Michel Houellebecq kende een schandaalsucces met ‘Elementaire deeltjes’. Nu is ook zijn debuutroman vertaald.
In zijn roman Elementaire deeltjes laat Michel Houellebecq Philippe Sollers uitroepen: ‘U bent reactionair, dat is heel goed. Alle grote schrijvers zijn reactionair. Balzac, Flaubert, Baudelaire, Dostojevski: allemaal reactionairen.’ Hoofdpersonage Bruno heeft de befaamde auteur Sollers, redacteur van de uitgeverij Gallimard, net een conservatief epistel over het gezin laten lezen en tot zijn vreugde merkt hij dat het in de smaak valt. Maar Sollers denkt er niet aan om het ook uit te geven. Ook Bruno’s artikel Racist ben je niet, je wordt het weigert hij in het tijdschrift L’Infini op te nemen.
Politiek incorrecte teksten vormen immers een explosieve en riskante onderneming. Met een beetje geluk vliegen ze de deur uit en verdien je er als uitgever een flinke duit aan. Maar heb je pech, dan keert de publieke opinie zich tegen je en mag je voor je baan vrezen. Houellebecq realiseerde zich dit blijkbaar maar al te goed bij het schrijven van Elementaire deeltjes en toen de heisa rond het boek in Frankrijk uitbrak, moet hij heel tevreden geweest zijn. Er werd weliswaar geschokt gereageerd en hier en daar werd de schrijver verketterd, maar tezelfdertijd had men het ook over de kwaliteiten van het boek en – misschien wel het belangrijkste – de verkoopcijfers schoten de hoogte in. De truc met de duif was geslaagd en Houellebecq mocht langs de kassa passeren.
Waar draaide het allemaal om? Elementaire deeltjes is het verhaal van de twee halfbroers Michel en Bruno. De eerste is een wetenschapper die alleen maar leeft voor ingewikkelde wiskundige vergelijkingen, de ander is een taaldocent die zijn hele leven achter zijn pik aanholt maar nooit echt bevrediging vindt. Uiteindelijk zal Bruno in een psychiatrische instelling eindigen, terwijl Michel naar Ierland trekt om er de blauwdruk van de toekomstige mens uit te tekenen: een kloon die, in tegenstelling tot zijn schepper, een gelukkig leven zal lijden.
De centrale stelling in Houellebecqs filosofie – want Elementaire deeltjes is eigenlijk een verdoken filosofische essay – is dat er iets spaak loopt met onze cultuur: we hebben teveel vrijheid, of dat denken we tenminste toch. Het materialisme heeft ons verlost van alle oude bindingen. Niet alleen is God dood, we hebben ook onze ziel verloren, waardoor ons alleen nog een lichaam rest. De reclame heeft ons bovendien de begeerte aangesmeerd, het verlangen naar het onmogelijke. Genot is een goede zaak, het verrijkt en brengt geluk. Begeerte maakt een mens daarentegen alleen maar jaloers. Omdat we niet ideaal zijn, blijven we ongelukkig achter. De materialistische wereld schenkt dus niet alleen vrijheid, maar ook verdriet.
NOOIT EXTREEM GENOEG
Alleen als puber bezit je je volle potentie, daarna volgt er een lange weg bergaf: ‘Hoeveel moed, koelbloedigheid en humor je ook hebt ontwikkeld in de loop van je leven, je eindigt toch altijd met een gebroken hart. Dan vergaat het lachen je wel. Aan het einde van de rit is er alleen nog maar eenzaamheid, kou en stilte. Aan het einde van de rit is er alleen nog de dood.’ De vrijheid heeft één belangrijke uitlaatklep: seks. In de seksuele fantasie en praktijk kunnen we ons ten volle uitleven en de grenzen van ons eigen zijn verkennen. Maar dat heeft ook een keerzijde: seks vernietigt de tussengemeenschappen, zoals sociale groepen of gezinnen. Seksueel gezien is een mens een enkeling: je geniet altijd alleen. Seks zet bovendien steeds aan tot meer, want het kan niet extreem genoeg zijn.
