Heel Europa spaart, bezuinigt, saneert. Bonn geeft het voorbeeld en Parijs, Rome, Madrid en Brussel volgen. De spaarwoede heeft vol- gens het beleid slechts één doel : meer jobs.

DIT SPAARPLAN IS bedrog. Onder het mom dat ze de sociale misbruiken wil uitroeien, bestrijdt deze regering de werklozen in de plaats van de werkloosheid. Dit kabinet stuurt erop aan om de kloof tussen rijk en arm te vergroten. Het hardste verzet is nu geboden.?

Deze knetterende zin komt uit een 1-meitoespraak. Niet uit Luik of Parijs, maar wel uit Berlijn, waar voorzitter Dieter Schulte van de overkoepelende vakbond (DGB) de twingtigduizend manifestanten probeerde uit te leggen waar het op stond. ?Als we Helmut Kohl laten doen, stevent de republiek op het zuiverste kapitalisme af. Het is de hoogste tijd dat we gestalte geven aan een Bündnis gegen Sozialraub.?

Zoals in België is de Duitse regeringsleider er niet in geslaagd om de sociale partners achter een ambitieus plan voor meer werk te scharen. De naam voor dat plan was er al : Bündnis für Arbeit. Dat had een andere vakbondsleider, Klaus Zwickel, bedacht en Kohl had zich die vondst toegeëigend. De inbreng van de kanselier ging nog verder. Tot verbazing van zowat iedereen, niet in het minst van de vakbondsleiders, kondigde Kohl aan dat het de opzet moest zijn om de werkloosheid tegen het jaar 2000 te halveren. Een idee dat de Belgische premier Jean-Luc Dehaene (CVP) op zijn beurt pikte om zijn Toekomstcontract voor Werkgelegenheid bij de bonden te slijten. Ook Kohl ging vele keren met werkgevers en bonden rond de tafel zitten. De avond van de 23ste april liep het echter mis. Toen werd het de vakbondsleiders duidelijk dat Bündnis für Arbeit een vlag was die meer dan één lading dekte. Het stond ook vooral voor een drastisch saneringsplan. Twee dagen later schreef Kohl, in een open brief in het pulpblad Bild, waar het volgens hem op aan kwam. ?Duitsland kan niet boven zijn stand blijven leven en besparingen zijn nodig om de werkloosheid te bestrijden.?

In totaal wil de Duitse regering de overheidsuitgaven in 1997 met zowat vijftig miljard mark (ruim duizend miljard frank) verminderen. Daarbovenop wordt er nog eens voor twintig miljard mark (ruim vierhonderd miljard frank) in de pensioenen en de ziekteverzekering gesnoeid. Het is geen klein bedrag en SPD-leider Oskar Lafontaine kwam woorden te kort om zijn verontwaardiging over dit ?kiesbedrog? te uiten. Zelfs de Britse conservatieve pers toonde zich verrast, zij het veeleer aangenaam. ?Bij de uitvoering van dit pakket wordt het equivalent van twee procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) weggesnoeid,? berekende The Economist. ?Dit is vergelijkbaar met de prestaties van Margaret Thatcher in haar beste jaren.?

DE DUITSE ZWAKTE.

Eind vorig jaar orakelde Bonn en de Brusselse Wetstraat herkauwde dit standpunt , dat de vertraging van de conjunctuur slechts een groeipauze was. Midden 1996 zou de economie weer aantrekken, met alle leuke gevolgen van dien voor de werkgelegenheid en de begroting. Het bleek een illusie. Enkele dagen nadat Kohl zijn drastisch spaarplan bekendmaakte, publiceerden de belangrijkste zes Duitse onderzoeksinstituten hun groeiprognoses voor dit jaar. De 2,5 procent van de herfst van 1995 is nu gedaald tot 0,75 procent. Zonder de vroegere DDR zou de groei zelfs minder bedragen amper 0,5 procent. Voor de werkgelegenheid zijn die cijfers catastrofaal. Eind maart telde Duitsland 4,1 miljoen of 10,8 procent werklozen een naoorlogs record en de onderzoeksinstituten zien dit jaar geen structurele verbetering.

