Aan de vooravond van de Belgische en Amerikaanse playoffs in het basket : een gesprek met Lucien Van Kersschaever.
HOE LUCIEN VAN KERSSCHAEVER, ex-coach en nu technisch directeur van Maes Pils Antwerp, het United Center in Chicago langs de persingang binnenstapt en even later met een media-accreditatie op de borst door het immense pand waart, dat zal eeuwig een vreemd beeld blijven. Hoe hij vervolgens Toni Kukoc van de Bulls aanschiet en diens geheugen opfrist met de melding dat hij ooit nog met Mechelen tegen zijn Treviso heeft gespeeld, dat maakt indruk, niet in het minst omdat de voor gewone medialieden meestal onaanspreekbare Kukoc nog antwoordt ook. Als hij zich uiteindelijk hoog in de nok van United Center nestelt en bloedserieus alle basketbalbewegingen op zijn harde schijf in dat harde hoofd van hem opslaat, dan gaat het dagen : dit is geen journalist, maar een geboren coach met een grenzeloze passie.
Niettemin, welkom collega.
VAN KERSSCHAEVER : Collega ? Zo zou je het kunnen bekijken. Maar ik zou nooit kunnen schrijven. Ik ben co-commentator bij Supersport voor de NBA en dat doe ik heel graag. Eigenlijk zit ik daar een wedstrijd te bekijken zoals ik thuis op video een tegenstander analyseer. Eric Goens is de journalist. Hij kent de nieuwtjes, houdt het verloop bij en de statistiek. Ik moet alleen letten op het basketbaltechnisch aspect.
Leert een door de wol geverfde coach als jij nog bij als hij dat Amerikaans basketbal wekelijks volgt ?
VAN KERSSCHAEVER : Natuurlijk. Toen wij nog spraken van pick and roll (een spelpatroon waarbij de grote man wordt vrijgemaakt om naar de ring te gaan), speelden zij al pick and pop. Pick and roll lukte niet meer omdat hun verdedigingssystemen verder waren geëvolueerd. Met pick and pop wordt de grote man ook vrijgemaakt, maar dan vanop shotafstand. Dus gingen we op zoek naar grote spelers die ook konden shotten. Bij Antwerp hebben wij dat ingevoerd voor Dimitri Lambrecht. Veel andere bewegingen zoals rotatiepatronen in verdediging heb ik van die NBA-teams geleerd en worden door ons bij Antwerp toegepast.
Maar je bent toch geen coach meer ?
VAN KERSSCHAEVER : Voorlopig niet, neen. Maar ik ben er vorig jaar al mee begonnen en mijn opvolger, Eddy Casteels, doet daar nu mee verder.
Een paar wedstrijden geleden gaf je tijdens je commentaar aan het coachen te missen.
VAN KERSSCHAEVER : Ik mis het wedstrijdcoachen, maar er is meer. Ik mis ook de aanloop naar de wedstrijd en ik zal vooral de eerste maand van het nieuwe seizoen missen, als alle nieuwe verdedigings- en aanvalspatronen worden ingeoefend, zodat je tijdens de wedstrijden in het seizoen gewoon hebt te kiezen uit wat je hebt getraind. Dat mis ik allemaal. De voorbereiding van zo’n topwedstrijd als twee weken geleden tegen Sunair Oostende begint eigenlijk drie weken eerder als er iemand Sunair gaat filmen. Ik bekijk die band één keer, twee keer en een derde keer haal ik er alle interessante stukken uit. In de NBA hebben ze een technische équipe die de banden klaarmaakt voor de coaches en de spelers, maar ik deed dat allemaal zelf. Ik heb zopas trouwens nieuwe video-apparatuur gekocht zodat ik kan schrijven op de beelden, zoals je dat in de NBA-wedstrijden ziet.
Dat moet een fortuin kosten en je bent niet eens coach meer.
