Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen kon het niet op: alles zou nieuw, jong en vrouwelijk worden, en dan kwam het wel in orde qua vertrouwen van de burger in de politiek. De CVP van Veurne hield woord. Ze heeft met de 28-jarige Jan Verfaillie de jongste burgemeester van het land en het is niet eens een broekje, want de man heeft al een mandaat achter de kiezen.
Maakt zo iemand nu alles nieuw? Twijfelen mag. Het TV1-programma Koppen was er enkele weken geleden getuige van hoe de jonge burgemeester ten stadhuize audiëntie verleende aan een stadsgenoot wiens huis zonevreemd bleek te zijn. Al dat gedoe met die zonevreemde woningen, zo loog Verfaillie, is de schuld van de huidige regering, die niet voor niets een ‘anti-CVP’-meerderheid is. Ha, vroeger, in andere, betere tijden, toen de CVP nog tot de meerderheid behoorde, was de burgemeester maar wat graag een woordje ten beste gaan doen om het probleem te arrangeren. Maar helaas, die goddelozen in Brussel lachen hem nu vierkant uit. Bijgevolg, zo besloot Verfaillie, moest de getroffen ingezetene maar proberen om zelf ‘een amendement’ voor mekaar te krijgen.
Er bestaat een term voor zo’n redeneertrant, voor dat cliëntelisme, voor die zure oppositiegeest. Die luidt: oude politieke cultuur.
De Nederlandse schrijver Harry Mulisch had dus gelijk toen hij beweerde dat een mens behalve een biologische ook nog een absolute leeftijd heeft. Is Verfaillie nog maar 28, in absolute termen is hij al ver voorbij de leeftijd waarop de mondige kiezer politici als hij naar het oudemannenhuis rolt. Om een andere schrijver, Charles Baudelaire, te parafraseren: die Verfaillie moet erg oud geboren zijn. Of hij heeft het toch jong geleerd.
In De Standaard ging de vroegoude jongeman vorige week op de ingeslagen weg verder. Nog altijd vervuld van een dor heimwee naar de tijd dat de CVP de almachtige bestuurspartij was, verviel hij opnieuw in negativistische oppositiepraat. Alles was de schuld van paars-groen, onder meer met haar ‘zeer linkse’ asielbeleid. Over de instroom aan asielzoekers meldde hij: ‘Ik ben geen racist maar het begint op dit ogenblik allemaal wat te ver te gaan.’
Komaan, zo’n snaak als hij loopt vast over van de energie. Dat hij alvast het goede voorbeeld geve en zich naar de grens spoede (die ligt niet zo ver van zijn stadhuis) om daar persoonlijk de drommen asielzoekers met zijn karwats terug te drijven.
Marc Reynebeau