De aandelenbeurzen zijn oktober goed doorgekomen. November kan moeilijker worden. Als de rente verhoogt.

De aandelenbeurzen kwamen zonder noemenswaardige kleerscheuren door de gevaarlijke maand oktober. Gezien de grote nervositeit mag dat al een wonder heten. Als de bladeren vallen dreigen de aandelenkoersen dat ook te doen. Op zwarte maandag 19 oktober 1987 tuimelde Wall Street eensklaps twintig procent omlaag, fortuinen gingen in het niets op. Twee jaar later volgde met de minikrach nog een naschok.

Die verjaardagen zijn incidentloos gevierd, maar op en rond de beurzen ontstaat nieuwe paniek. Gaat de rente nu omhoog? Het hangt in de lucht. De Europese Centrale Bank beslist daar nu donderdag 4 november over, de Amerikaanse Federal Reserve volgt later halfweg de maand. Zullen Wim Duisenberg en de zijnen in Frankfurt inderdaad de rente verhogen? Wie daarop het juiste antwoord weet beschikt nog over enkele uren om veel geld bijeen te speculeren.

De aandelenbeurzen zijn als de dood voor een renteverhoging. Duur geld vertraagt de economie, de winsten van de ondernemingen dreigen te verzwakken. Het grote heir van speculanten betaalt meer voor zijn leningen om op de beurzen te spelen, wat de zaak minder winstgevend maakt. Beleggers verkopen hun aandelen en vluchten met hun geld in vastrentende obligaties. Die leningen herwinnen hun aantrekkelijkheid, ze brengen gewoon meer rente op en omdat hogere rente de inflatie intoomt, verzwakt het belegde geld niet in waarde. Voor de aandelenkoersen is het resultaat pijnlijk: zij brokkelen af wegens meer verkoop dan aankoop. Veel verwachte meerwaarde – winst – gaat verloren, de echte waarde van een aandeel is immers niet de papieren koers van vandaag, maar de werkelijke verkoopprijs morgen.

HET INFLATIESPOOK

De rente is nagenoeg het enige wapen waarover centrale bankiers beschikken om enige orde in het geldhuishouden te houden. Het is een merkwaardige taakverdeling in democratische landen, dat de overheid die zich met al het doen en laten van zijn burgers bemoeit, de bescherming van het geld overlaat aan niet-verkozen geldtechnocraten. De centrale banken hebben tot taak de waarde van het geld stabiel te houden. Door de rente te verhogen tomen zij onrechtstreeks de prijsstijgingen in, zij houden de inflatie onder controle. Daarbij hoeven zij met de politiek niet eens rekening te houden. De Amerikaanse Fed kijkt nog wel eens of zij de economie niet verzwakt en de werkloosheid verhoogt, de jonge centrale bank van de eurozone werkt volgens de zuivere leer van het monetaire boekje. Voorzitter Wim Duisenberg heeft al op vele politieke tenen getrapt.

Waart het inflatiespook in Europa rond, waarop de centrale bank met hogere rente moet schieten? Er zijn weinig sporen van te merken. De inflatie – de index van de consumptieprijzen – ligt historisch laag. De 1,2 procent geldontwaarding dit jaar blijft veilig onder de twee procent die het maximum heet. Toch beginnen velen zenuwachtig te doen. Begrijpelijk, in februari beliep de euro-inflatie slechts 0,8 procent. Bovendien blijven de olieprijzen stijgen, het oliekartel Opec slaagt wonderwel in zijn productiebeperking. Tegen kerstmis kost de olie twee keer zoveel als verleden winter. Dat weegt niet-weinig door op de Europese prijzenindex. Het gevaar bestaat dat dit tot looneisen leidt en aldus verder tot prijsverhogingen.

PIEK OF NIET

Maar macro-economie is de wetenschap van enerzijds en anderzijds. Tegenover de stijgende olie staat de verlaging van de elektriciteitstarieven en van de telefoonkosten, gunstige gevolgen van de Europese liberalisering. De loonkosten blijven matig en de toename van de productiviteit als resultaat van meer automatisering en betere informatietechnologie compenseert ruim de verhogingen.

Wim Duisenberg zou dus alles blauwblauw kunnen laten. Maar zo eenvoudig is het ook weer niet. De economische analisten zijn er helemaal niet zeker van of de rente nu al dan niet een piek heeft bereikt. De geldmarkten – en dat is wel degelijk de wereld van de echte professionelen – houden rekening met een verhoging. De futurecontracten rekenen met één procent over de komende twaalf maanden. Die geldhandelaren zijn nu wel niet direct de lievelingen van de centrale bankiers. Maar ze kunnen gelijk krijgen, want de bankiers hebben zorgen.

