Wat ze niet begrijpen, is dat de CD&V als een winnaar van de Vlaamse verkiezingen wordt bestempeld. ‘Dé winnaar is N-VA. Of beter gezegd: Bart De Wever.’ Socioloog Koen Abtsen politiek filosoof Stefan Rummens over het succes van N-VA: ‘Soms flirten ze met vanuit democratisch oogpunt problematische zaken.’

‘De Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) is de onmiskenbare overwinnaar van de Vlaamse verkiezingen’, zegt Stefan Rummens, docent politieke theorie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en ook deeltijds aan de K.U.Leuven. ‘Maar waaróm ze gewonnen heeft, is een complex verhaal’, vult Koen Abts (K.U.Leuven) aan. Hij zit in de eindfase van zijn proefschrift over onbehagen en populisme, onder de hoede van professor Marc Swyngedouw. ‘Sinds de jaren zeventig, met het wegvallen van de verzuiling, voelen veel mensen zich in de steek gelaten door de politiek. De grenzen tussen links en rechts verdwenen met de paarse regeringen. En dan staat iemand als Bart De Wever (N-VA) op en die zegt: “Wij gaan voor de Vlaamse identiteit.” Zelfs de economische crisis is volgens hem geen probleem: “Afrit Vlaanderen – Uitrit crisis” luidde de slogan van N-VA. Dat biedt voor veel mensen een perspectief.’

Bij de Vlaamse verkiezingen zegevierde deze keer niet zozeer de antipolitiek?

StefanRummens: En daarmee vormt Vlaanderen een uitzondering binnen Europa, want overal waar gestemd moest worden voor het Europees Parlement, zegevierde die antipolitiek: er werd gestemd tegen Europa, tegen de gevestigde partijen, voor one-issuepartijen met een zeer uitgesproken boodschap. Vlaanderen stemde deze keer positiever. Wie kon standhouden? In Vlaanderen de CD&V en in Wallonië de PS. Merkwaardig toch. Velen dachten dat er een einde was gekomen aan de verzuiling, maar die blijkt nog door te werken, want de CD&V en de PS zijn de partijen die net traditioneel het meest verzuild waren en nog zijn. Yves Leterme (CD&V) had al verteld hoe zijn partij zeer bewust opnieuw aanwezig probeerde te zijn in het verenigingsleven en het middenveld. Blijkbaar met resultaat.

De CD&V wordt met 23 procent van de stemmen door velen als een winnaar van de recente verkiezingen beschouwd, maar is dat wel zo?

KoenAbts: De CD&V speelde het handig door op verkiezingszondag zichzelf al vroeg in de avond als overwinnaar uit te roepen. Dat werd door alle media overgenomen. Op dat moment werd de perceptie van winnaar al gecreëerd. Toch is het niet zo: de CD&V valt op een procentpunt na terug tot op het niveau van 1999, en toen werd die uitslag geïnterpreteerd als een nederlaag. Bij de verkiezingen in 2004 behaalde de partij in kartel met N-VA 26 procent, maar wat stelde de N-VA toen voor? Niet zo veel, want ze had het verkorven bij de Vlaams-nationalisten omdat ze de handen in elkaar had geslagen met de CD&V, die in hun ogen altijd op essentiële momenten in de staatshervorming afhaakte. Het is dan ook zeer twijfelachtig dat het N-VA in 2004 veel stemmen aanbracht. Nee, als de CD&V al als winnaar bestempeld wordt, komt dat door het grote verlies van de andere traditionele partijen, de SP.A en de Open VLD.

Lijst De Dedecker (LDD) ging van niets naar 8 procent, maar wordt toch als een verliezer gezien.

Rummens: De LDD is een duidelijke winnaar van deze verkiezingen, maar haar score lag onder de verwachtingen. Dat is ook nieuw bij deze verkiezingen: vroeger waren peilingen een klankbord voor de kiezers vóór de verkiezingen, nu werden ze zelfs een referentie na de verkiezingen: met de uitslag van de peilingen wordt nu verlies of winst gedefinieerd. De LDD bleek dus verlies te lijden omdat ze lager scoorde dan de peilingen, het werd een overwinningsverlies. En de SP.A was een winnaar omdat ze beter scoorde dan de peilingen, terwijl de Vlaamse socialisten wel 4 procentpunt achteruitgingen in vergelijking met 2004. Een verliesoverwinning. Dat is toch een uiterst vreemde manier om tegen verkiezingsuitslagen aan te kijken.

De grootste winnaar is N-VA, dat 13 procent behaalde. Hoe valt dat succes te verklaren?

Abts: Die zege dankt de N-VA aan verscheidene factoren. Natuurlijk profileerde de N-VA zich als een identiteitspartij: ze ging voor de erkenning en waardering van het Vlaamse volk. Ze kon zich ook makkelijker zo profileren na het uiteenspatten van het kartel. De Franstaligen waren voor de N-VA de boeman: zij brengen te weinig respect op voor de Vlamingen. In de Brusselse Rand zouden ze de rechten van de Vlamingen niet erkennen en aan de andere kant van de taalgrens hebben de Waalse politici geen oren naar de Vlaamse eisen. Maar je mag dat niet louter als een identiteitspolitiek zien, want het is tegelijkertijd een belangenpolitiek: de Vlaamse belangen werden onvoldoende verdedigd en de N-VA zou dat nu eens wel gaan doen.

