Het Antwerpse socialisme kende niet alleen ellende en verval. Ooit was er de tijd van Camille Huysmans en Lode Craeybeckx. Wim Geldolf schreef over het duo een lijvig boek.

In 1950 studeerde Wim Geldolf af als historicus en dat heeft hem getekend. Na enkele decennia heel actieve politiek die hem in de kamer, de senaat, het Antwerpse schepencollege en de socialistische krabbenmand bracht, verdiepte Geldolf zich in de figuur van Camille Huysmans. In 1996 verscheen Stockholm 1917. Camille Huysmans in de schaduw van titanen, waarin veel nieuwe elementen over het omstreden vredesinitiatief van de Vlaamse socialist naar boven werden gehaald. Geldolf kende Huysmans persoonlijk en had gemakkelijk toegang tot het archief van de eigengereide politicus. Zo rijpte het idee om Huysmans te vergelijken met dat ander socialistisch monument uit Antwerpen, Lode Craeybeckx. Volgens Geldolf zijn het twee socialistische flaminganten, die in bijna alles elkaars tegengestelde waren. Enkele punten hadden ze wel met elkaar gemeen. Ze zongen graag en konden er maar niet genoeg van krijgen, onder meer van de politiek. Op zijn 94ste kandideerde Huysmans nog voor de kamer, terwijl Craeybeckx als burgemeester stierf, toen hij 79 was. In het Antwerps socialisme kon een nieuwe generatie eindelijk aan de slag. Anders maar zeker niet beter.

Antwerpen wordt wel eens een laboratorium van de Belgische politiek genoemd.

Geldolf: Men zegt dat en misschien heeft dat iets met het schoolpact te maken dat hier in 1921 werd gesloten en later op nationaal vlak een vervolg kreeg. Voor het overige heeft die uitspraak weinig om het lijf. Natuurlijk had je hier altijd speciale figuren. Er was Leo Frenssen, en destijds zaten er VNV’ers en een rexist in de gemeenteraad. Misschien was hier altijd wel een latent extremisme, zoniet vreemdelingenhaat. Voor de oorlog werd Huysmans, omdat hij een vriend van de joden was, systematisch aangevallen. Zelfs de katholieken deden daar aan mee. En toen Craeybeckx in 1947 de eerste 11-juliviering organiseerde, was er agitatie van de vroegere VNV’ers. Uit die groep is later de Volksunie en de Vlaamse Militantenorde ontstaan.

Uiterst-rechts behoort dus tot het Antwerpse meubilair.

Geldolf: Je kunt bezwaarlijk zeggen dat het om iets nieuws gaat. Maar er waren ook altijd progressieve tendenzen. Vergeet niet dat er een regering is gevallen over de vorming van het college Frans Van Cauwelaert-Huysmans. Voor de conservatieve katholieken was Van Cauwelaert niet te slikken als burgemeester. Het was ook ongewoon dat een logefiguur als Huysmans een college met christen-democraten vormde.

Was Craeybeckx een broeder?

Geldolf: Niet dat ik weet. In het schepencollege waar ik deel van uitmaakte, was niemand lid. Ik heb de indruk dat het nu enigszins anders ligt. Toen men mij vroeg om lid te worden, antwoordde ik dat ik niet godsdienstig was en het ook niet wilde worden. Men heeft me dat kwalijk genomen, maar ik heb er nooit last van gehad. Althans, ik heb er geen weet van.

In tegenstelling tot vandaag werd de politieke carrière van die twee Antwerpse socialistische boegbeelden door de grote wereldpolitiek bepaald.