Directieleden van de Europese Centrale Bank waarschuwden al dat inflatoire spanningen kunnen ontstaan doordat de economie in Europa aantrekt. Een groei van 2,7 procent volgend jaar wordt door de monetaire overheden inderdaad anders bekeken dan door de politieke overheden. Die zitten met kopzorgen over de blijvende hoge werkloosheid en de moeilijke begrotingsevenwichten. De Duitse kanselier Gerhard Schröder heeft zeker niet nagelaten de bankiers in hun hoge Frankfurtse toren erop te wijzen dat zijn land opnieuw over de psychologische drempel van vier miljoen werklozen is gesprongen. Enige voorzichtigheid bij het afremmen van de economie is hen geraden. Waarop de bankiers dan weer kunnen aanvoeren dat de loononderhandelingen die straks in Duitsland beginnen niet veel goeds beloven en dat Frankrijk nogal kwistig omspringt met zijn werktijdverkorting. De jongste twee zittingen liet de Europese Centrale Bank de rente ongemoeid – de laatste keer zelfs zonder enige commentaar. Wat wordt het deze week? Voor de bankiers is drie keer alvast geen scheepsrecht.

BANKEN ZIJN GEWAARSCHUWD

Verleden jaar kenden de aandelenbeurzen wereldwijd een feestjaar. Voor Brussel was 1998 het recordjaar. Iedereen beseft dat de koersen onrationeel hoog noteren. Op alle markten is een sluipende correctie bezig. Het veroorzaakt grote zenuwachtigheid, zodat zelfs het wachten op de bekendmaking van het Amerikaanse inflatiecijfer de koersen treft. Het viel verleden week voor Wall Street – en als het daar regent druppelt het in alle andere beurzen – best mee. De consumentenprijsindex steeg niet meer dan verwacht, met 0,4 procent, zeer bescheiden dus.

Dankzij de bescheiden Amerikaanse inflatie is de vrees op de aandelenmarkten voor een renteverhoging een beetje weggeëbd. In tegenstelling tot Europa dat aan een groeicyclus begint, koelt de Amerikaanse economie lichtjes af. Als de Federal Reserve, die sedert juni al twee keer de rente heeft verhoogd, op zijn zeswekelijkse bijeenkomst op 16 november beslist dat opnieuw te doen, dreigt hij een (mini-)beurskrach te veroorzaken. In de States zit iedereen met een beetje geld op de beurs. Koerscorrecties dreigen een grote vlucht op gang te brengen. Dat kan niet zonder gevolgen blijven voor de internationale economie. Juist de koopwoede van de Amerikanen, die zich gedekt voelen door hun papieren meerwaarden op de beurs, stimuleert de wereldeconomie.

Fed-voorzitter Alan Greenspan blijft koppig voorhouden dat de aandelenkoersen oneconomisch hoog zijn. In zijn beroemd omzwachteld woordgebruik waarschuwde hij de banken er onlangs voor voldoende financiële reserves opzij te zetten voor het geval de aandelenmarkt ineenstort. Het ruikt naar renteverhoging. Maar met Greenspan is nooit iets zeker, zelf voor de meest ervaren Wall Street-rot blijft hij een sfinx.

Ondanks alle nervositeit zijn de beurzen relatief ongeschonden door oktober 1999 gekomen. Maar één millenniumbom ontplofte voortijdig. IBM, de grootste computerproducent van de wereld, is gecrasht. De koers van de Big Blue nam een duik van twintig procent, na de maand voordien al vijftien procent verloren te hebben. Producenten van persoonlijke computers zoals Sun of Compacq en de schrijvers van software ervoor, Microsoft dus, doen goede zaken. Dat de toestellen nu duurder zijn omdat het door een aardbeving getroffen Taiwan onvoldoende geheugenchips zou kunnen produceren, schijnt de markt niet te deren. Bij IBM ligt het anders, de grote klanten wachten met hun bestellingen voor mainframecomputers tot de millenniumonzekerheid voorbij is. Het bedrijf moest aankondigen dat zijn winstcijfers de komende twee kwartalen lager zouden zijn dan verwacht. Overigens begint Y2K de financiële wereld aardig te verontrusten. De hele business hangt af van (onzekere) computers.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content