VAN KERSSCHAEVER : Neen, maar omdat je het vandaag niet bent, wil niet zeggen dat je het morgen niet weer wordt. Bovendien blijf ik met basketbal bezig. Ik wil een cassette maken voor elke speler op elke positie. Neem nu een speler die je als guard wil gebruiken. Die geef ik een band met beelden van John Stockton, Penny Hardaway en John Starks, om maar die te noemen. Voilà, dit zijn de goeie guards. Kijk maar eens hoe die het doen. Hetzelfde voor de forwards en de centers.
Ik heb ongeveer achthonderd banden met daarop de belangrijkste wedstrijden van Mechelen en alle NBA-wedstrijden. Dat staat allemaal in mijn basketbalkamer. Aan de muur hangen trofeeën. Er staat een bureau in, een boekenkast en een videohoek. Daar zit ik veel. Toen ik nog actief coachte, stond ik om half zeven op en keek ik video tot half acht. Dan ontbeet ik en vertrok om acht uur. Twintig minuten later pikte ik Rik Samaey op en we reden naar Mechelen. De eerste training was van tien tot twaalf uur. Dan gingen we eten, rusten en we trainden opnieuw van drie tot vijf. Ik was thuis rond half negen ’s avonds en dan keek ik nog zeker anderhalf uur video. Behalve het eigenlijke trainen in Mechelen was ik dagelijks thuis meer dan drie uur bezig met voorbereiden.
En het sociaal leven ?
VAN KERSSCHAEVER : Dat had je niet. Tenzij je kampioen werd, dan was het een lange hete zomer. Werd je geen kampioen, dan regende het die zomer. Verliezen is erg, maar het ergste is de tijd doorkomen tot de volgende wedstrijd. Die kan je weer winnen en winnen is een soort verslaving.
Daarom was je zo ongenietbaar na verlies.
VAN KERSSCHAEVER : Natuurlijk, maar ik kon er niets tegen doen. Op de duur is het een soort handelsmerk geworden. Dat sommige journalisten bang waren van mij, dat is mij pas later verteld door Eric Goens. Anderzijds vind ik dat journalisten moeten beseffen dat er een tijd nodig is om emoties te verwerken.
Memorabel dit seizoen was de manier waarop je een Supersportverslaggever-langs-de-lijn, een collega nota bene, er van langs gaf. Dat was de Boze Kers op zijn best.
VAN KERSSCHAEVER : Eerlijk, ik stond er op dat moment niet bij stil dat we voor dezelfde werkgever werkten en nu nog niet. Toen ik thuiskwam, zei mijn dochter : amai, wat heb je met die jongen gedaan ? Ik was mij van geen kwaad bewust. Thuis heb ik die problemen niet. Ook al omdat ze weten hoe ze mij moeten aanpakken. Mijn vrouw reed meestal samen met mij naar de wedstrijden. Onderweg moest ze niet teveel uitleggen, maar dat wist ze natuurlijk. Als we naar een wedstrijd reden, werd er zeer weinig gesproken.
In welke omstandigheden ben jij coach geworden ?
VAN KERSSCHAEVER : Ik ben veel te vroeg gestopt met spelen. Ik zat bij Bus Lier en Rudolf Vanmoerkerke vroeg mij bij Sunair. Neen, in die tijd gaf hij nog geen coachbriefjes door tijdens de wedstrijd, maar ik was toch te zwak om het tegen die man op te nemen. In Oostende ben ik drie jaar als coach aan het seizoen begonnen en telkens als het wat minder ging, kwam er een andere coach bij. Het eerste jaar was dat Charles van Heester en die zei meteen : ik wil komen maar dan moet de Kers terug spelen. Ik speelde en we bleven in eerste klasse.
Eén jaar later kwam John Huysecom mij aflossen als coach en speelde ik weer. We haalden een tien op tien. Toen we gered waren, moest den ouden weer uit de ploeg. Dat was niet naar de zin van onze Amerikaan, die eiste dat ik meespeelde, zodat we konden winnen en hij zijn premies kon opstrijken.
