‘Het zou zo’n deugd doen om Washington in de ballen te trappen’

PROTESTBETOGING VAN CARRIER-WERKNEMERS: 'Onze kinderen hebben minder kansen dan wij hadden. De scholen zijn duurder, en de lonen lager. Dat is niet wat ons werd beloofd.' © Reuters

Miljoenen goedbetaalde banen in de VS zijn de afgelopen jaren naar het buitenland verdwenen. Knack trok naar Indianapolis en sprak er met misnoegde arbeiders: ‘Wij zijn collateral damage.’

‘Ik wil wel mijn verhaal doen,’ zegt Rob James, ‘maar ben je bestand tegen rook?’

We zitten in een te klein hok van het gebouw van de United Steelworkers, de vakbond bij Carrier Corporation, een bedrijf van verwarmingsinstallaties in Indianapolis. James is bandwerker en vakbondsafgevaardigde, en hij heeft sigaretten nodig om zich te kunnen concentreren. Hij vertelt in de uitgeblazen rook.

Hij was er niet bij, zegt hij, toen de directie van Carrier op 10 februari van dit jaar het verdict bekendmaakte. Het was een woensdag, aswoensdag. ‘Ik had een nachtshift achter de rug. Ik lag te maffen toen de sms’jes binnenliepen. Ik dacht: dit kan niet waar zijn, en ik sliep verder.’

Hij heeft, zoals miljoenen Amerikanen, een van de vele YouTubefilmpjes van de fatale vergadering gezien. De vakbond was om 10.03 uur op de hoogte gesteld, en luttele minuten later werd de ochtendploeg op een algemene vergadering ingelicht.

‘Het werd duidelijk’, verklaarde de voorzitter van de directie, Chris Nelson, tegenover de verbouwereerde ochtendploeg, ‘dat de beste manier om competitief te blijven en het bedrijf op lange termijn te beschermen erin bestaat de productie te verhuizen naar Monterrey, Mexico.’

‘Ik wil hieromtrent duidelijk zijn’, ging Nelson even later verder: ‘Dit is een strikt zakelijke beslissing en geen gevolg van de prestatie van deze fabriek of van iemand die er werkt.’ Het begin van de verhuizing zou in 2017 vallen, zei hij ook, tot dan zou de werkgelegenheid gewaarborgd zijn.

James werd even later uit bed gebeld door het hoofd van de plaatselijke vakbondscel. Hij kreeg hetzelfde verhaal te horen tijdens een nieuwe bijeenkomst, die de directie hield bij het begin van de avondshift.

‘Het kwam erop neer dat het bedrijf per jaar 65 miljoen dollar wilde besparen. We probeerden daarover nog te onderhandelen, maar het steeds terugkerende zinnetje van de directie was: “De doelpalen mogen niet bewegen.” Waarmee ze bedoelden dat welk akkoord er ook uit de bus komt, het eindresultaat een besparing van 65 miljoen dollar moet inhouden. Dat kon alleen als de 1400 werknemers hun loon zouden laten zakken tot plusminus het Mexicaanse niveau: 3 dollar per uur. Anders gezegd: de directie wilde niet onderhandelen, de verhuizing was definitief.’

Niet dat Carrier ooit verliesgevend is geweest. De fabriek in Indianapolis won prijzen voor productiviteit en kwaliteit. ‘We bouwen ruim 10.000 verwarmingselementen per dag. De laatste bekende jaarwinst bedroeg 58 miljoen dollar. Dat bedrag zal met de verhuizing naar Mexico verdubbelen. Ruim. De winst verdubbelt door mensen in Mexico uit te buiten – zo noem ik dat.’

De 1400 werknemers zullen vanaf april volgend jaar beginnen te vertrekken. Ze ontvangen één week opzeggingsloon per jaar dat ze bij Carrier gewerkt hebben, en blijven na hun ontslag nog zes maanden gedekt voor de ziekteverzekering. De staat voorziet in bijscholing.

James heeft er 18 jaar bij Carrier opzitten. ‘Ik had gedacht dat ik tot mijn pensioen bij Carrier zou werken. Ik verdien 60.000 dollar per jaar, overuren inbegrepen. Daar kun je de rekeningen mee betalen. Ik ben 57. Ik kan pas rond mijn 65e met pensioen. Welk bedrijf zal er in mij investeren? Ik zal doen wat ik kan, ik zal opleidingen bekijken, maar bedrijven als Carrier zijn ongeveer allemaal verdwenen uit de staat Indiana. Er komt hightech voor in de plaats. Maar hoeveel scholing ze mij ook geven, een hightechbedrijf zal mij niet aanwerven. Wat zal het dan wel worden? Een baan bij McDonald’s aan het minimumloon van 7,25 dollar per uur? Winkelkarretjes verzamelen bij de supermarkt? Dat houdt mijn werkmakkers bezig. Dat houdt mij bezig. Wij zijn snel op weg om vergane glorie te worden.’

Hij steekt een nieuwe sigaret op.