Sinds midden 1991 sneuvelden in de Duitse industrie om en bij de 1,3 miljoen banen, vooral in de machinebouw, de elektrotechniek, de autonijverheid en de chemie. De grote Duitse concerns gaan ook dit jaar onverminderd door met het schrappen van banen : twintigduizend bij Daimler-Benz en zevenduizend bij Siemens. Als belangrijkste oorzaak wordt onveranderlijk verwezen naar de hoge arbeidskost. Over de prijs van de mark bestaat daarentegen veel minder discussie. Tegenover de belangrijkste achttien handelspartners steeg de mark vorig jaar nochtans met vijf procent in waarde. De handicap is des te problematischer, omdat de voordelen van een devaluatie bij de concurrenten niet langer door een versnelde inflatie worden uitgeveegd. De nominale waardevermindering van sommige munten, onder meer het Britse pond, draait bijgevolg uit een duurzaam voordeel. Tenslotte behoort de tijd dat Duitsland alle concurrenten met spectaculaire productiviteitswinst buitenspel zette, ook al lang tot het verleden. Sinds 1979 stijgt de productiviteit in de Duitse industrie slechts half zo vlug als in de rest van de Europese economie.

Lange tijd was Standort Deutschland een succesverhaal dat iedereen benijdde, zoniet imiteerde. Vandaag heeft het veel aan glans en aantrekkingskracht ingeboet. Wat eens gold als een economisch mirakel, berust nu grotendeels op een mythe. Duitsland krijgt het steeds moeilijker om jobs te scheppen, kapitaal aan te trekken en zich op de wereldmarkten te handhaven. Het verontrustende aan de Duitse zwakte is haar structureel karakter ; ze wordt niet louter veroorzaakt door de schok van de vereniging, waardoor zestien miljoen mensen onmiddellijk in het systeem moesten ingepast worden. Hooguit bracht de opslorping van de voormalige DDR de zwakte van het Duitse model vlugger aan het licht.

RIJNLANDMODEL.

De weinig riante groeiprognoses ontwrichten natuurlijk het begrotingsbeleid. De tekorten zijn groter dan gepland en ook Duitsland zal moeten knokken om de norm van Maastricht te halen. De vraag rijst trouwens of het ?programma voor meer groei en werkgelegenheid,? zoals Kohl zijn plan nu noemt, uitgerekend die groei en die werkgelegenheid niet opoffert aan de begrotingsnorm, die de Europese monetaire unie vereist. Al geruime tijd geleden formuleerde de SPD die kritiek, maar ook de economische onderzoeksinstituten schieten nu met scherp. ?De overheid is de weg kwijtgeraakt, concentreert zich te veel op de begrotingsnorm van Maastricht en komt te weinig tegemoet aan de behoeften van de economie. Het begrotingstekort mag best stijgen als de economie daarmee haar voordeel doet. Het gevaar is echter groot dat de overheid met een procyclisch beleid vooral de vertraging van de groei versterkt, zodat er uiteindelijk van de begrotingssanering niets terechtkomt.?

De kritiek van de instituten op het regeringsbeleid is symptomatisch voor de verwarring die binnen de Duitse elites leeft over de diagnose en de therapie van deze crisis.

Die twijfel immobiliseerde ook kanselier Kohl lange tijd. Pas toen duidelijk werd dat de conjunctuur zich in 1996 niet zou herpakken en de werkloosheid rond de vier miljoen zou blijven schommelen, schoot hij in actie. Eerst volgden lange palavers met de sociale partners over nieuwe jobs. De bonden haakten echter af toen de werkgevers zich niet voor meer jobs wilden engageren en het banenplan van Kohl in feite een drastisch spaarplan bleek. De lonen van de ambtenaren worden bevroren, de verhoging van de kinderbijslag wordt verdaagd, het remgeld verhoogd, de pensioengerechtigde leeftijd wordt opgetrokken en tenslotte kunnen de patroons van kleine bedrijven hun personeel makkelijker ontslaan.

Ondanks het nee van de bonden zette Kohl door. Hij blies het overleg op, de regering wil de besparingen nu langs politieke weg forceren. In Duitsland, dat zich op de Mitbestimmung en het consensusmodel beroemt, ligt dat niet zo evident. De nieuwe werkmethode van het kabinet voedt alleszins de vermoedens dat Kohl & Co aan een veel omvattender project bezig zijn dan eventjes de begroting opkuisen. Dit zou integendeel het begin van een operatie kunnen betekenen waarbij nogal wat basisideeën en regels van het Duits sociaal model als oud vuil aan de kant worden geschoven.

