Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

In geen tijd werkte minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne zich op tot de Guust Flater van de paars-groene regering.

De voorbije week was het weer zover: schrijnende scènes met honderden verkleumde vluchtelingen bij de ingang van de dienst Vreemdelingenzaken. Legertenten werden aangevoerd. Overspannen ambtenaren blaften als dompteurs naar vertwijfelde asielzoekers. Elke dag weer werden mannen, vrouwen en kinderen met bussen af- en aangevoerd tussen Brussel en Leopoldsburg of tussen Brussel en Elsenborn. En dat terwijl er enkele kilometers verderop in het Klein Kasteeltje ruimte is om die mensen tijdelijk onderdak te geven. Dan was er nog het legervliegtuig met een dertigtal uitgeprocedeerde Kazachen dat onderweg naar Almaty rechtsomkeer moest maken omdat het weer in Kazachstan het landen niet toeliet.

De organisatie van die chaos valt onder de verantwoordelijkheid van het departement Binnenlandse Zaken en dus van minister Antoine Duquesne (PRL). Het afgelopen anderhalf jaar leerde België die Franstalige liberaal kennen als de Guust Flater van paars-groen. Volgens sommigen is Duquesne – door partijvrienden wel eens Tony Mimosa genoemd – een verwaand sujet, volgens andere leden van de regering hebben we hier met een gepommadeerd leeghoofd te maken. De man heeft in elk geval een imagoprobleem.

Vooral in het Vlaamse politieke milieu geniet hij weinig aanzien. Dat Duquesne, die zich plechtstatig voortbeweegt alsof hij door stijfsel recht wordt gehouden, tijdens een bijeenkomst met Vlaamse burgemeesters niet één Nederlandse volzin over zijn lippen krijgt, heeft het al te simpele beeld van de verwaande Franstalige alleen maar versterkt. Zelf begrijpt Duquesne het allemaal niet. Daarom voelde hij zich erg geschoffeerd toen hij een tijd geleden door het boordkanon van de CVP, Pieter De Crem, onder vuur werd genomen en in volle Kamer van Volksvertegenwoordigers als de ‘minister van Binnenlandse Verwarring’ werd omschreven.

De minister die voor een ‘snelle en efficiënte’ afhandeling van de regularisatieprocedure zou zorgen en tegelijk de grote politiehervorming zou afhandelen, belandde de voorbije achttien maanden in zeven sloten tegelijk. De chaotische uitwijzing van Slovaakse zigeuners, de verstikkingsdood van 58 Chinese vluchtelingen die via ons land naar Groot-Brittannië trachtten te komen, rellen met voetbalhooligans in Brussel en Charleroi tijdens Euro 2000, de poging van de PRL om enkele politiek benoemden de regularisatiecommissie binnen te sluizen en de botsing met het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen. Het kwam allemaal op het conto van Duquesne.

Met het genante spektakel van de afgelopen dagen maakte de minister, die alsnog de hoge bescherming geniet van vice-premier, minister van Buitenlandse Zaken en PRL-peetvader Louis Michel, zelfs in de eigen partij een slechte beurt. In de liberale cenakels wordt al over zijn nakende vervanging nagedacht.

GESOPT EN GEKOOKT

Bij de PRL verwijten ze Duquesne vooral dat hij zijn kabinet door Vlamingen liet noyauteren. Zijn kabinetschef is Koen Dassen, gewezen arrondissementscommissaris van Sint-Niklaas-Dendermonde en kabinetschef van de voormalige Antwerpse gouverneur Andries Kinsbergen. Zijn perschef is oud-journalist van Het Laatste Nieuws Laurent Panneels. En de nieuwe sterke man voor het asielbeleid op het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen is voormalig adjunct-kabinetschef Pascal Smet, een SP-figuur gekneed en gevormd naar het beeld van vice-premier Johan Vande Lanotte (SP).

Weinigen herinneren zich dat Antoine Duquesne, toen hij in de periode 1987-1988 minister van Onderwijs was, ook al geen sterke indruk maakte. Zijn Vlaamse evenknie, wijlen Daniël Coens (CVP), wilde destijds de lat voor het Nederlandstalige en Franstalige onderwijs gelijk leggen en eiste precieze cijfers van het aantal leraars en leerlingen in het Franstalige onderwijs. Na maanden gesukkel slaagde Duquesne, die zijn begroting met zo’n 1,5 miljard frank had overschreden, er niet in om die basisgegevens op de regeringstafel te krijgen. Toen al werd openlijk getwijfeld aan Duquesnes geschiktheid om een ministerieel kabinet te leiden. Toch gold hij ooit als een van de bright young men van de Franstalige liberalen.

