De brute moord op de Jordaanse piloot Moaz Al-Kasasbeh heeft Jordanië verenigd in zijn haat voor de Islamitische Staat. ‘Het enige probleem dat we kunnen hebben, is dat de brandstof en de kogels opraken.’

Ze vernam het nieuws toen ze haar Facebook openklikte. ‘Moaz, rust in vrede’, stond er. Haar man, Moaz Al-Kasasbeh, was op 24 december in handen gevallen van de Islamitische Staat (IS) nadat hij met zijn F-16 was neergehaald tijdens een missie boven Syrië. Natuurlijk vreesde Anwaar Tarawneh dag en nacht voor zijn leven. Maar dat het zó zou eindigen?

Op 3 februari zette de IS een video online waarin Kasasbeh levend wordt verbrand in een kooi.

Met de brute moord hebben de extremisten het tegendeel bereikt van wat ze beoogden. In plaats van Jordanië uit de coalitie tegen de IS te jagen, is de strijdvaardigheid in het land groter dan ooit geworden. De regering, familie en de man op straat hebben wraak gezworen. Koning Abdallah sprak harde taal. Hij was op bezoek in de VS, een bondgenoot in de coalitie tegen de IS, toen de video plots de wereld rondging. Volgens een Amerikaans parlementslid zou de koning naar de film Unforgiven van Clint Eastwood hebben verwezen, met de woorden: ‘Het enige probleem dat we kunnen hebben, is dat de brandstof en de kogels opraken.’ De wraak liet niet lang op zich wachten.

Verdeeld land

Toen de koning vorige week woensdag in Jordanië landde, wachtten duizenden hem op het vliegveld op om hun steun te betuigen. Ook in de hoofdstad Amman waren er manifestaties. ‘De IS heeft ons bij elkaar gebracht’, vertelt Mohammed Abdel Ghani Zadyin, een van de betogers, ons.

Want aanvankelijk was Jordanië verdeeld over de strijd tegen de terroristen. Sommige parlementsleden hekelden dat hun land tegen andere moslims vocht – en dan nog samen met de Amerikanen. Toen het vliegtuig van Kasasbeh op 24 december uit de lucht werd geschoten, leidde dat tot woedende reacties, onder meer van de familie van de piloot, die tot de machtige Bararsheh-stam behoort. Zijn eigen familie vroeg zich op tv af wat hij in het Syrische luchtruim dééd. Naarmate de weken verstreken zonder nieuws over de piloot, nam de druk op de regering toe. Zozeer dat Jordanië onderhandelingen aanknoopte met de Islamitische Staat. De IS vroeg de vrijlating van de Iraakse Sajida Al-Rishawi, wier bommengordel in 2005 dienst had geweigerd bij een bomaanslag op drie hotels in Amman. In ruil voor haar zouden ze de extremisten Kasasbeh en de Japanse journalist Kenji Goto vrijlaten. Maar op 31 januari werd Goto onthoofd; drie dagen later kwam Kasasbeh gruwelijk aan zijn einde. Nog geen twaalf uur na zijn dood sloeg Jordanië terug. Rishawi werd opgehangen, samen met Ziyad Karbouli, die de aanslag in 2005 had beraamd.

De 27-jarige man die het land samenbracht, was een gelovige, beleefde jongen met een zwak voor koekjes, vertellen familieleden tijdens de rouwbijeenkomst in zijn geboortedorp ‘Ay, waar duizenden Jordaniërs de ouders kwamen condoleren. Ook het koningspaar bracht hen een bezoek, en beloofde hun zoon te wreken.

Zijn vader en moeder wilden niet eens dat hij piloot zou worden. Arts, dat moest hij worden. Hij had een beurs om in Moskou geneeskunde te studeren. Maar hij werd aangenomen voor de prestigieuze vliegacademie. ‘Hij was er zo trots op’, zegt zijn zus Alaa (17). ‘Hij downloadde programma’s over F-16’s op mijn computer. Hij leerde me er van alles over.’

Zijn weduwe Anwaar (25) verbijt de tranen wanneer ze ons over hem vertelt. Ze draagt een lange, met nepbont gevoerde jeansjas, en een hoofddoek met gekleurde strepen. Ze glimlacht even wanneer ze over hun trouwpartij vertelt, afgelopen juli. De witte jurk, de slideshow met kinderfoto’s die werd getoond, hun huwelijksreis naar Istanbul. Ze hadden al kindernamen bedacht: Karam voor een jongen, Leya voor een meisje. ‘De vijf maanden met Moaz waren beter dan de 25 jaar ervoor’, zegt ze.