Na één jaar Torhout kwam ik terug bij Oostende, met Roger Dutremble als hoofdcoach want ik wilde het vak goed leren. Van Dutremble heb ik veel opgestoken, maar hij werd ook weggestuurd en toen kwam Guy Vandenbroeck, niet bepaald een meevaller. Ik gaf de training en hij zat droogvis en garnalen te eten in de tribune.
Toen was je al op weg naar Mechelen, met een tussenstop in Gent.
VAN KERSSCHAEVER : Daar was ik opnieuw assistent van een Amerikaan, Riley Wimberley. Van hem heb ik geleerd hoe het niet moest. Wimberley was een bijzondere man, maar hij zat aan de cocaïne. In het bestuur zaten toen de gebroeders Parisis (later veroordeeld wegens fraude). Winst betekende champagne drinken, bij verlies uitgescholden worden. Eén van die broers is ooit dronken bij ons op de bank komen zitten en de andere heeft een vuistslag gehad van één van onze spelers. Het was toch een goed jaar : we speelden de playoffs in het Kuipje in Gent. Na één jaar vond Wimberley dat ik te goed was als assistent-coach en hij vroeg om mij eruit te gooien, wat ook gebeurde.
Waarop elf jaar Mechelen volgde, met een serieuze prijzenkast aan het eind van de rit.
VAN KERSSCHAEVER : Zeven titels en vijf bekers. Als assistent-coach had ik met Oostende een titel en een beker gewonnen.
Wat is je advies voor aankomende coaches ?
VAN KERSSCHAEVER : Niet te vroeg hoofdcoach worden maar proberen bij een goede coach in de leer te gaan. Bij coachen komt meer kijken dan een training geven. En jezelf scholen als trainer natuurlijk. Clinics, cursussen, boeken lezen.
Basketbal is natuurlijk veel ingewikkelder dan voetbal, maar onze ontslagen voetbalbondscoach Paul Van Himst had geen enkel diploma en zijn opvolger evenmin.
VAN KERSSCHAEVER : Neen ? Dat vind ik vreemd. Ik heb die voetbaltoestand een beetje gevolgd. Ze gingen naar Zeeuws-Vlaanderen vissen, dan moesten ze voetballen en brachten ze er niets van terecht. Van Himst zei : de jongens kunnen zich niet concentreren voor die gelegenheden. Ze speelden een wedstrijd op stage en dat was weer niks en Van Himst zei : in dat soort wedstrijdjes zijn onze jongens niet goed. Later gingen ze naar Cyprus en leek het weer nergens op en Van Himst kwam met hetzelfde excuus. Dan zeg ik : als trainer zorg je dat je zo geen wedstrijden plant en als ze niet te vermijden zijn, dan moet je je team in de hand hebben.
Ik heb nog met Mechelen tegen Runkster voor de beker gespeeld. Met de rust in zicht stonden we veertig punten achter tegen een provincialer. Ik zei : jongens, als er bij de rust een groter verschil is dan twintig ; dan vallen er boetes. Het scheelde negentien punten en na de rust hebben we ze opgegeten zoals het hoorde. Het schijnt dat die internationals betaald worden om te komen voetballen. Van mij zouden ze alleen maar geld krijgen als ze presteren. En wie dan geen goesting heeft om te komen, die mag thuisblijven.
Heel wat insiders bezwoeren mij dat je stap terug van coach tot technisch directeur dit seizoen opgelegd is door het bestuur.
VAN KERSSCHAEVER : Het bestuur zat met de gedachte : er moet iets gebeuren, we hebben een andere coach nodig. Maar zo dacht ik niet. Die stap achteruit of vooruit, of hoe je het ook bekijkt, heb ik zelf voorgesteld. In mijn ogen was het een juiste zet, maar het bestuur heeft die verkeerd geïnterpreteerd. Ik wilde de ploeg sportief helpen runnen met een coachteam dat het veldwerk deed. Momenteel ben ik technisch directeur zonder een duidelijke invulling van die rol. Als ik alleen moet dienen als naam om sponsors aan te trekken, dan liever niet. In het bestuur wilde iedereen de ploeg maken. Alleen mij hebben ze niets gevraagd.
