Hoe narcistisch bent u?
Door Facebook, Instagram en Twitter zijn we narcistischer dan ooit. Tenminste, dat beweren de cultuurpessimisten. Maar volgens experts Martin Appelo, Peter Adriaenssens en Mark Kinet zijn mishandeling en overmatig gepamper door de ouders de belangrijkste oorzaken van problematisch narcisme. ‘Er zijn te veel ouders die hun eigen kind heilig verklaren en alle schuld bij anderen leggen. Zo kweek je ettertjes.’
Een van dé boeksensaties van de afgelopen maanden was Gewoon Joy. Niet vanwege de literaire kwaliteiten – het boekje van Thuis-actrice Joy Anna Thielemans werd in zowat elk medium met de grond gelijkgemaakt – maar net door het tekort daaraan. De recensent van P-magazine omschreef het als ‘vederlicht, zelfverheerlijkend geneuzel van een twentysomething met een milde zonneslag en anderhalve Roomer onder de leden’.
Zelfverheerlijking: het hoge woord is eruit. Joy Anna tovert in haar boek een ‘eerlijk’ beeld van zichzelf tevoorschijn aan de hand van selfies, lijstjes van alle straten waar ze ooit woonde tot alle series met een G in de titel die ze goed vindt, en vragen aan vrienden, zoals ‘Wanneer zou je mij willen zijn?’. Ikke, ikke, ikke in het kwadraat. En de perfecte illustratie van onze ‘narcistische maatschappij’, aldus de publieke opinie. Al kan Joy Anna nog veel leren van beroemde voorbeelden in het buitenland. Topvoetballer Cristiano Ronaldo opende een museum over zichzelf: ‘Ik wilde een plaats waar fans mijn trofeeën kunnen bewonderen.’ En de fans van mode-icoon Karl Lagerfeld kunnen hem voortaan altijd bewonderen, want hij bracht een barbiepop op de markt, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. En nu verkrijgbaar in een beperkte editie, 200 euro per stuk.
Maar ook gewone stervelingen kunnen hun narcistische trekjes vandaag volop botvieren. Dankzij Facebook en andere sociale media, uiteraard. Eigenlijk was zelfs die hele Ice Bucket Challenge, waarbij degene die wordt uitgedaagd, geacht wordt een emmer ijswater over zijn hoofd te gieten dan wel een donatie te doen ten voordele van ALS-patiënten, een – vermomde – manier om aan de buitenwereld te tonen hoe stoer en menslievend we wel zijn. Narcisme cultiveren kan ook dankzij een hele industrie die druipt van de personencultus. Flesjes cola of potten choco met onze naam erop, gepersonaliseerde handtassen, schoenen en verzorgingsproducten. Zelfs romans waarin we zelf de hoofdrol spelen, zijn tegenwoordig te koop. Daar hebt u niet eens de literaire talenten van Joy Anna voor nodig. Uw naam wordt gewoon gecopy-pastet in de tekst.
‘Narcisme wordt enorm aangemoedigd in onze samenleving’, zegt psychiater Dirk De Wachter, bekend van de bestseller Borderline Times. ‘Het wordt zelfs bijna de norm. Denk maar aan cursussen om zelfverzekerd te worden en krachtige uitspraken te doen, om je te manifesteren binnen je bedrijf. We leven in erg competitieve tijden met winnaars en verliezers: wie stil in een hoekje zit, strijkt geen bonus op. Om nog maar te zwijgen van het hyperindividualisme. We plaatsen voortdurend prachtige selfies op sociale media, die moeten bewijzen hoe gelukkig we zijn en hoe fantastisch ons leven is. Nochtans werkt dat niet. We moeten weer leren om ongelukkig te zijn. En kwetsbaar. Door te tonen dat we ons soms vergissen en fouten maken, ontstaat er verbinding met andere mensen. Bij narcistisch gedrag zie je net het tegenovergestelde: de narcist laat zichzelf helemaal opzwellen, waardoor hij alle verbinding met anderen verliest.’