En alles komt goed als Vlaanderen onafhankelijk is?

Rummens: Volgens de N-VA ligt de oplossing van alle problemen in een onafhankelijk Vlaanderen. Als Vlaanderen voor alles zelf verantwoordelijk is, zal alles beter gaan. Opvallend is dat een wereldwijde economische crisis door de N-VA eigenlijk werd afgeschilderd als een fait divers: een staatshervorming is ook daarop het antwoord, zoals hun slogan ‘Afrit Vlaanderen – Uitrit crisis’ zegt.

Zijn alle stemmen voor N-VA ook stemmen voor Vlaamse onafhankelijkheid?

Abts: Nee, dan ga je te kort door de bocht. In 2007, toen de communautaire crisis op haar hoogtepunt was, bleek uit een onderzoek van het Instituut voor So-ciaal en Politiek Onderzoek van de K.U.Leuven dat 9 procent van de Vlamingen voor een splitsing van België was en 45 procent voor meer autonomie en meer bevoegdheden voor de regio’s. Het zou me zeer verwonderen als vandaag veel meer dan 10 procent van de Vlamingen voor Vlaamse onafhankelijkheid zou zijn.

Wat zijn dan nog andere factoren waarom mensen voor N-VA hebben gestemd?

Abts: Er was een duidelijk De Wevereffect: 70 procent van alle N-VA-stemmen in de provincie Antwerpen was een naamstem voor Bart De Wever. Dat is gigantisch. Kris Peeters, bijvoorbeeld, kreeg net iets meer dan 50 procent van alle CD&V-stemmen in Antwerpen als naamstem. Andere kopstukken van N-VA haalden minder dan 10 procent naamstemmen, tot 40 procent voor N-VA Vlaams Parlementslid Jan Peumans. Het persoonlijke resultaat van Bart De Wever is dan ook hallucinant.

Wat verklaart het succes van Bart De Wever?

Abts: Hij hanteert een duidelijk, direct taalgebruik, waarbij hij zichzelf als oprecht, objectief en onpartijdig voordoet. In debatten zei hij steeds: we passen de verrottingsstrategie niet toe, België is gewoon rot. Of: we willen het land niet lamleggen, als het zo verder gaat komt het wel lam te liggen. Of: het is niet de staatshervorming die tot een impasse leidt, de impasse is juist het gevolg van het uitblijven van een staatshervorming. Hij slaagde erin om een aantal bestaande argumentaties om te keren. Daarbij plaatste hij zich steeds in de positie van degene die weet wat de echte problemen zijn en voedde hij de polarisatie: Vlamingen tegen-over Franstaligen. En de andere partijen? Die zien de problemen niet, of draaien het hoofd, zo beweert hij.

Daarbij hanteerde De Wever cynische humor en gaf hij blijk van zelfrelativering. Op die manier presenteerde hij zichzelf met succes als een outsider in de democratische politieke wereld. Daarmee sprak hij kiezers aan die zegden: ‘Wat heeft het voor zin dat ik ga stemmen, alle politici zijn toch hetzelfde…. Maar niet Bart De Wever.’ Je mag ook niet onderschatten hoeveel jongeren hij op die manier voor zich heeft kunnen winnen. Op Facebook telt de virtuele gemeenschap ‘De humor van Bart De Wever’ 47.000 leden. Dat is immens. Als hij heel wat jongeren kon overhalen om voor hem en de N-VA te stemmen, heeft dat waarschijnlijk niet zozeer te maken met grote ideologische verklaringen over Vlaanderen, maar wel met zijn cynisch-humoristische manier om aan politiek te doen.

N-VA profileerde zich ook als een ethisch conservatieve partij.

Abts: De Wever en de N-VA zijn trots op hun conservatisme. Het kan best dat de N-VA daarbij een bepaalde kiespopulatie aangesproken heeft. Een ander element nog is dat de N-VA-fractie in alle evalua-tierapporten die de kranten over Vlaams Parlementsleden publiceerden goed scoorde. Jan Peumans kwam daar steeds als een van de besten uit. Dat maakt je partij natuurlijk geloofwaardig en levert extra stemmen op.

Er is altijd gezegd dat er een potentieel was voor een democratische, conservatieve Vlaams-nationalistische partij in Vlaanderen als alternatief voor het Vlaams Belang. Heeft de N-VA dat nu bewezen?

Rummens: Ja, dat bleek nu voor het eerst en het is vooral de verdienste van De Wever. Hij gaf het Vlaams-nationalisme weer zelfvertrouwen en geloofwaardigheid. Het VB heeft daardoor harde klappen gekregen: de Vlaams-nationalisten konden voor het eerst een nuttige stem uitbrengen, namelijk bij de N-VA, terwijl de anti-establishmentstemmen van het VB naar Lijst Dedecker konden. Het enige wat het VB nog restte, was het anti-immigrantenthema en hun roep om law and order in de strijd tegen criminaliteit. Daarop hebben ze dan ook hard ingezet. Daarmee behalen ze toch nog steeds 15 procent en als dit ooit opnieuw belangrijke thema’s worden, kan het Vlaams Belang ook weer stemmen winnen.