Door het coachen op te geven gaf je meteen toe dat je de spelers kwijt was.
VAN KERSSCHAEVER : Ik was gewend te werken met oudere gevormde spelers, mannen die twee woorden van mij nodig hadden om te doen wat ik vroeg. Ik heb de fout gemaakt de jonge gasten van Antwerp aan te pakken zoals de spelers van Mechelen. Ik heb niet gecoacht als leraar en ik was te kritisch, zonder positief te blijven.
Je blijft bij Antwerp, maar je bent dus niet gelukkig.
VAN KERSSCHAEVER : Omdat ik mijn plaats niet vind. Ik heb nog een contract van twee jaar, dus waarom zou ik weggaan ? Het ligt erg gevoelig.
Jij was de architect van het grote Maes Pils Mechelen. Steentje voor steentje heb je gebouwd aan een Europees team en na één commerciële beslissing was het afgelopen met je droom.
VAN KERSSCHAEVER : Dat blijft frustrerend. Er zijn fouten gemaakt. We hebben geteerd op drie grote sponsors : de brouwerij Maes, de ASLK en Coca-Cola. De kleine sponsortjes werden verwaarloosd en toen Coca-Cola wegging, zaten we met een groot gat.
Dat de stad Mechelen geen zaal kon bouwen heeft ook meegespeeld. De Nekker was ideaal gelegen, maar die hal was ooit gebouwd als groentenhal met een heel gunstige btw-regeling. Op het moment dat die zaal zou gebruikt worden voor doorlopende evenementen, zoals een basketbalcompetitie, moest de btw wel betaald worden en dat was 150 miljoen frank die Mechelen niet kon dragen.
Hoever zat je van de Europese top ?
VAN KERSSCHAEVER : Die zaal en vijf miljoen frank. Die hadden we nodig om een betere tweede Amerikaan te kopen.
NBA basketbal is een andere sport dan het Europees basketbal. Kan je je daarmee verzoenen ?
VAN KERSSCHAEVER : Ja en neen. Uiteraard lijkt het anders omdat de spelers zoveel beter zijn, maar het blijft basketbal. Het grote verschil is de illegal defense, het verbod om in zone te verdedigen, waardoor in de NBA veel meer één-tegen-één situaties ontstaan dan in Europa.
De spelers die wij in België krijgen zijn niet de betere Amerikanen. Wij krijgen als centers de grote power forwards die voor de NBA te traag zijn. Wij krijgen een Barry Michell van Oostende, een schitterende speler, maar op zijn positie in de NBA heeft hij te veel concurrentie. Soms kan je ook geluk hebben. Donald Royal startte vorig jaar 64 wedstrijden voor de Orlando Magic, één van de beste teams. Diezelfde Royal is ooit getest en niet goed bevonden door Gent.
Wees eens eerlijk, hoor jij niet bij Oostende thuis in die functie die je nu hebt ?
VAN KERSSCHAEVER : Rudolf heeft het mij gevraagd en mij tegelijk verwittigd : pas op, het blijft niet duren bij Mechelen. Ik had een contract, dus waarom zou ik weggaan ?
Omdat het bij Oostende veel beter geregeld was. Vanmoerkerke sluit het budget met zijn zakgeld en spreekt er niet meer over. Jullie kregen renteloze leningen van de brouwerij en die werden in de boekhouding ingeschreven waardoor ze naderhand opvorderbaar waren.
VAN KERSSCHAEVER : Op zich was niets mis met die renteloze leningen, maar op het moment dat je spelerspatrimonium fel in waarde vermindert omdat de transfers veel minder opbrengen, dan zit je met een probleem. Dat spelers nu helemaal vrij zijn, is niet meer dan normaal. Alleen moeten spelers ook hun verplichtingen nakomen tegenover hun club.