Destructief
Ook de Nederlandse psycholoog Martin Appelo liet zich vaak ‘opzwellen’. Hij is zelf een narcist en schreef daarover een boek, Een spiegel voor narcisten. Appelo zag verschillende relaties op de klippen lopen, maar pas toen hij vader werd (‘Ik werd heel boos toen de baby begon te huilen’) en later in het ziekenhuis belandde (‘Zelfs mijn lichaam hield het niet met mij uit’) begon hij te beseffen dat er een probleem was. ‘Als ik toegeef aan mijn narcistische trekken, werkt dat enorm destructief, onder meer op mijn relaties. Helaas is het een deel van mezelf dat ik niet zomaar kan wissen. Maar ik heb dat gedrag wel leren controleren, omdat ik geen volledig solobestaan wil leiden. En ik heb ook kinderen, die heel belangrijk voor me zijn.’
Appelo zocht professionele hulp. ‘Zo ben ik tot de juiste medicatie gekomen. Ik heb van nature een tekort aan serotonine, waardoor de amygdala in mijn hersenen (een zenuwcircuit dat een centrale rol speelt bij de verwerking van emoties, vooral angst, nvdr.) superactief is. Daardoor krijg ik voortdurend het signaal dat ik in de aanval moet gaan. Ik heb alles geprobeerd, tot meditatie toe, om mijn lichaam tot rust te krijgen. Met die medicijnen lukt dat nu eindelijk.’
Al heeft narcisme ook bepaalde voordelen volgens de Nederlander. ‘Ik ben op dit moment al aan mijn achttiende boek bezig, en dat lukt alleen door een ijzeren discipline en veel creativiteit. Bovendien durf ik te zeggen wat anderen alleen denken. Onlangs gaf ik een TED-lezing over narcisme en nadien kreeg ik veel complimenten omdat ik mezelf zo kwetsbaar durfde op te stellen. Maar zo voelt het voor mij niet: het interesseert me gewoon totaal niet wat anderen van me denken. Dat is een voordeel, maar het werkt ook slopend.’
Want echt narcisme is een stoornis, weet Appelo. ‘Mensen durven dat weleens te vergeten, omdat het een soort modeterm is geworden. Iedereen heeft het altijd maar over Facebook en selfies, maar dat heeft allemaal niets met narcisme te maken. Echte narcisten maken geen selfies, want daar voelen ze zich te goed voor. Ze willen dat anderen foto’s maken van hén. De uiterlijke kenmerken van narcisme nemen inderdaad toe in onze samenleving. We pronken graag met onszelf: kijk eens hoe mooi en leuk ik ben! Maar dat zijn gewoon spelletjes, apen doen precies hetzelfde.’
Bij narcisme daarentegen speelt veel meer. ‘Mijn narcisme is ontstaan door een combinatie van factoren: naast dat natuurlijke tekort aan serotonine groeide ik op in een omgeving waar heel weinig plaats was voor emoties en liefde. Daardoor ontstond er bij mij een soort basiswantrouwen in andere mensen. Ik leerde alleen nog mezelf vertrouwen, en in relaties liet ik ook alles rond mezelf draaien. Mijn omgeving vond dat natuurlijk niet fijn: zij wilden graag wederkerigheid in een relatie. Als ik met zulke verwijten werd geconfronteerd, stootte ik de mensen rondom me af, waardoor dat basiswantrouwen nog groeide. Gelukkig heb ik met de jaren – en dankzij de medicatie – geleerd om dat gedrag te controleren. Maar je kunt niet onderschatten hoe destructief narcisme is voor relaties. Er zijn heel wat mensen die daar enorm onder lijden.’
His Majesty the Baby
Bij Appelo is het narcisme ontstaan in zijn kindertijd. Of beter: het narcisme is hem nooit helemaal ontgroeid. Elke ouder moet het met schade en schande ontdekken: baby’s en jonge kinderen zijn van nature impulsief, egoïstisch en veeleisend. Het blijft altijd even schrikken, wanneer uw peuter voor het eerst een leeftijdsgenootje een welgemikte mep verkoopt. Of er eens stevig zijn tanden in zet. Eigenlijk zijn het narcisten pur sang. Sigmund Freud was de eerste die daarop wees. Zoals bekend, keek de vader van de psychoanalyse niet op een Griekse mythe meer of minder. Een ongezonde relatie tussen ouder en kind? Daarvoor haalde hij Oedipus en Elektra van onder het stof. Een ziekelijke eigenliefde? Precies zoals in de mythe van Narcissus. De knappe jongeman zag zijn eigen beeld weerspiegeld in een heilige vijver en werd er op slag op verliefd. Maar omdat zijn liefde geen gehoor kreeg, en zelfs vertroebelde als hij dichterbij kwam, stierf hij uiteindelijk van verdriet.