De overlegeconomie, één van de fundamenten van het zogenaamde Rijnlandmodel, riskeert bijgevolg zware averij. Het valt niet langer uit te sluiten dat Duitsland een bocht neemt, en de Angelsaksische toer opgaat iets wat het land aanzienlijk zou verwijderen van haar veel geroemde sociale markteconomie. Voor de Duitse vakbonden is het een uitgemaakte zaak dat er deze keer zowel centen als principes en een maatschappelijk model op het spel staan. ?De werkgevers willen een andere republiek,? waarschuwde Schulte.

VERTROUWENSPACT.

Dat het nu ook in Duitsland tot Franse toestanden komt, behoort tot de mogelijkheden. In tegenstelling tot, bijvoorbeeld, een Dehaene, heeft Kohl blijkbaar weinig geleerd van de voortvarende aanpak die de Franse premier Alain Juppé eind vorig jaar in moeilijkheden bracht. Kohl pakt zoveel geladen dossiers tegelijk aan dat zowat alle bevolkingsgroepen, de werkgevers uitgezonderd, kwaad op straat dreigen te komen. De promotoren van het harde liberalisme wezen in The Economist op het gevaar dat ?de conjunctuur volgend jaar herneemt en dat Duitsland het bittere medicijn niet doorslikt.? Volgens de nieuwste prognoses zou de groei in 1997 immers opnieuw versnellen. Het Internationaal Muntfonds (IMF) gewaagde zelfs van 2,9 procent.

Dat optimisme wordt in Duitsland niet gedeeld en daar is ook reden toe, want al de belangrijkste handelspartners remmen op vier wielen. Omwille van Maastricht. Vorige week nog maakten Franse regeringskringen bekend dat Juppé volgend jaar ?draconische besparingen? wil doorvoeren. Over het juiste cijfer wordt nog gepraat, maar de geruchtenmolen voorspelt een vermindering van de overheidsuitgaven met 240 tot 600 miljard Belgische frank. Als Juppé in zijn opzet slaagt en de overheidsuitgaven beneden de 50 procent van het BBP brengt, bestaat er een redelijke kans dat Frankrijk in 1997 de 3-procentnorm benadert.

Het centrumlinkse kabinet dat in Italië zijn opwachting maakt, voelt zich ook gewonnen voor een zeer strikt begrotingsbeleid. De waarschijnlijke premier van de nieuwe coalitie, Romano Prodi, kondigde al een strenge soberheid aan, vergelijkbaar met dat van Bonn en Parijs. Italië stevent dit jaar af op een overheidstekort van 5,9 procent, maar Prodi wil de lire zo vlug mogelijk in het Europees muntsysteem schuiven.

Ook de zopas beëdigde Spaanse premier José-Maria Aznar beloofde een nieuwe stijl van regeren. Van nu af aan moet het zuiniger, want ook Spanje wil in 1997 de 3 procent halen. Daar ligt het land dit jaar nog 1,4 boven, zodat ze ook in Madrid het hakmes zullen moeten bovenhalen.

Die continentale spaarwoede kan een nefaste invloed uitoefenen op de conjunctuur en de herneming nog maar eens uitstellen. Met alle gevolgen van dien voor de achttien miljoen Europese werklozen. Op een rondetafelconferentie in Brussel probeerde Europese-Commissievoorzitter Jacques Santer de sociale partners van de Unie te winnen voor zijn vertrouwenspact voor de werkgelegenheid. Concrete afspraken kwamen er niet, al was Santer niet ontevreden. ?Alle deelnemers waren het eens over de onhoudbaarheid van een status-quo. Een Unie met achttien miljoen werklozen ondergraaft haar eigen grondvesten. Er moet dus iets gebeuren.? Wat wist Santer niet zo gauw te verzinnen, tenzij dat er verder gepraat wordt.

Paul Goossens

1 mei in Duitsland : de handen uitgestoken, de vuisten gebald.

1 mei in Frankrijk : remmen op vier wielen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content