‘Het kan nog goedkomen met het klimaat, maar het moet nu gebeuren’
Het vorige rapport van het IPCC, de VN-werkgroep rond klimaatverandering, sloot af met de claustrofobische vaststelling dat ons ‘slechts een beperkte en snel krimpende opening’ rest om verdere klimaatontwrichting te voorkomen. Het nieuwe rapport geeft aan of we vandaag op weg zijn om het tij te keren, maar vertelt vooral ook hoe we dat nog kunnen doen.
Wat dat eerste betreft, volstaat een quote van secretaris-generaal van de VN António Guterres. Hij noemde het rapport ‘een document van schande (…) op weg naar een onleefbare wereld’. Het vandaag geplande beleid kan nog altijd leiden tot een catastrofale opwarming van meer dan drie graden. Hoewel de toename van broeikasgassen het afgelopen decennium vertraagde, blijft de jaarlijkse uitstoot hoger dan ooit.
Om anderhalve graad te halen moeten de mondiale emissies vanaf 2025 beginnen te dalen, tegen 2030 halveren en omstreeks 2050 ‘netto nul’ bereiken. Hoe langer we wachten, hoe steiler de curves en hoe meer schade. In de eerste plaats moet het wereldwijde gebruik van steenkool, olie en gas fors dalen.
Het goede nieuws: de oplossingen zijn beschikbaar en vandaag vaak al goedkoper dan fossiele alternatieven. Een grootschalige uitrol van hernieuwbare energie zal in zowat alle scenario’s van groot belang zijn. Het voorbije decennium kelderden al de kostprijs van windenergie (-55%), zonne-energie (-85%) en batterijen (-85%). Ook op het vlak van gebouwen, industrie en transport zijn veel van de belangrijkste technologieën al beschikbaar.
Voor het eerst gaat het IPCC ook in op de rol van ‘gedragsverandering’. Door een switch naar plantaardig voedsel, duurzame mobiliteit, minder voedselverspilling en andere collectieve aanpassingen kunnen we tot 75% van onze uitstoot reduceren tegen 2050. Die ommezwaai komt niet zomaar tot stand door individuele keuzes, maar vergt ondersteunend en sturend beleid.
En nog hoopgevend nieuws uit het rapport: wat we tot nu toe al gedaan hebben, was niet zinloos. Meer dan 90procent van de wereldwijde emissie is gedekt door een of andere nationale doelstelling. Miljarden tonnen CO2 zijn vermeden sinds het vorige rapport. Zonder actie zou de emissie 10procent hoger gelegen hebben. De ontbossing is afgenomen sinds 2010 en netto is de bosoppervlakte wereldwijd toegenomen dankzij handhaving en bescherming door overheden. Dat wijst dus op de rol van het beleid : we hoeven niet machteloos toe te kijken of te wachten op technologische mirakels.
Meer dan ooit vallen ecologische, geopolitieke en sociaaleconomische noodzaak samen, niet alleen op de lange maar ook op de korte termijn. Het regende de voorbije weken plannen om onze afhankelijkheid van Russisch gas, olie en steenkool de komende vijf jaar af te bouwen, onze energierekening te drukken en onze klimaatdoelstellingen te halen. Ook met de Belgische Klimaatcoalitie lanceerden we zo’n tienpuntenplan.
De urgentie was nooit groter om het beleid om te gooien, weg van fossiele brandstoffen. Europees kunnen we de ‘fit-for-55’-doelstellingen optrekken en versneld uitrollen, en in ons land moeten alle niveaus samen aan de bak. Hoe sneller onze overheden de omslag maken, hoe minder het ons zal kosten.
Het is dan ook onbegrijpelijk dat Vlaanderen, amper enkele dagen na de verschijning van het nieuwe IPCC-rapport, zijn steun weigerde aan een dringende oproep voor meer Europese klimaatactie. Oorlog en een fossiele prijzencrisis volstaan blijkbaar niet om deze Vlaamse regering in beweging te krijgen.