‘Het is alsof er een somberte over ons is gekomen. Ik houd me sterk voor mijn vrouw, en mijn vrouw houdt zich sterk voor mij. Maar we weten allebei dat we doen alsof.’

‘Ik heb het al bij al voor iemand zonder hoger diploma niet slecht gedaan. Mijn kinderen zijn de deur uit. Hun school is afbetaald. Mijn vrouw is ziek. Ze heeft een longziekte en hangt aan een zuurstoffles. Ze is gelukkig als invalide erkend zodat de overheid haar medische zorg gedeeltelijk terugbetaalt. Voor jongere collega’s is het niet zo simpel. Die moeten uitzoeken of hun kinderen nog wel kunnen studeren, of ze hun huis nog kunnen afbetalen.’

Tussen 2000 en 2010 zijn in de VS volgens officiële statistieken 5,6 miljoen industriebanen verloren gegaan. De industrie biedt in de VS nog maar 8 procent van de werkgelegenheid, tegen 24 procent in 1960. In absolute cijfers is het aantal industriebanen gedaald naar 12,3 miljoen.

De lokale vakbond steunde tijdens de voorverkiezingen de ‘democratische socialist’ Bernie Sanders, terwijl de overkoepelende nationale vakbond voor Hillary Clinton koos. Sanders kwam enkele keren aan de fabriek spreken.

Maar degene die het vaakst Carrier ter sprake bracht, was Donald Trump, die in zijn meetings aangaf hoe hij als president de Mexicaanse importen van het bedrijf zou belasten tot Carrier niet anders kon dan terugkeren naar Indianapolis.

Rob James zucht diep. ‘Dat is toch maar voor de show. Je weet wel, hij heeft het altijd over aircotoestellen die hij zal boycotten. Maar we maken helemaal geen aircotoestellen in Indianapolis: de aircofabriek van Carrier staat in Tennessee, en die verhuist vooralsnog niet naar Mexico. Hij roept dus op tot de boycot van een eenheid die nog in de VS produceert. In Indianapolis worden verwarmingseenheden gebouwd.’

‘Trump heeft gelijk dat NAFTA, het vrijhandelsakkoord tussen de VS, Canada en Mexico, ons gekraakt heeft. Je hoeft geen genie te zijn om te beseffen dat we niet kunnen concurreren met de 3 dollar per uur uit Mexico. Al degenen die beweerden dat we wél beter zouden worden van NAFTA – te beginnen met Bill Clinton – hebben ons wat wijsgemaakt. Van elk vrijhandelsakkoord zijn wij armer geworden. Je kunt het ook geen eerlijke handel noemen, want de Mexicanen worden er ook niet beter van. Maar ik geloof niet dat Donald Trump, een miljardair die al twintig jaar geen belastingen betaalt, degene is die NAFTA zal heronderhandelen.’

Hillary wel?

‘Evenmin. Ik zal op haar stemmen in de hoop dat zij zorgt voor een betere economie en voor meer banen. Maar het zullen banen zijn die voor mensen als ik, zonder diploma, minder lonen dan het werk bij Carrier.’

Zullen veel van zijn collega’s op Trump stemmen? Het is taboe om op de werkvloer over politiek en religie te praten, maar hij schat dat het er zeker enkele honderden zullen zijn. ‘Met Bernie hadden we een alternatief. Die is altijd tegen vrijhandelsakkoorden geweest. Argumenteren dat Hillary aan onze kant staat, is veel lastiger.’

In Indiana maakt het niet veel uit – het is een staat die hoe dan ook Republikeins stemt.

Loterij

Schuin tegenover de vestiging van Carrier ligt Sully’s Bar & Grill, waar Kim haar klanten bij naam kent, ook zij die telefonisch een dagschotel hebben besteld (steak met aardappelpuree en maïs voor 5 dollar).

Aan de bar wacht een man op gegrilde stukken kip, ‘de specialiteit van het huis’. Om de tijd te verdoen, koopt hij loterijbiljetten uit een automaat. Er staan emmertjes waarin klanten de biljetten die niets opleveren kunnen dumpen. De man dumpt snel. Zijn investering van 20 dollar levert hem 10 dollar op. ‘Je kunt maximaal 500 dollar winnen.’ Hij laat via zijn smartphone zien hoe zo’n winnend biljet eruitziet. Het is hem al enkele keren overkomen, zegt hij, maar hij weet ook wel dat hij uiteindelijk verliest.

Werkt hij bij Carrier? Hij knikt met een grimas. Hij is niet geneigd met de pers te praten, en al zeker niet met naam en toenaam. ‘Ik wil niet de zoveelste dikke boze witte man zijn die zijn beklag maakt.’

Kim mengt zich in het gesprek. ‘Vorige week kregen we politici over de vloer. Ik had hen bijna niet binnengelaten. Het is nog niet erg genoeg dat Carrier dichtgaat, nee, ze willen uit ons ongeluk nog stemmen puren ook.’

