De weerstoestand treft de Belg in zijn spreekwoorden.

Wanneer er zich een hogedrukgebied boven de oceaan bevindt en een depressie boven Zuid- en Midden-Europa, stroomt er door de corridor tussen deze twee gebieden koude lucht van boven de Oostzee, de Botnische Golf en de ijswoestenijen van de Witte Zee over onze streken. Als deze wonderlijke samenloop van omstandigheden zich rond eind februari voordoet, heet dat in gazettentaal gewoonlijk het tweede winteroffensief. Wij zitten er middenin.

Nu is het een overbekend feit dat de modale Belg veel kan pikken. Neem maar de tientallen eenmalige financiële inspanningen die zonder kik door het keelgat gaan, de stadsverkeerswijzigingen die ons doen rondtollen als dronken kippen, de verplichte aanschaf van een 5.000 frank dure leurderskaart als men een duivenei of een parkiet wil verkopen en dat is dan nog maar zakgeld als men ze met de andere plagen van België vergelijkt. En dit alles gaat er zonder al te veel gemor in. Maar het tweede winteroffensief is een andere zaak, dat treft de Belg in zijn spreekwoorden. Want wordt er niet beloofd dat met Lichtmis de sneeuw op een hete steen valt ?

Er doet zich een malaise voor, de suikers en vetten zijn verbruikt, het bloed is verschaald van het binnen zitten en onze zonnige stranden-dromen hebben we zo dikwijls voor onze geest laten voorbij rollen dat ze slijtagestrepen en sneeuw vertonen. De reisagentschappen hebben al deze symptomen reeds lang in kaart gebracht en nog eer de noordoostenwind ons de oren doet verschrompelen, vallen er met een klap als een kanonschot kilo’s zware reisfolders in onze brievenbussen. Nu kunnen we ons hart ophalen aan foto’s van twintig sterrenhotels, bloeiende sinaasappelbomen, Griekse en andere ruïnes, warme en koude bufetten, pianobars en azuurblauwe zwembaden waar twee, soms drie ingehuurde topless-dames een James Bond-sfeer scheppen. Dit alles is overgoten met ontelbare hectoliters zonneschijn.

Nu weten wij allemaal wel dat deze afbeeldingen niet de volle waarheid weergeven van de toestanden zowel binnen als buiten het vakantieverblijf. Wolken zijn weggeretoucheerd, geleende bloemen op patio’s geplaatst, het gazon is wat bijgeverfd of heeft een groene spoeling gekregen en het koud buffet is warm, terwijl het warme koud geworden is. Dit is dus allemaal zeer bedriegelijk, daarom bestudere men deze foto’s met behulp van een vergrootglas en men richte zijn aandacht niet op de personen die vooraan in evidentie of topless staan maar op de onschuldige vakantieganger op het tweede of derde plan die, zich van gaan kwaad bewust, een vlieg in zijn drankje opgemerkt heeft en die er probeert uit te vissen. Met deze werkwijze kan men zich een beter beeld vormen van wat er u te wachten staat dan van wat er u voorgespiegeld wordt.

Zo ontdekte ik aan de uiterste rand van een hemelsblauw zwembad van een veelsterrenhotel in Barbados een man die in gespannen aandacht naar zijn linkerteen zit te kijken. Achter hem wuiven de palmbomen, rechts vertoont een met aniline gekleurde papegaai zijn gekste toeren terwijl er op de voorgrond, recht in zijn gezichtsveld indien hij het hoofd wilde heffen, drie schaars geklede schonen te water gaan. Er is dus iets ernstigs met die teen, hier neemt het gewone ongekleurde leven weer zijn rechten, want men kan me niet overtuigen dat iemand zoveel uren over de oceaan vliegt en hiervoor zijn volle spaarpot openbreekt om dan na zijn jetlag zijn tenen te gaan bestuderen.

Bij tennissers en golfspelers ziet men ook wel eens nijdige trekjes om mond en ogen verschijnen want altijd winnen zit niet in de prijs inbegrepen. Hiervoor moet men zelf het initiatief nemen en een oude kok of nachtportier omkopen om die dan op het tennisveld zijn vet te geven. Voorts is het opvallend hoeveel toeristen er in slapende toestand in de folder afgebeeld zijn. Het kan geen toeval heten dat drie kwart van de vakantiegangers zich niet wakend kunnen houden tot hun foto genomen is. De omgeving der vakantiepaleizen lijken op het eerste gezicht wel het kasteel van Doornroosje want her en der liggen de gasten in diepe slaap gedompeld. Naast het zwembad, op de terrassen, op de balkons, op het strand, op luchtmatrassen op het water, onder palmbomen en parasols, geveld door een onoverkomelijke vaak op de plaats waar zij schijnbaar toevallig stonden, zaten of lagen. Zo is de vakantie natuurlijk in een oogwenk voorbij, waarom dan niet veeleer een dutje thuis onder de zonnebank ?

Ook in Istrië ontdekte ik een toerist die, na een hele zwem op een rots voor het hotel is geklauterd en aandachtig zijn tenen begluurt. Dit kan mijns inziens geen toeval meer zijn, temeer daar ik ook op Mallorca een tenenstaarder ontdekte en die bovendien zijn bevindingen nog aan een dame die naast hem heeft plaatsgenomen meedeelt ook. Misschien is dit wel een studie waard, de reisagentschappen kunnen zich in het dode seizoen hierop gooien. Ik geef hun deze informatie gratis en voor wat ze waard is.

Al bij al schijnen deze vakantieverblijven veilige oorden zolang men zich binnen hun domein beweegt, een keer daarbuiten staart de ongekamde natuur u in het wit van de ogen. Wat hiertegen wel of niet doen, is het onderwerp van een zeer leerzaam boek dat ik ontdekte toen ik per ongeluk een stapel boeken in een tweedehandszaak omvergooide. Gaarne wil ik de inhoud en de wijze lessen die er zomaar tussen de bladzijden voor het rapen liggen volgende week in het kort mededelen.

Gommaar Timmermans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content