“La Tristeza Complice” voor tien dansers, twee kinderen en een enkele zangeres.

Een jongeman in een jeanshemd staat gewoon te staan, niets aan de hand. Plotseling maakt zijn hoofd een spastische knik achterwaarts, springt zijn mond in een venijnige kramp en spuwen zijn ogen vuur. Een sekonde later is alles weer normaal, voor even maar, want de frenetieke spasmen komen almaar sneller terug en verspreiden zich over zijn hele lichaam.

Het openingsbeeld van “La Tristeza Complice” is veelzeggend en verontrustend. Niets is wat het lijkt in dit grootschalige samenwerkingsprojekt tussen Les Ballets C. de la B., de dansteatergroep rond Alain Platel, en het door Dick Van der Harst geleide Het Muziek Lod. Onder de zogenaamde normaliteit schuilt de afwijking, geen regel zonder uitzondering. En dat gaat ook op voor de produktie zelf : het geheel lijkt rommelig maar is het niet. De schijnbaar willekeurig opeengestapelde scènes blijken in elkaar te passen.

Net zoals de struktuur is de scenografie van William Phlips op het eerste gezicht een janboel. Het is een ruimtelijke wirwar van metalen steigers, een uitkijktoren die als klimrek fungeert en fel gekleurde plastieken zitjes uit de jaren zeventig. Je zou er een repetitiestudio, een circus met een arena, een openbaar gebouw of een stedelijk braakland in kunnen zien. Maar in de eerste plaats blijft het gewoon onbepaald.

De toeschouwer komt ogen te kort, want er gebeurt zoveel tegelijkertijd. De tien dansers en de twee kinderen die in de produktie meespelen, geven gestalte aan vreemde vogels die elkaar en ook zichzelf voorbijhollen. Letterlijk en figuurlijk. De snoeverige balletdanser, de akrobaat op één rolschaats, de travestiet die zich even een hond waant, de Noordafrikaanse breakdancer met vleugeltjes of het hysterische blondje, het zijn geen doetjes. Hun gedrag heeft niets met political correctness te maken, alle agressie en frustratie van de verschoppeling moeten er uit.

Dat is misschien de tristeza complice, het gedeelde leed, waarover de titel het heeft. De enige troostbrengers zijn de zangeres die als een kwezelige welzijnswerkster in het geheel verdwaald is en maar geen greep krijgt op het stelletje ongeregeld en de door Van der Harst voor klassieke akkordeon bewerkte komposities van Henry Purcell. Nooit gedacht dat muziek zo’n prachtig doekje tegen het bloeden was.

Paul Verduyckt

“La Tristeza Complice” nog op 20/10 in Kortrijk, op 6/2/1996 in Brugge en op 28/3 in Leuven. De muziek staat op cd onder de titel “Hark ! ” (09/225.00.55).

“La Tristeza Complice” : vreemde vogels.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content