De man aan de bar, laten we hem Barry noemen, begint nu toch over Carrier te praten, zij het op voorwaarde dat het anoniem gebeurt. ‘Hoe oud schat je dat ik ben?’

Vijfenvijftig? Hij zou evengoed zeventig kunnen zijn.

‘Achtenvijftig. Ik zal zestig zijn als ik op straat sta. Ik ben niet klein, maar ik heb me nooit echt groot gevoeld. Ik ben even getrouwd geweest, kinderen, gescheiden. Ik legde de schuld een beetje bij Carrier. Het is verleidelijk om te veel te werken. Het bedrijf was vragende partij. En de overuren tikten aan. Maar op de duur spendeer je meer tijd met je werkmakkers dan met je echtgenote. In zekere zin was het ook aangenamer op het werk dan thuis, minder gecompliceerd. Enfin, het heeft niet lang geduurd. Ik was nooit iemand met veel zelfvertrouwen maar het werk hielp. Tot nu. Nu ben ik weer een kop kleiner dan ik was.’ Hij kijkt naar de metalen emmer waarin de waardeloze lotjes zijn verdwenen.

‘Ik zeg niet dat ik op Trump zal stemmen. Ik weet ook wel dat hij een blaaskaak is en dat hij niets zal realiseren van wat hij belooft. Maar het zou zo’n deugd doen om in de ballen van Washington te trappen. Ik ben niet gewelddadig, maar die schop zou me echt plezier doen.’ Barry ziet er niet vrolijk uit terwijl hij het zegt. ‘Ik zou willen dat al degenen die ons dit aangepraat hebben – de vrijhandel, de open grenzen – voor een moment zouden beseffen hoeveel pijn ze veroorzaakt hebben. Als dat het effect is van een verkiezing van Trump, dan is dat voor mij de moeite waard. Bill Clinton, de grote man van NAFTA: verdient miljoenen met toespraken. Hillary ook: schatrijk. En dan misprijst ze ons. Ze zegt dat we racisten zijn, een bende zielenpoten. Je kunt van Trump veel slechte dingen zeggen, en allemaal waar, maar hij misprijst ons niet. Denk ik toch.’

Kim brengt zijn kip. Twee wat jongere werknemers gaan naast Barry zitten. Ze horen dat het over Trump gaat. ‘Als je me een jaar geleden gezegd had dat er kans was dat ik op die klootzak zou stemmen…’ zegt de ene. Hij weet nog niet zeker of hij het wel zal doen, zegt hij, maar op wie anders?

In 2008 heeft hij op Obama gestemd, en tegen 2012 had hij daar spijt van. De president toonde in zijn ogen te veel mededogen voor anderen en te weinig voor Amerikanen.

De gouverneur van Indiana, zegt hij, heeft het over Indiana als een gebied voor hightech. ‘En ik zou echt willen dat het lukt. Maar het zal niet voor ons zijn. Toen ik dertien jaar geleden bij Carrier begon, dacht ik dat het voor het leven was. Ik heb geen idee wat ik ga doen.’

‘Er vroeg aan beginnen om een hele dag te kunnen zuipen’, suggereert Barry, die nipt aan zijn limonade.

Zegt de andere: ‘Trump beweert dat wij dit land rijk gemaakt hebben. En dat is niet fout, denk ik. Niet zozeer wij, maar onze ouders. En nu krijgen we een toekomst die slechter is dan het verleden. Onze kinderen hebben minder kansen dan wij hadden. De scholen zijn duurder, en de lonen lager. Dat is niet wat ons werd beloofd. Het zou me trouwens niet verbazen als Carrier over vijf jaar terugkeert. Maar dan met nieuw, goedkoper personeel. Wat moeten ze in Mexico met verwarmingsinstallaties?’

Hij heeft nog twee kinderen in het middelbaar. ‘Ze blinken niet uit op school, maar als ze naar de universiteit willen, zal ik het wellicht niet kunnen betalen.’

Verhuizen, zegt Barry. ‘Daar heb ik aan gedacht. Maar waar in de VS zoeken ze mensen als wij? Nergens. We zijn collateral damage.’

Zijn kip is op, en zijn limonade laat hij bijna onaangeroerd achter. Hij betaalt Kim met zijn winnend lot.

‘Ik heb je gewaarschuwd. Ik klink al gauw als een dikke, witte zeur.’

DOOR RUDI ROTTHIER

‘Wat zal het worden? Een baan bij McDonald’s aan het minimumloon van 7,25 dollar per uur? Winkelkarretjes verzamelen bij de supermarkt?’

‘Voor jongere collega’s is het niet zo simpel. Die moeten uitzoeken of hun kinderen nog wel kunnen studeren, of ze hun huis nog kunnen afbetalen.’

‘Met Bernie hadden we een alternatief. Argumenteren dat Hillary aan onze kant staat, is veel lastiger.’

‘Je kunt van Trump veel slechte dingen zeggen, en allemaal waar, maar hij misprijst ons niet. Denk ik toch.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content