Geldolf: Je moet nuanceren. Hoewel Craeybeckx de buitenlandse rubriek van Volksgazet leidde, is de inzet van Stockholm hem grotendeels ontgaan. Hij begreep er weinig van. Het is toch wel opmerkelijk dat hij Huysmans, Emile Vandervelde, Jules Destrée en Arthur Wauters allemaal op dezelfde lijn zette. Craeybeckx was in de nationale politiek geïnteresseerd en wilde iedereen te vriend houden. Als Craeybeckx in 1939, in tegenstelling tot Huysmans, de neutraliteitspolitiek van Leopold III, Hendrik de Man en Paul-Henri Spaak verdedigde, hoopte hij allicht op een plaatsje in de regering. Het was hem trouwens niet ontgaan dat er op dat moment geen Antwerpenaar in het kabinet zat.

Eerst de carrière, dan de principes?

Geldolf: Vergeet niet dat de meerderheid in de socialistische partij de neutraliteitspolitiek verdedigde. Alleen mensen als Huysmans en Max Buset durfden daar tegenin te gaan. Ze waren trouwens compleet gemarginaliseerd. In de Volksgazet werden de artikelen van Huysmans zelfs gecensureerd.

Terwijl Spaak, zoals Huysmans, tijdens de oorlog in Londen verbleef, keerde Craeybeckx terug naar Antwerpen. Bezegelde hij daarmee zijn lot als provinciaal politicus?

Geldolf: Sorry, maar Spaak was een ander politiek kaliber dan Craeybeckx. Wat ze wel gemeen hadden, was een uitzonderlijk talent om in een politiek debat het essentiële van het bijkomstige te onderscheiden en een compromis te formuleren. ’s Anderendaags moest je hen echter niet meer vragen waarover de discussie ging.

Hoe verklaart u dat iemand als De Man de socialistische partij in handen kreeg?

Geldolf: De Man was een formidabele figuur, een groot socioloog maar een slecht politicus. Hij was ook een elitaire figuur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep hij altijd in uniform rond, iets wat de spot van Huysmans opwekte. Tijdens de mobilisatie in 1939 was het niet anders, dit keer als vleugeladjudant van Koningin Elisabeth waarvan hij de chouchou was. Met de socialistische partij waarvan hij op dat moment nog steeds voorzitter was, hield hij zich nauwelijks nog bezig. De Man kwam aan de top van de partij op een ogenblik dat niemand wist welke richting men uit moest. Hij was zowat de enige met een idee en een theorie. Hij was superintelligent en totaal onberekenbaar.

Hij had wel de steun van het paleis.

Geldolf: De Man was ervan overtuigd dat de koning het enige stabiele element van de uitvoerende macht was. Het is ook evident dat hij en Leopold III in 1940 met enkele industriëlen een nieuwe regering hadden gevormd als ze daar de kans toe hadden gekregen.

Craeybeckx stond in 1939 vierkant achter De Man en Leopold III. Hij hield zelfs een pleidooi voor het “socialisme national”.

Geldolf: Hij was niet de enige die zich door De Man liet beïnvloeden. Trouwens, het duurde vrij lang vooraleer het socialistisch verzet tot stand kwam en iemand als Craeybeckx speelde geen rol in het verzet. Hooguit heeft hij ze wat geld toegespeeld.

De Antwerpse boegbeelden hadden altijd een aparte plaats in het Belgisch socialisme. Zo werd Craeybeckx in 1919 wegens activistische sympathieën en agitatie tot vijf jaar cel veroordeeld.

Geldolf: De Antwerpse positie was speciaal, maar niet uniek. Huysmans sprak zich tijdens de Grote Oorlog tegen het activisme uit. Later reageerde hij op de Belgische scherpslijpers – sommigen onder hen wilden zelfs een oorlog met Nederland beginnen – en versoepelde hij zijn houding. Overigens bestond de helft van de redactie van Volksgazet op zeker ogenblik uit activisten. Toch kun je moeilijk over een Antwerpse uitzonderingspositie praten.

Met Huysmans en Craeybeckx was in het naoorlogse Antwerpse socialisme de gerontocratie aan de macht. Liggen daar de wortels van het socialistische verval in de metropool?

Geldolf: Craeybeckx was op zijn 79ste nog burgemeester en Huysmans hoopte zijn honderdste verjaardag in het parlement te vieren. Dat kan nu niet meer.