Daarin toont Houellebecq zich een aanhanger van de Macmillan-hypothese, die stelt dat libertaire seksualiteit automatisch overgaat in libertair geweld. Niet toevallig was de hippie Charles Manson ook een seriemoordenaar. Hij wou op alle vlak het uiterste bereiken, en na seks kwam de moord. Onze door vrijheid geobsedeerde cultuur is stilaan psychopathisch aan het worden.
In feite is al dit verdriet en geweld overbodig, want het liberalisme en het materialisme hangen ons een waas voor de ogen. De mens is helemaal geen enkeling of een individu en zijn vrijheid is slechts schijn. Niet alleen is hij maatschappelijk bepaald, ook genetisch ligt hij in de kluisters gevangen. Houellebecq is een bio-ingenieur; hij is er vast van overtuigd dat de mens fundamenteel een biologisch wezen is. Deze mens wil ook helemaal niet uniek of authentiek zijn. Hij wil gelukkig zijn zoals de anderen, hij streeft naar de gulden middelweg. Een mens wil zich conformeren en als de wetenschap dit voor hem kan regelen, dan moeten we dit toejuichen: lang leve de eugenetica dus. Het personage Michel kan zijn levenswerk dus afsluiten met de idee dat de mensheid moet verdwijnen en een nieuwe, ongeslachtelijke en onsterfelijke soort voortbrengen, die de individualiteit, het isolement en de verwording achter zich heeft gelaten.
Waar deze politiek incorrecte ideeënmix makkelijk tot een literaire rel had kunnen leiden, gebeurde er aanvankelijk evenwel niets. Houellebecqs boek werd overal braafjes gerecenseerd. Er werd gewezen op de afwezigheid van enige stijl, waardoor de ideologische lading van het proza dikker in de verf kwam te staan, en hier en daar ergerde er zich wel iemand aan het expliciete racisme en seksisme van Bruno, maar daar bleef het bij.
De hype rond het boek ontstond pas later en had in feite niets met literatuur te maken. Op 24 oktober 1998 wordt Houellebecq in Fnac Montparnasse publiek geïnterviewd. Hij gaf zulke krasse antwoorden, dat hij openlijk voor fascist uitgescholden werd. De schrijver liet het over zich heen gaan. In een ander interview werd hij voor stalinist versleten en werd zijn reactie nog uitdagender: hij bekende lachend wel een boontje voor Stalin te hebben omdat deze ‘zoveel anarchisten over de kling gejaagd heeft en zich op eenzelfde ernstige wijze met de trotskisten inliet; twee noodzakelijke maatregelen om gevaarlijke afwijkingen tegen te gaan’. Meteen weigerfen een paar boekhandels zijn roman nog langer te verkopen. De hype was geboren.
NEW-AGE-SEKSCAMPING
Michel Houellebecq toont zich een pientere bespeler van de media, die zich niet voor een gat laat vangen. Er kan natuurlijk geen literair festival doorgaan of populaire Michel maakt er zijn opwachting met een paar controversiële uitspraken. Maar hij neemt ook een cd op, geproduceerd door Bertrand Burgalat, bekend van de succesgroep Air. Op Présence humaine declameert de schrijver zijn nihilistische gedichten op muziek van onder andere Joy Division, Kraftwerk en Soft Machine. En als Canal+ hem vraagt een korte erotische film te maken, zegt hij meteen toe.
Wanneer Houellebecq zich bij zijn collega’s, redacteurs van het kleine, linkse literaire blad Perpendiculaire, moet verantwoorden voor de extreme ideeën uit zijn roman en hij te rechts bevonden wordt om nog langer deel uit te maken van die redactie, krijgt de hype een nieuwe stoot in de rug. Ook al betreft het hier een blad met nog geen tweeduizend abonnees, toch haalt de verbanning de Franse kranten. En wanneer de eigenaar van de in het boek genoemde new age sekscamping L’Espace du Possible ermee dreigt de schrijver een proces aan te doen omwille van de antireclame die het boek voor zijn zaak maakt, haalt dat zelfs de voorpagina’s van de kranten. In de tweede druk wordt de naam veranderd in Le Lieu de Changement. Het boek is inmiddels de grootste schandaalroman van de laatste decennia geworden.
