandoeningen is al langer bekend. In 1953 voerde een zekere Norris al een studie uit onder de werknemers van de Londense busdiensten. Hieruit bleek dat de ontvangers minder hartaanvallen hadden dan de bestuurders. Logisch, want de ontvanger is de hele dag in beweging.

Tegenwoordig worden beroepen waarbij veel fysiek zwaar werk te pas komt relatief zeldzaam. Om het gebrek aan beweging dat daaruit voortvloeit te kompenseren, kunnen wij sporten. Maar 60 tot 70 % van de volwassenen doet nooit aan sport. En dat is spijtig, want wie fietst of wandelt, rookt minder, elimineert vetten, vermindert zijn bloeddruk… En doordat de hartspier versterkt wordt, verbetert ook het rendement van het hart.

Opdat het hart er iets aan zou hebben is een energieverbruik van 2.200 kilocalorieën per week nodig. Dat komt overeen met 3 uur joggen per week, of 1 u15 wandelen per dag. Maar het lijkt erop dat de beste resultaten bereikt worden door mensen die 3 tot 4 maal per week 30 tot 45 minuten sporten.

Opgepast : te veel sporten is nu ook weer niet nodig. Sporadisch korte en hevige krachtinspaningen leveren kan al even schadelijk zijn als te veel stilzitten… En wie na tien jaar inaktiviteit eindelijk opnieuw loopschoenen aantrekt, kan dat best onder medische begeleiding doen. Het komt er op aan om de konditie geleidelijk op te bouwen, zonder buitenaardse krachtinspanningen te doen. De grenzen van ons lichaam moeten we respekteren.

Loopt men kans op een hartinfarct tijdens het sporten ? Ja, het zou immers best kunnen dat u een hartaandoening hebt zonder het te weten. Toch vertonen de meeste van de mensen in dat geval tijdens of na het sporten symptomen die toch een belletje zouden moeten doen rinkelen. Die signalen kunnen duidelijk zijn, zoals pijn in de borststreek, of eerder vaag, zoals een moeilijke spijsvertering, abnormale vermoeidheid en hevig transpireren. Maar in ieder geval is een bezoekje aan de huisarts dan géén overbodige luxe.

Kent u trouwens uw hartslag ? Er bestaan immers waarden die u beter niet overschrijdt :

HIER KOMT DE TABEL

STRESS

Stress is een geduchte vijand die het hart niet spaart. Reeds op het einde van de jaren vijftig voerden twee Amerikaanse cardiologen een onderzoek uit naar gedragingen die te maken zouden kunnen hebben met cardio-vasculaire aandoeningen. Ze definieerden twee type-mensen in hun onderzoek. Type A hield van kompetitie, was vlug geïrriteerd en hyperaktief. Type B daarentegen nam het leven wat makkelijker op en maakte zich niet te veel zorgen. Zoals te verwachten waren de mensen uit kategorie A vaker het slachtoffer van een hartinfarct. Nu moeten wij niet veralgemenen (iedereen is trouwens én een beetje A en een beetje B), maar het is wel duidelijk dat mensen van het A-type best nu en dan eens op de rem gaan staan.

Geen tabak, een matig gebruik van alkohol, een beperkte cholesterol-opname, meer lichaamsbeweging… “Deze raadgevingen opvolgen betekent voor veel mensen een drastische verandering van gewoonten die ze soms al in hun kinderjaren hebben aangenomen en die diep verankerd zitten in hun persoonlijke, familiale en kulturele leven. ” Dat beseft de Belgian Lipid Club ook wel. “En dus kunnen wij verwachten dat onze adviezen niet steeds op gejuich worden ontvangen. Maar dan is het de taak van de huisarts om hier verder op in te gaan. Tenslotte staat hij het dichtst bij de mensen wanneer het om hun gezondheid gaat. “

Michele Rager

(*) De Belgian Lipid Club is een vereniging van Belgische geneesheren-specialisten die problemen in verband met lipiden bestuderen. De BLC rekruteert zijn leden in alle Belgische universiteiten en in de grote hospitalen.

Alle hartillustraties in dit Cahier Gezondheid zijn overgenomen uit het boek Le Coeur, van Dr N. Boyadjian (Uitg. Esco, 1980), een cardioloog die een prachtige verzameling ‘harten’ heeft aangelegd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content