Eén van de gevleugelde uitspraken van Frans Detiège was dat je in Antwerpen pas volksvertegenwoordiger kon worden, als je het was. Zelf heb ik twintig jaar moeten vechten om door te breken, en dan nog. Jos van Eynde heeft het me nooit gegund. Bovendien heb ik moeten betalen voor de bedenkelijke uitspraken van Craeybeckx in 1964 over de joden.

Dat was in 1964. Waren het de eerste tekenen van seniliteit?

Geldolf: Dat denk ik niet. Vergeet niet: Frans Detiège dronk bier, Lode kortnat. Detiège was bij momenten goed zat, maar ’s anderendaags was hij bloednuchter en kende hij zijn dossiers. Bij de Lode duurde de roes veel langer. Op sommige collegezittingen was het van bij de aanvang duidelijk dat het weer niets zou worden. Als Craeybeckx het personeel berispte omdat hun kousen niet bij hun schoenen pasten, wisten we hoe laat het was.

De onaantastbare leiders konden zich alles veroorloven?

Geldolf: Ja, men aanvaardde dat. Waarom? Ik zou het niet weten.

Leidde die volgzaamheid er ook toe dat in Antwerpen de minussen naar boven konden vallen?

Geldolf: Kijk wat er na de uitspraken over de joden is gebeurd. De ambassadeur van Israël protesteerde, de VARA kwam naar Antwerpen, de media spraken er schande over en Craeybeckx kondigde aan dat hij bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen geen kandidaat zou zijn. Ik kreeg toen de opdracht om hem namens het partijbestuur voor zijn jarenlange inzet te bedanken. Op het einde van de vergadering waar ik mijn brief voorlas, staat er plots iemand op die protesteert omdat we het boegbeeld laten vallen. Mathilde Schroyens stelt dan voor om Craeybeckx toch nog op de lijst te zetten. Dank zij haar stoottroepen – alle conciërges die ze had benoemd en een appartement in de scholen had bezorgd – kreeg ze gelijk. Daar ligt de oorzaak van de vete die hier jarenlang alles kapot heeft gemaakt. De duidelijke afspraak dat ik na het vertrek van Craeybeckx burgemeester zou worden, heeft zij met de instemming van enkele jonge Turken opgeblazen. Dat verklaart ook het lange aanblijven van de geronten.

Louis Tobback had ook een uitgesproken mening over de Antwerpse SP.

Geldolf: Tijdens de laatste verkiezingscampagne had Tobback Antwerpen beter niet de levieten gelezen. Als de SP de verkiezingen van 1995 niet verloor, is het dankzij het gezond verstand van de kiezers. Ze beseften dat alle partijen geld van Agusta ontvingen. Veel verdienste had Tobback daar niet aan.

Ontkent u nu dat vele kameraden naar het Blok zijn vertrokken?

Geldolf: Na de vorige gemeenteraadsverkiezing vroeg de tv een oudere kiezer waarom hij voor het Blok stemde. Eerst was het omdat hij voor abortus was, vervolgens omdat hij genoeg van dat “zotteke” in ’t Stadhuis had. Ik ontken niet dat de migranten een rol speelden, maar de manier waarop Bob Cools zich aanstelde… Op zeker ogenblik durfde ik nauwelijks nog op straat te komen. Het feit dat hij iedereen een bijnaam gaf, zette veel kwaad bloed. Hij kwetste de mensen en het heeft ons heel veel stemmen gekost.

Wat vindt u van Patrick Janssens?

Geldolf: We zullen zien wat hij ervan terechtbrengt. Ik heb niets tegen nieuwe figuren, ook niet als ze uit de reclamesector komen. De ene stiel is de andere waard. Ik hoop maar dat hij onafhankelijk is en geen marionet.

Wim Geldolf, Camille Huysmans en Lode Craeybeckx, Facet, Antwerpen, 328 blz., 1200fr.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content