Wanneer het literaire prijzenseizoen aanbreekt zijn de verwachtingen hoog gespannen. Houellebecq zou zo goed als zeker kunnen zijn van de prestigieuze Prix Goncourt, zo wordt er gefluisterd. Maar wanneer de jury uiteindelijk haar keuze bekendmaakt, blijkt Elementaire deeltjes zelfs niet op de shortlist te staan. Houellebecqs fans schromen er niet voor meteen maar over een herhaling van 1932 te spreken, toen Louis-Ferdinand Célines Voyage au bout de la nuit door de jury van de Goncourt over het hoofd werd gezien, ten voordele van het naderhand volstrekt onbelangrijk gebleken Les loups van Guy Mazeline. Dat Houellebecq uiteindelijk de veel minder prestigieuze Prix Novembre krijgt, zien ze als het duidelijkste bewijs van hun gelijk.
Het boek zelf bleek bij de hele hype in de achtergrond verdwenen te zijn. Of het uiteindelijk het lezen wel waard was – de vraag die, wanneer het over boeken gaat, toch de eerste had moeten zijn – daar had niemand het meer over. De persoon Michel Houellebecq, zijn uitspraken en gedragingen – onder andere zijn verhuizing naar Ierland, omdat hij in Frankrijk naar eigen zeggen teveel werd lastiggevallen door de persmuskieten -, de processen en zijn al dan niet gewraakt zijn voor de Goncourt eisten alle aandacht op.
SEKS EN GEWELD
Ten onrechte, want Elementaire deeltjes is een knappe roman die de hype helemaal niet nodig had. In feite was dit boek een breder uitgewerkte versie van De wereld als markt en strijd, Houellebeqcs uit 1994 daterende debuut, dat nu ook in het Nederlands is vertaald. Daarin laten de twee hoofdrolspelers zich zo sterk meeslepen door de marktwaarde van hun werk en door hun seksualiteit, dat ze er compleet aan onderdoor gaan. De eerste komt om in een verkeersongeluk dat best een verdoken zelfmoord zou kunnen zijn, de tweede belandt in de psychiatrie. Het boek kan gezien worden als een French Psycho.
In tegenstelling tot Bret Easton Ellis’ originele American psycho, is Houellebecqs boek geen festijn van seks en bloederig geweld – iets wat Virginie Desplentes tevergeefs probeerde na te apen in Baise-moi – maar een meer vergeestelijkte, meer existentiële versie van het verhaal. Wanneer de aartslelijke en seksueel gefrustreerde Tisserand bijvoorbeeld, gewapend met een mes, een zwarte en zijn blanke verovering de duinen in volgt, krijgen we geen bloedbad voorgeschoteld. Na verloop van tijd komt de man met hangende pootjes terug bij zijn metgezel, aan wie hij bekent dat hij alleen maar gemasturbeerd heeft bij het zien van het vrijende koppeltje. Bij Houellebecq is het nihilisme zo ver doorgedreven dat iedere actie bij voorbaat is uitgesloten.
De wereld als markt en strijd is een boek uit de pre-hypeperiode, maar wanneer je het nu leest, is het moeilijk om niet te denken aan de Houellebecq van Elementaire deeltjes. De hype overstemt alles, wat ook zal blijken wanneer volgende maand in Frankrijk Houellebecqs nieuwe novelle Lanzarote zal verschijnen. Al maanden wordt er gespeculeerd over de mate waarin de schrijver trouw is gebleven aan de ideeën uit zijn vorige roman. De vergelijking tussen de twee boeken zullen dan ook niet uitblijven. Wat eens een zaligheid brengende hype was, zal nu een enorm blok aan het been blijken te zijn.
Michel Houellebecq, ‘De wereld als markt en strijd’, Arbeiderspers, Amsterdam, 177 blz.,
Marnix Verplancke