En die eigenliefde begint dus sneller dan we zouden vermoeden. Freud had het over ‘primair’ narcisme. ‘In onze eerste levensfase worden we voortdurend op onze wenken bediend’, legt psychiater Mark Kinet uit. ‘Ouders, grootouders, tantes en ooms zijn het er allemaal over eens: hun baby is de allermooiste en allerliefste ter wereld. His Majesty the Baby, zoals Freud het verwoordde. Baby’s wanen zich almachtig en zijn nog niet in staat tot empathie. Ze hebben wel relaties met anderen, in de eerste plaats met hun ouders, maar ze gebruiken die enkel. Ze maken voortdurend aanspraak op beloning en verzorging, zonder daarvoor ooit iets terug te doen. Integendeel, als er iets tegenzit en ze gefrustreerd raken, zoeken ze de oorzaak altijd buiten zichzelf.’
En dan verkopen ze die ‘oorzaak van het kwaad’ dus een mep. Of beginnen ze heel luid te tieren. De meeste kinderen ontgroeien zulk primair narcisme vanzelf, meestal als ze tussen de drie en de zes jaar oud zijn. ‘Hoe ouder een kind wordt, hoe minder het zijn zin krijgt’, legt Mark Kinet uit. ‘Dat veroorzaakt aanvankelijk frustratie en boosheid, maar met vallen en opstaan slagen we er uiteindelijk toch in om de bittere pil te slikken: dat we niet buitengewoon zijn, maar gewoon gewoon. De gebruikende liefde evolueert dan stilaan in meer empathische richting. Maar dat gaat niet vanzelf. Ouders spelen daarbij een belangrijke rol, door te falen en zo het kind te frustreren. Als ze te goede ouders zijn, blijft hun kind zichzelf in het middelpunt van het universum plaatsen. Ze moeten dus goed genoeg zijn en hun kind af en toe op zijn plaats zetten.’
Massa’s kleine Einsteins
Volgens kinderpsychiater Peter Adriaenssens is Freuds visie enigszins verouderd. ‘Narcisme heeft bij hem een erg negatieve connotatie. Toch speelt het ook een heel belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Doordat jonge kinderen ervan overtuigd zijn dat ze een soort superman zijn, durven ze te experimenteren en risico’s te nemen. Alleen wie gelooft dat hij kan fietsen, zal het ook effectief proberen. Het is ook volkomen normaal dat een kind uit het eerste leerjaar ervan overtuigd is dat het een succesvol profvoetballer of prima ballerina zal worden. Maar als de ouders aan de zijlijn daar ook van overtuigd zijn, is er iets mis. En dat lijkt me toch een teken van deze tijd. Als je naar bepaalde ouders luistert, lijkt het alsof er in ons land massa’s kleine Einsteins rondlopen. Dan moet er rond de leeftijd van twaalf jaar toch een ongelofelijke braindrain plaatsvinden, want in onze scholen zie je ze niet meer.’
Al wil Adriaenssens zeker niet alle schuld bij de ouders leggen. ‘Zij staan zelf ook onder druk van een bepaalde tijdgeest. Het lijkt erop dat enkel mensen met een groot ego kans maken op een succesvolle toekomst. En dus applaudisseren ze luid voor elk talentje van hun kind, in de hoop dat het zo een eerbare plaats zal krijgen in de samenleving. Want ze stellen vast dat wie braaf en volgzaam is, vaak opzijgeschoven wordt.’
‘Je kind aanmoedigen om op het familiefeest een gedicht voor te dragen: prima. Daarna ook nog applaudisseren: niets mis mee. Maar ga nu niet beweren dat je kind de nieuwe Hugo Claus is’, zucht Adriaenssens. ‘Heel wat ouders missen vandaag realiteitszin. Ze hebben maar een of twee kinderen en kunnen dus niet weten of hun kind uitzonderlijk slim of creatief is. Ze hebben geen referentiepunt. Daarom is het beter om naar de leerkracht van je kind te luisteren: als die zegt dat je kind hoogbegaafd is, valt daarover na te denken. Hij heeft er twintig in de klas, dus heeft hij wel recht van spreken.’