Antoine Duquesne werd op 3 februari 1941 in Elsene geboren. Hij studeerde Rechten aan de universiteit van Luik. In 1965 schreef hij zich in aan de Luikse balie en werkte een tijdlang met wijlen Jean Gol samen. Tot ze hoogoplopende ruzie kregen en Duquesne zijn meubilair en dossiers op de stoep vond. Wat Duquesne aan zijn passage op het advocatenkantoor overhield, was een buitenmaats ontzag voor Gol én zijn toekomstige vrouw Anne Bourguignont, de huidige procureur des Konings in Luik, die er toen stage liep. De ruzie was trouwens snel bijgelegd. Als minister van Justitie nam Gol hem naderhand onder de pannen als kabinetschef. Ook Anne Bourguignont dankt haar procureurspost aan de steun van Gol.

Via tal van organisaties zoals het Comité National de Formation et de Perfectionnement Professionel dans les Métiers et Négoces en het Comité National de Coordination et de Concertation de la Formation Permanente des Classes Moyennes (hier bekend als het Instituut voor Middenstandsopleiding), maakte Duquesne daarna zijn weg in liberale middens. En dat ging vrij snel. Al in 1983 was hij beheerder van Sabena en wat later ook van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Hij kreeg ook een zetel in het bestuur van de liberaal gezinde krant La Dernière Heure. Kortom, het parcours van de perfecte liberaal.

Tussendoor werd hij op liberale kabinetten gesopt en gekookt. Hij was niet alleen kabinetschef bij Jean Gol op Justitie, maar ook van ‘de briljante maar aartsluie’ André Damseaux op Onderwijs. Tot hij in 1987 zelf het onderwijsdepartement onder zijn hoede kreeg, met de bovenvermelde gevolgen.

TWEE DUCS

Duquesne is ook vertrouwd met alle meanders van de Belgische staatshervorming. In 1972 was hij al verslaggever van het eerste congres van de Waalse liberalen. Hij bestempelt zichzelf graag als een fédéraliste d’union. Maar het moet niet te dol worden. Getuige daarvan het wetsvoorstel dat hij in 1999 samen met de PSC’er Marceau Mairesse voorbereidde, waarbij het bekladden, beledigen of in brand steken van de Belgische vlag acht maanden tot een jaar cel kan opleveren.

In 1988 marcheerde Antoine Duquesne het parlement als gecoöpteerd senator binnen. Twee jaar later deelde hij het voorzitterschap van de PRL met Daniel Ducarme – de periode van 1990 tot 1992 die niet meteen tot de meest glorieuze bladzijden van de partijgeschiedenis worden gerekend. Want dat tweekoppige voorzitterschap leidde tot vermakelijke toestanden. De twee Ducs, zoals ze werden genoemd, hadden het werk verdeeld: Ducarme concentreerde zich op nationale vraagstukken, terwijl Duquesne zich op de partijwerking in het Waalse gewest en de Franse Gemeenschap toelegde. Toch vlogen de Ducs elkaar geregeld in de pluimen. Zocht Duquesne toenadering tot Gerard Deprez en zijn PCS, dan stak Ducarme meteen stokken in de wielen. Na twee jaar werd het experiment afgeblazen.

Bij de PRL wordt Duquesne tot de rechtervleugel gerekend. Zo verdedigde hij destijds de aanwezigheid van de Schaarbeekse burgemeester Roger Nols op de PRL-lijst. Nols was de eerste die Jean-Marie Le Pen, de leider van het Franse Front National, naar Brussel uitnodigde. In de loop van de jaren negentig al liet Duquesne, de burgemeester van het rustige en zelden bedreigde Manhay in de buurt van Sankt-Vith, zich meermaals opmerken door zijn eis dat illegalen onverbiddelijk worden uitgewezen.

Toen Guy Verhofstadt (VLD) midden 1999 aan de vorming van zijn paars-groene ploeg begon, werd aanvankelijk aan Duquesne gedacht om Justitie te leiden. Maar een minister van Justitie met de Luikse procureur des konings Anne Bourguignont als echtgenote was ondenkbaar. Het werd dus Binnenlandse Zaken, een departement waar – zo verzekerde de Brusselse krant Le Soir – ’s mans tact en psychologisch inzicht zeker van pas zouden komen.

Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content