Het hele land deelt haar verdriet, en noemt hem ‘onze zoon’. Op de radio wordt al een week over niets anders gesproken, en vorige vrijdag kwamen duizenden Jordaniërs in het centrum van Amman samen om hem te gedenken en tegen de IS te protesteren. Op hun posters met de afbeelding van de knappe luitenant staat: ‘Moaz, de echte martelaar.’

Jordanië heeft namelijk nog andere martelaren. In Zarqa, 30 kilometer benoorden Amman, verschenen de laatste jaren steeds vaker rouwtenten voor jonge mannen. Eerst voor gesneuvelden in Irak, en nu in Syrië. Ze vochten er aan de zijde van Jabhat Al-Nusra en de Islamitische Staat. Volgens de Londense denktank The International Centre for the Study of Radicalisation and Political Science vechten er 1500 Jordaniërs in beide landen. Twee weken geleden sneuvelde er nog een zoon van een Jordaans parlementslid in Syrië. Hij zou meegevochten hebben met Al-Nusra.

IS-gebied

We reizen door naar Zarqa. Abu Musab Al-Zarqawi, de oprichter van Al-Qaeda in Irak, koos de naam van de stad als zijn nom de guerre. Hier staat het islamitisch fundamentalisme bijzonder sterk. Op vrijdag had de regering een demonstratie tegen de IS gepland, maar die oproep werd niet opgevolgd. Drie jaar geleden demonstreerden hier 3000 mensen voor een strengere toepassing van de Koran. In juli 2014 verzamelde een grote groep salafisten, die een radicale interpretatie van de islam voorstaan, er rond de zwart-witte vlag van de IS. ‘Oh Baghdadi (de leider van de IS, nvdr.), u die terreur verspreidt in de harten van onze vijanden, werf mij als een martelaar’, klonk het toen door de luidsprekers.

Sommigen in Zarqa beschouwen vechten in Syrië als een plicht. ‘Het is een moslimland en we moeten het terugkrijgen’, zegt de lokale sjeik Salah Abdel Abu Rhaman. Bovendien maken de veiligheidsdiensten het salafisten onmogelijk om werk te vinden, zegt hij. Dan is vechten in Syrië een aantrekkelijk alternatief. ‘Waarom zou je je niet bij Al-Nusra of de IS aansluiten als je er geld en een fijn leven krijgt? In eigen land hebben we niets.’

Ahmed Al-Omari, een verkoper op de markt, was een aanhanger van de IS, geeft hij toe. ‘Ze vechten tegen de jezidi’s en de sjiieten’, zegt hij goedkeurend. ‘En de jihad is een religieuze plicht. Maar nu kan ik ze niet meer steunen. De vlammen die de IS gebruikte om Kasasbeh te vermoorden, waren “een wapen van God”.’

Dat is ook de boodschap die Jordaanse autoriteiten uitdragen. Salafistische ideologen die zich uitspreken tegen de IS worden vrijgelaten uit de gevangenis. Afgelopen donderdag mocht Abu Muhammad Al-Maqdisi, een spirituele leider van Al-Zarqawi, beschikken. Een dag later distantieerde hij zich in een tv-interview van de IS, en met name van de verbranding. Maar hij blijft de coalitie tegen de IS, waar ook Jordanië deel van uitmaakt, als ‘een kruistocht’ beschouwen.

De voorbije dagen hebben Jordaanse luchtaanvallen 56 doelwitten vernietigd, ongeveer 20 procent van de operationele capaciteit van de IS, meldde de Jordaanse luchtmacht zondag. Met het verhoogde aantal missies groeit het risico dat er zich een nieuw geval zoals Moaz Al-Kasasbeh voordoet.

‘Hij was nerveus, die laatste dag’, vertelt zijn weduwe, Anwaar. ‘Hij hoopte dat het mistig zou zijn, zodat hij niet zou hoeven te vliegen. Hij had het gevoel dat er iets mis zou gaan. De laatste keer dat we elkaar spraken, herinnerde hij me eraan dat ik moest bidden. Zelf had hij twee extra gebeden voor martelaars gedaan.’ Een paar uur later vloog hij de dood tegemoet.

DOOR FERNANDE VAN TETS IN AMMAN

De familie van de piloot was woedend. Wat deed hun zoon eigenlijk met een F-16 boven Syrië?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content