Maar dat is nog zo’n probleem van de moderne tijd: de goede raad van leraren en andere buitenstaanders wordt te vaak in de wind geslagen. Zeker als die niet zo positief is. ‘Er zijn te veel ouders die hun eigen kind heilig verklaren en alle schuld bij anderen leggen’, zegt Adriaenssens. ‘Zo kweek je ettertjes. Onlangs hoorde ik nog over een vechtpartij tussen tieners aan een dancing. De politie belde hun ouders op en kreeg meteen de volle laag: “Mogen die zich niet gewoon amuseren, moeten jullie dat altijd verknoeien?” Dat is een vorm van verwennerij, maar eigenlijk ook pedagogische kindermishandeling, want je geeft kinderen een totaal onrealistisch zelf- en wereldbeeld.’ Ook eenvoudige frustraties en zorgen moet je als ouder op de juiste manier aanpakken. ‘Stel dat je kind thuiskomt van school met slecht nieuws: het heeft niet de hoofdrol in het schooltoneel. Ga dat vooral niet opblazen. Ik kan begrijpen dat veel ouders hun kind graag op het podium zien schitteren, maar zo zit het leven niet in elkaar. En ook voor veel kinderen is het even slikken. Maar als ouder hoef je niet voortdurend met een emotionele EHBO-kit klaar te staan. Zeg gewoon dat je het fijn vindt dat je kind wil en mag meespelen. Bij latere tegenslagen zal het vaak terugdenken aan die boodschap. Maar als je bij zo’n tegenslag zegt dat je kind inderdaad heel boos mag zijn, want het is niet eerlijk dat Marieke altijd de hoofdrol krijgt omdat haar moeder in het oudercomité zit, dan draagt je kind dat ook mee. Een gezonde dosis realiteitszin is een uitstekend middel tegen narcisme.’
Temperament
Ook de vorming van empathie is deels een taak voor de ouders, zegt Adriaenssens. ‘Jonge kinderen zijn heel vaak té. Té luidruchtig, té stil, té enthousiast, té dramatisch, té impulsief. Dat komt omdat zij hun emoties nog niet verfijnd kunnen bedienen. Als ouder moet je voortdurend aan de knoppen draaien. Als een vierjarige een ander kind ziet met een leuk stuk speelgoed, geeft hij die soms impulsief een harde duw. Ouders moeten dan temperen en zeggen dat zoiets niet kan. Helaas geven ze soms ook een heel verwarrende boodschap: je mag niet op je zusje slaan, maar op school mag je je ook niet laten doen, bijvoorbeeld. Of ze zijn zelfs fier op agressief gedrag: “Helemaal het temperament van de papa!” Tja, zo bevorder je natuurlijk geen empathie.’
Al mag de slinger ook niet doorslaan naar de andere kant. ‘Onlangs hoorde ik nog over twee kleuters van vijf die ruzie hadden. De ene trapte de andere tussen de benen. Tot grote afschuw van de ouders van het slachtoffer: ze deden alsof hun kind aangerand was! Agressief gedrag hoort nu eenmaal bij het leertraject van kinderen. Als ouder moet je daar rustig op reageren. Praten, zelfs filosoferen met kinderen, dat is ontzettend belangrijk. Als je een slechte dag hebt, omdat er bijvoorbeeld iemand ontslagen is op het werk, kun je dat ook gewoon vertellen. Terwijl ouders er soms liever snel komaf mee maken: “Laat me met rust!”‘
Bij de meeste kinderen komt het gelukkig goed: problematisch narcisme komt voor bij slechts een tot vier procent van de adolescenten en volwassenen. ‘Bij jongeren zou het zelfbeeld toch genormaliseerd moeten zijn tegen de leeftijd van dertien jaar. Pas vanaf zestien jaar kunnen we echt van een stoornis spreken’, zegt Adriaenssens. Maar meestal volgt er pas een behandeling als narcisme gepaard gaat met problematisch gedrag. ‘Bijvoorbeeld wanneer jongeren zomaar mensen beginnen uit te schelden voor het vuil van de straat, of geweld plegen. Narcisme behandelen is niet evident – het vergt zelfinzicht, en dat is bij narcisten net het probleem – maar het kan wel. Jongeren kunnen bijvoorbeeld worden opgenomen in een leefgroep waar ze niet langer worden verwend en leren omgaan met de realiteit.’ Bij de meeste jongeren met problematisch narcisme ziet Adriaenssens twee oorzaken. ‘Ofwel zijn ze mishandeld, waardoor ze niemand meer vertrouwen, behalve zichzelf. Ofwel is er dus dat overmatige gepamper van hun omgeving, wat eigenlijk ook een (subtiele) vorm van mishandeling is.’
