Oekraïne (1)

Vanaf het begin van de oorlog bestond de vrees dat het slachtoffer, Oekraïne, geculpabiliseerd zou worden. Oekraïne, dat niet als neutrale zone wilde fungeren, maar Europees en lid van de NAVO wilde zijn, treft schuld. Voor Poetin heeft Oekraïne geen bestaansrecht en hoort het bij Rusland. Al de rest is fake argumentatie om diplomaten, academici en de publieke opinie op een dwaalspoor te zetten. Verder geldt gewoon het recht van de sterkste. Daarom moet het Westen zijn tanden blijven laten zien en niet zwichten voor de nucleaire dreiging. En zeker niet hopen dat Rusland de oorlog wint, zoals politoloog Tom Sauer (Universiteit Antwerpen) zegt (‘Het is perfect normaal dat Rusland Oekraïne als bufferstaat wil’, Knack nr. 17). Want een Russische overwinning in Oekraïne betekent niet het einde van oorlog en invasie. De Baltische staten en Moldavië kunnen volgen. Dan zou artikel 5 van de NAVO in werking moeten treden. De nucleaire dreiging zal dan nog reëler, geloofwaardiger en onafwendbaarder zijn. Daarom is het goedbedoelde defaitisme van Sauer gevaarlijk. We hebben geen keuze: we moeten de sterkste zijn.

Philip Gellens

Oekraïne (2)

De nuchtere en kritische analyse van politoloog Tom Sauer vormt een welkom contrast met de eenzijdige en emotionele berichtgeving over de gebeurtenissen in Oekraïne. De drang naar het oosten van de NAVO, al ingezet in de jaren negentig toen Rusland in de lappenmand lag en niemand al van Poetin gehoord had, ligt aan de basis van deze oorlog, in wezen een confrontatie tussen de NAVO en Rusland. De vruchten van onze overwinning in de Koude Oorlog hebben we toen zonder verwijl weggegooid. Iedereen die de regio een beetje kent, zag de donkere wolken toen al hangen. Als het de bedoeling was om de oude vijand van de NAVO weer tot leven te wekken, hadden we het niet beter kunnen doen. Deze Poetin is ook onze creatie. Wat we nu zien, is het catastrofale failliet van onze Ruslandpolitiek van de afgelopen decennia.

Geert D’Haese, Antwerpen

Districten

Ik wil graag reageren op het interessante artikel over de problematiek van de fusies van gemeenten (‘Loodzware factuur voor Vlaanderen’, Knack nr. 17). In de recente fusievaudeville tussen Mechelen en Boortmeerbeek is één aspect onderbelicht gebleven: het Vlaamse lokale decreet laat toe dat steden vanaf 100.000 inwoners districten instellen, ook nieuwe fusiegemeenten. Antwerpen heeft zo bijvoorbeeld, naast een burgemeester, 9 schepenen en 55 gemeenteraadsleden, maar ook liefst 221 districtsraadsleden en 9 districtsburgemeesters, die elk nog een viertal districtsschepenen hebben. Als verdediging wordt dan steevast de behoefte aan nabijheid van bestuur aangevoerd, maar dat is natuurlijk onzin. De burger heeft geen behoefte aan de nabijheid van een districtsraadslid dat toch niets te vertellen heeft. Bart De Wever (N-VA) vereenzelvigt zich graag met de politieke mores van de Noord-Europese landen en kijkt neer op de sjoemelaars in Zuid-Europa, dat voor hem begint net voorbij de taalgrens. Hij mag dan alvast eens uitzoeken in welk Noord-Europees land bovenvermeld staaltje van manifeste zelfbediening getolereerd zou worden. Mij doet het alvast denken aan het diepste zuiden van Italië.

Luc Pandelaers, Antwerpen

Bezos

Ik kan bijna volledig achter de column van theatermaker Martha Balthazar staan (‘Monopoly 2022’, Knack

nr. 17). ‘Wie zo veel geld heeft, heeft ook alle macht om iets aan de economie te veranderen’, schrijft ze over Jeff Bezos. Correcter is naar mijn bescheiden mening: ‘Wie zo veel geld heeft als Bezos, heeft ook alle macht om te verhínderen dat er iets aan de economie verandert.’

Lode Cafmeyer, Antwerpen

Farma-industrie

Uiteraard is de farma-industrie geen liefdadigheidsinstelling, maar in het artikel ‘De miljoenen van de farma-industrie’, Knack nr. 18 insinueert u dat de succesvolle samenwerking tussen de geneesmiddelenindustrie en de gezondheidssector gebaseerd is op corruptie. Over een periode van 4 jaar zouden farmabedrijven een bedrag van 875 miljoen euro ‘gegeven’ hebben aan de gezondheidssector. Alsof het gaat om vrijblijvende gulle giften die bedoeld zijn om een hele sector om te kopen. Als academicus die zich al meer dan 20 jaar toelegt op innovatief geneesmiddelenonderzoek in samenwerking met de farmaceutische industrie erger ik me aan die insinuatie. Dankzij een zeer goede internationale reputatie van de biofarmaceutische sector is ons land gezegend met opvallend veel farmaceutische bedrijven, hooggeschoolde onderzoekers en een noodzakelijke interactie tussen de industrie en universiteiten die velen ons benijden. Dankzij de inspanningen van de industrie én de onderzoekers werden we twee jaar geleden nog geprezen om de ongezien snelle ontwikkeling en productie van vaccins tegen covid-19 (ook ‘made in Belgium’). Dankzij de verdere ontplooiing van België tot ‘pharma valley’ creëren we bovendien een niet te onderschatten werkgelegenheid van vaak hoogopgeleide medewerkers. En ja, al deze betrokkenen – van artsen over verpleegkundigen, apothekers, laboranten tot administratief en logistiek ondersteunende medewerkers – moeten een loon krijgen. Wetenschappelijke dienstverlening en expertise zijn niet gratis.

Prof. Dr. Jan de Hoon, Afdelingshoofd Centrum Klinische Farmacologie, UZ Leuven

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content