Terwijl het VB de vreemdelingen met de vinger wees, deed de N-VA dat met de Franstaligen. Hanteren beide partijen dezelfde logica?

Rummens: Net als het VB verengt deN-VA alle maatschappelijke problemen tot problemen met een bevolkingsgroep. Vroeger had het VB daarop het monopolie: het was allemaal de schuld van de vreemdelingen. N-VA diaboliseert nu ook een tegenstander en dat is niet de immigrant, wel de Franstalige: zij gaan volgens de N-VA met een groot deel van onze koek lopen.

Die diabolisering van de Franstaligen gaat heel ver, en daarbij flirt N-VA soms met zaken die vanuit democratisch standpunt problematisch zijn. Neem de acties in Halle. De gemeenteraad had er beslist dat de Franstaligen geen Franstalige affiches mochten plakken op de gemeentelijke plakborden. Toen de Franstaligen dat toch wilden doen, werden ze tegengehouden door een gezamenlijke actie van het Taal Aktie Komitee (TAK), het VB Belang en deN-VA. Die stonden daar met een onkruidverdelgersproeier op hun rug om de Franstaligen te besproeien, zeg maar te verdelgen. Mark Demesmaeker, N-VA-lijsttrekker in Vlaams-Brabant, nam daar toen het woord maar hij distantieerde zich niet van die actie. Integendeel, hij claimde dat het ophangen van Franstalige affiches een gebrek aan respect was voor de Vlaamse cultuur, dat wie in Vlaanderen woont zich moet aanpassen aan de Vlaamse taal enzovoort. Dat toont een fundamenteel gebrek aan respect voor de tegenstander. Een week later bevestigde trouwens een rechtbank dat het verbod op Franstalige affiches een schending van het gelijkheidsbeginsel is.

En dat was zeker niet de enige keer dat N-VA met democratische waarden botste. Een ander voorbeeld: de meeste Vlaamse partijen zeggen nu dat ze de Vlaamse bevoegdheden maximaal zullen interpreteren. De N-VA heeft het echter over ‘buiten de lijntjes kleuren’, en dat gaat toch nog een stap verder. Wil de N-VA zich echt niet houden aan het legale kader? Laat ons zien wat de feiten brengen, maar als de partij doelbewust de juridische afspraken aan haar laars lapt, is dat in ieder geval niet respectvol tegenover de democratische rechtsstaat.

Na de verkiezingsoverwinning wenkt voor de N-VA een regeringsdeelname. Dreigt ze dan niet te veel compromissen te moeten sluiten, wat haar kiezers niet zullen smaken?

Rummens: De N-VA zit nu met een Egmontpactdilemma: in 1977 ondertekenden de meerderheidspartijen van de regering-Tindemans II een overeenkomst over een staatshervorming. Ook de Volksunie zette daaronder haar handtekening, en dat werd haar door een meerderheid van de Vlaamse nationalisten nooit vergeven. De N-VA scoorde met een duidelijk verhaal van ‘wij tegen de Walen’, maar als het gaat om deel te nemen aan de macht, is het moeilijker om dat ongenuanceerde verhaal vol te houden. Zal de N-VA nu in de Vlaamse regering gaan zitten? In welke mate kan ze dan haar harde eisen verwezenlijken? Hoe kan ze haar zuiverheid bewaren?

Abts: De N-VA kan wel een strategie toepassen die populisten vaak hanteren: ze stappen in de Vlaamse regering en kunnen nog altijd beweren dat de Belgische regering hen dwarsboomt bij het uitvoeren van hun plannen. Zo kunnen ze op Vlaams niveau hun zuiverheid bewaren. Want dat is het grote verschil tussen deN-VA vandaag en de Volksunie met het Egmontpact: de Volksunie zat toen in de federale regering, de N-VA heeft altijd geweigerd om in de federale regering te stappen, zelfs toen ze in het kartel zat met de CD&V. Dat was een zeer bewuste keuze: als de partij in de Belgische regering stapt, móét ze realiseren waar ze voor staat. Dan kunnen ze geen hogere regering meer als zondebok brandmerken.

Kan de N-VA nog groeien bij volgende verkiezingen?

Abts: Tja, wat is het potentieel van de N-VA? Daar kun je niets zinnigs over zeggen. Ze kunnen bij een volgende verkiezing nog meer stemmen behalen, want je weet nooit of de discussie over de staatshervorming nog escaleert.

Rummens: Wat wél zeker is: de N-VA moet de komende dagen en weken crucia-le beslissingen nemen. Meeregeren of niet? Na de verkiezingsoverwinning draagt ze een grote verantwoordelijkheid voor de toekomst van een democratische, conservatieve Vlaams-nationalistische partij.

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content