Relatiestoornis
Problematisch of agressief gedrag: het is één reden om als narcist hulp te zoeken. Maar ook aanhoudende klachten van (ex-)partners kunnen de spreekwoordelijke druppel zijn. Ervaringsdeskundige Martin Appelo weet hoe destructief narcisme is voor een relatie.
‘Er is één ding waar veel narcisten met de jaren erg goed in worden: verhuizen. Want vaak zijn relaties niet houdbaar. Ik beschouw narcisme dan ook eerder als een relatiestoornis. Niet zozeer voor wie eraan lijdt, maar wel voor wie ermee moet omgaan. Partners van narcisten krijgen meestal te weinig aandacht en ook het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn. Toen ik zelf aan mijn zoveelste boek bezig was en mijn partner kwam klagen dat ik te veel werkte, snauwde ik haar toe dat ze beter zelf iets nuttigs zou gaan doen. Er zijn veel mensen – vooral vrouwen – die zich totaal wegcijferen in hun relatie met een narcist. Ze laten zich misbruiken. En dat is iets wat ik, als narcist, heel moeilijk kan begrijpen. Je moet altijd een zekere balans tussen de twee partners kunnen behouden. Anders zoek je beter hulp.’
Narcisme is niet enkel slopend voor een relatie, ook op het werk wordt er vaak geklaagd over zelfingenomen, egocentrische bazen of collega’s. Ook daar leerde Appelo zijn gedrag intomen. ‘Op dit moment werk ik in een kliniek, waar ik supervisie geef aan psychologen. Omdat een aantal zaken fout liepen, schreef ik daarover een brief aan mijn leidinggevenden. Zij waren not amused. Als ik zou toegeven aan mijn narcistische trekken, zou ik hoog spel beginnen te spelen. De inspectie erbij halen, bijvoorbeeld. Dat zou ik zelfs met plezier doen. Maar voor de sfeer zou het niet echt bevorderlijk zijn. Dus tracht ik het nu vriendschappelijk op te lossen.’
Samenleven of -werken met een narcist is niet gemakkelijk. Toch mogen we hen niet afserveren als een stelletje slechte of minderwaardige mensen, vindt psychiater Dirk De Wachter. ‘Het is moeilijk om sympathie te tonen voor zulke extreme ego’s, maar we mogen niet vergeten dat zij bijna altijd trauma’s hebben. Zelf opzwellen en anderen vernederen is voor hen de enige manier om te overleven.’
Als overleven tenminste lukt. Want bij narcisten is er ook een verhoogd risico op zelfdoding, vult Mark Kinet aan. ‘Ze sloven zich vaak uit om voortdurend applaus te oogsten, maar vroeg of laat gaan ze daar emotioneel aan kapot. Want ze kampen bijna altijd met een grote innerlijke leegte. Daardoor zoeken ze vaak hun toevlucht tot alcohol en drugs, om in een soort almachtige roes te belanden. Maar als dat allemaal niet meer lukt, kunnen ze ook kiezen voor een soms spectaculaire vorm van zelfdoding. Tot het einde willen ze zelf heer en meester blijven over hun eigen leven.’
DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK
‘Als je naar sommige ouders luistert, lijkt het alsof er in ons land massa’s kleine Einsteins rondlopen.’
Narcisme is niet enkel slopend voor een relatie, ook op het werk wordt er vaak geklaagd over zelfingenomen, egocentrische bazen of collega’s.