Theo Maes was niet minder betrokken bij het basketbal dan Vanmoerkerke. Hij volgde het allemaal van nabij, alleen zag je hem nauwelijks op de wedstrijden omdat hij veel te zenuwachtig was. We hebben af en toe nog contact. Hij loopt een beetje ambetant, nu zijn brouwerij is verkocht. Theo is een man met heel veel geld, en heel weinig om handen.
Of Vanmoerkerke zoveel privé toesteekt, dat wil ik nog wel eens zien. Hij pakt het vooral handig aan. Wie aan Sunair of Sun Parcs wil leveren, moet zijn basketbalploeg sponsoren. Artic, de ijscrème. Van Laethem, een industriële wasserij. Bulo, de bureaumeubelen. Allemaal zijn ze op dezelfde manier sponsor geworden.
Ik heb geen problemen met Vanmoerkerke. Integendeel, de man heeft heel veel gedaan voor basketbal. Nu hoor ik dat hij zijn politieke vrienden wil aanspreken. Hij wil de wet laten veranderen en ook de verplichtingen van de sportieve werknemers laten opnemen. Waarom komt hij daar nu mee ? Omdat de twee Bayers, Desaever, Goethals en Jaumin hebben getekend. Nu moeten ze hun contract naleven, maar hij was de eerste die met Bayer ging praten, toen hij bij Mechelen nog onder contract was.
Toch is Sunair Oostende met zijn jeugdschool het voorbeeld.
VAN KERSSCHAEVER : Absoluut. Marc Vanmoerkerke realiseert nu wat ik voor ogen had bij Mechelen, een opleidingsinstituut voor basketballers. Dat is dé manier, maar in België heeft men dat niet begrepen. Hier houden de clubs zich niet bezig met basketbal en de bond evenmin. Die herschilderen liever hun appartementen aan het Zuidstation. We hebben een basketbalcentrum nodig. In Frankrijk floreert het basketbal omdat elke club in de hoogste twee reeksen verplicht is een opleidingscentrum op te richten. In de tweede klasse in Frankrijk is men verplicht vanaf volgend jaar vier spelers van jonger dan 22 jaar op te stellen.
Wie wordt kampioen in België ?
VAN KERSSCHAEVER : Charleroi normaal, want die hebben het grootste spelerspotentieel. Oostende wordt gevaarlijk als ze een Bosman-Europeaan kunnen opstellen. Ze hebben nog steeds de Nederlander Van Poelgeest achter de hand. Ik weet dat Vanmoerkerke de kat uit de boom kijkt om te zien of Castors Braine gelijk krijgt in de zaak met die Fin, die ze laatst hebben opgesteld.
Wie haalt het in de VS ?
VAN KERSSCHAEVER : De Chicago Bulls, als ze gezond blijven. Ze hebben het beste back court trio met Jordan, Pippen en Kukoc, de beste rebounder met Rodman en grote jongens die hun rol kennen en de centers van de andere ploeg kunnen afremmen.
Stel : je moet naar een onbewoond eiland en je mag één man meenemen. Wie kies je : een clubbestuurder, een scheidsrechter of een journalist ?
VAN KERSSCHAEVER : Een journalist. Jawel. Maar niet om het even wie.
Hans Vandeweghe
Wie wordt basketkampioen in de VS ? De Chicago Bulls, als ze gezond blijven, volgens Lucien Van Kersschaever. Op de foto : Michael Jordan (rechts) in duel met Armon Giliam van de New Jersey Nets.
Lucien Van Kersschaever : Het ergste is de tijd naar de volgende wedstrijd.
Wie wordt basketkampioen bij ons ? Charleroi, ze hebben het grootste spelerspotentieel, volgens Van Kersschaever. Op de foto : Eric Struelens.