Hubert van Humbeeck

Voor er met de val van de Berlijnse muur zogezegd een einde kwam aan de ideologieën tekenden afficheontwerpers er lustig op los voor de goede zaak. De ontvoogding van de werkmens leverde ook in België fraaie kunstwerken op. Eén zo’n hele bekende affiche toont een man die zijn brood verdient in de zware industrie en die met opgeheven arm de macht van het werkvolk en van zijn vakbond verbeeldt: ‘Als uw machtige arm het wil, valt het hele raderwerk stil.’ Er is op de afbeelding zeker ook een trein te zien, want de cheminots en de métallo’s waren de aristocraten van de arbeidersklasse.

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen is zonder veel twijfel het laatste bastion van de traditionele vakbondsmacht in België. Haar vertegenwoordigers hebben er tot op vandaag zitting in de raad van bestuur van de organisatie zelf. Er is blijkbaar iets met die maatschappij, die maakt dat het denken over het spoor de neiging heeft om terug te gaan in de tijd – naar de jaren waarvoor de affiche van daarnet symbool staat. In de uitval waarmee Laurette Onkelinx de vijandelijkheden rond het NMBS-beraad vorige week in de regering wou openen, klonk bijvoorbeeld weer dat oude socialisme door van de grote woorden die, helaas misschien, ondertussen niet zoveel meer betekenen. Wie zei na de gemeenteraadsverkiezingen ook weer dat de Parti Socialiste een moderne partij is geworden?

Het ongeluk in Pécrot voorkwam dat het beraad de bijltjesdag werd, die min of meer was voorspeld. De aanval op spoorbaas Etienne Schouppe werd, gezien de omstandigheden, uitgesteld. Maar ook de krasselende Ecolo-minister Isabelle Durant kwam goed weg. Ze kan misschien overwegen om het personeelsprobleem bij het spoor op te lossen zoals haar collega van Volksgezondheid probeert om jonge mensen warm te maken voor een job in de verpleegkunde: met niet terzake doende, maar blitse spotjes op televisie.

Hier past overigens een parenthese: veel verplegers en verpleegsters werken in de privé-sector tegen voorwaarden waarvoor onderwijzend personeel met een vergelijkbaar diploma de neus zou ophalen. De overheid stelt het graag voor alsof iedereen in de privé-sector goud verdient. Dat is niet zo, maar de rekening voor die misvatting wordt wel zonder pardon gepresenteerd. Uiteindelijk is niemand tevreden en voelt iedereen zich tekortgedaan.

Het akkoord dat de regering in de schaduw van Pécrot over de spoorwegen bereikte, houdt in de eerste plaats de evenwichten in de coalitie zelf goed in de gaten. Of het de NMBS op termijn levenskracht geeft, werd nog niet zo duidelijk. De belofte dat de reiziger bij vertraging een deel van de prijs van zijn kaartje terugkrijgt, betekent niet dat er in de tekst ook een visie op de toekomst van het spoor zou staan.

De Belgische spoorwegen zijn allang een web van politieke, syndicale en andere belangen. Het is daarbij niet altijd even duidelijk wat de eerste taak is van het bedrijf. Omdat het zich zo weinig om zijn klanten, de passagiers, leek te bekommeren, heeft het spoor in de voorbije decennia veel kwaad bloed gezet. Het kan de maatschappij ook niet altijd kwalijk worden genomen dat ze door de politiek regelmatig een andere richting werd uitgestuurd. Het fijnmazige net van spoorlijnen tot in de kleinste dorpen werd eerst afgebouwd en dan weer gestimuleerd. De aansluiting van het spoor op de stadsnetten van het openbaar vervoer bleef in de plannen steken. Over de levensnoodzakelijke hogesnelheidslijnen is lang gehakketakt. Elders werden sneller prioriteiten gesteld en keuzen gemaakt. Zo, bijvoorbeeld, vervoert Air France nu effectief vliegtuigpassagiers met de Thalys van Brussel naar de luchthaven Charles de Gaulle, bij Parijs. Daar is, met niet meer dan een lichte overdrijving, nauwelijks meer tijd voor nodig dan voor de rit van Brussel-Zuid naar Zaventem.

Toch is het te gemakkelijk om de mogelijkheden van het spoor bij het begin van de 21ste eeuw af te lezen aan het gesukkel van die man in zijn seinhuis in Waver, die probeert om een trein te laten stoppen die op een verkeerd spoor een zeker ongeluk tegemoet rijdt. Dat menselijke drama is te groot voor woorden, maar het is niet tekenend voor de technologie die de spoorwegen in huis hebben en kunnen bieden. De mogelijkheden van de trein als een transportmiddel van deze tijd worden nog bijlange niet ten volle benut.

Alleen: het is vaak alsof de spoormannen zelf er niet meer in geloven. Dat ze hun vroegere trots zijn kwijtgeraakt. De trein was tot ver in de 20ste eeuw een symbool van vooruitgang. Als hij dat niet opnieuw wordt, ziet het er voor ons aller mobiliteit uitermate beroerd uit.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content