‘Het kan hen niet schelen of die mensen naar huis kunnen of niet’

De Deense autoriteiten hebben ondertussen meer dan 850 verblijfsvergunningen bekeken. 378 ervan werden opgezegd.

In 2019 besliste de Deense overheid om de tijdelijke verblijfsvergunning van honderden Syrische vluchtelingen niet te verlengen. Terwijl veel asielzoekers in een deportatiecentrum wachten op een ‘vrijwillige’ terugkeer naar hun onveilige thuisland, verdwijnen andere in de illegaliteit of vragen ze elders in Europa asiel aan. Ook in België.

Echt thuis heeft Aisha zich nooit gevoeld in Denemarken. ‘Toen mijn man me in 2014 belde en vertelde dat hij in Denemarken asiel had aangevraagd, hebben we slaande ruzie gehad’, herinnert ze zich. De Syrische vrouw slaat haar ogen neer en tuurt naar haar kopje koffie. ‘Hij was onderweg naar Zweden, maar hij werd in Denemarken tegengehouden. Nadat zijn vingerafdrukken waren afgenomen, had hij geen keuze en moest hij ter plekke asiel aanvragen. Wij hebben ons in 2015 in het kader van gezinshereniging bij hem gevoegd, maar ik heb er nooit vastigheid gevoeld. Ik had altijd het gevoel dat ik er te gast was.’

Die indruk was niet onterecht. Hoewel ngo’s geregeld rapporteren dat Syrische vluchtelingen die terugkeren het risico lopen te worden gemarteld of te verdwijnen, besloot Denemarken in 2019 dat Damascus en omstreken als veilig gebied beschouwd konden worden. De sociaaldemocratische regering verklaarde dat alle Syriërs die uit dat gebied kwamen en een tijdelijke verblijfsvergunning hadden, zo’n 1250 in totaal, opnieuw beoordeeld zouden worden.

Aisha’s gezin is een van de families die getroffen werden door de beslissing. In december 2020 lieten de Deense autoriteiten haar man Ayoub weten dat zijn tijdelijke verblijfsvergunning niet verlengd zou worden. Haar verblijfsvergunning, en die van hun twee zonen, kwam daarmee ook te vervallen. Sindsdien leeft de familie in angst. ‘Ik kan niet terug naar Syrië zolang president Bashar al-Assad er aan de macht is. Veel van mijn familieleden zijn gearresteerd en vermoord’, zegt Aisha. ‘De overheid bood ons 140.000 kronen (18.000 euro, nvdr) aan om terug te gaan naar Syrië. Maar we zijn nooit gekomen voor het geld, we zijn gekomen voor veiligheid.’

Terwijl Ayoub in Denemarken in beroep ging, besloot Aisha samen met hun twee zonen naar België te gaan, in de hoop wel asiel te krijgen. ‘We kenden al verschillende families die naar België waren vertrokken. Ze moedigden ons aan hetzelfde te doen. We hadden gehoord dat België welwillender is tegenover vluchtelingen, dat de mensen hier aardiger waren.’

Controversieel beleid

Al jaren streeft de Deense regering ernaar om het aantal asielzoekers zo veel mogelijk te beperken. Het land wil alleen maar vluchtelingen hervestigen via de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, de UNHCR. Om dat te bereiken, wordt het Deense migratiebeleid almaar strenger. In 2016 verkortte het land de lengte van de vluchtelingenstatus van vijf naar twee jaar. Ook het recht op gezinshereniging werd aangescherpt. En afgelopen mei nam het Deense parlement een wet aan die het mogelijk maakt asielzoekers naar een partnerland buiten Europa over te plaatsen om daar hun aanvraag af te handelen. Al die maatregelen druisen in tegen Europese migratierichtlijnen, maar daar trekt Denemarken zich niets van aan.

Sinds 2019 zijn 54 Syriërs vanuit Denemarken naar België gevlucht. Slechts twee van hen werden teruggestuurd.

Het besluit van de Denen om verblijfsvergunningen in te trekken is controversieel. Bijna alle experts die meewerkten aan het rapport dat de Deense immigratiedienst gebruikte om Damascus en omstreken als veilig te bestempelen, hebben publiekelijk hun handen van die conclusies afgetrokken. ‘Veel van de belangrijkste oorzaken die mensen ertoe hebben aangezet het land te ontvluchten, zijn niet verdwenen. De meerderheid van de vluchtelingen is gevlucht voor en is nog altijd bang voor de veiligheidsdiensten van het regime, willekeurige arrestaties en detenties, marteling, militaire dienstplicht, en intimidatie en discriminatie’, schreven de experts in een open brief in april 2021. Zes maanden later viel in rapporten van de mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch te lezen dat tientallen vluchtelingen die waren teruggekeerd naar regeringsgebied, waaronder Damascus en omstreken, onmiddellijk waren opgepakt en gemarteld. Sommige terugkeerders overleefden hun arrestatie niet.

Zowel de Europese Unie als de UNHCR is eenduidig: Syrische vluchtelingen kunnen niet veilig terugkeren naar Syrië. Dat iemand gevlucht is, maakt hem of haar verdacht voor het Syrische regime. ‘Alleen al het feit dat iemand het land verlaten heeft, kan ernstige implicaties hebben voor hoe hij bij zijn terugkeer behandeld wordt’, herhaalde het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO), dat Europese landen adviseert over asielbeleid, in zijn laatste advies van eind november 2021.

Toch zet Denemarken door. Vooralsnog hebben de Deense autoriteiten meer dan 850 verblijfsvergunningen bekeken en 378 vergunningen opgezegd. In ruim een derde van de gevallen werd de beslissing in beroep bevestigd.

Semigevangenis

Geen enkele Syriër is daadwerkelijk op het vliegtuig naar Damascus gezet. De Deense regering onderhoudt geen diplomatieke banden met het regime van president Assad, waardoor het terugsturen van vluchtelingen niet kan worden geregeld. Syriërs van wie de verblijfsvergunning is verlopen, moeten voor onbepaalde tijd naar een deportatiecentrum. Daar kunnen ze zich voorbereiden op hun ‘vrijwillige terugkeer’. Ze krijgen drie keer per dag warm eten, en dat is het zowat. Er is geen mogelijkheid tot scholing of werk, en het zakgeld is zeer beperkt. Mensen mogen maximaal 24 uur wegblijven. Syriërs sturen elkaar filmpjes door van onhygiënische omstandigheden, zoals schimmelende douches.

Ayoub weigert naar zo’n centrum te gaan. Hij lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en voelt niets voor een leven in een semigevangenis, onder constante druk om terug te keren naar een land dat hij als onveilig beschouwt. Sinds zijn beroep in augustus 2021 werd afgewezen, leeft hij in de illegaliteit. ‘Ik ga niet naar buiten. Als iemand me wil bezoeken, kan dat alleen op afspraak. Ik vrees voortdurend dat de politie me komt oppakken. Ze kunnen me in de gevangenis gooien omdat ik weiger naar een deportatiecentrum te gaan.’

Andere Syrische vluchtelingen volgen het voorbeeld van Aisha en beproeven hun geluk elders in Europa. Uit onderzoek uitgevoerd door Knack en verschillende Europese media in samenwerking met het onderzoekscollectief Lighthouse Reports, blijkt dat sinds 2019 veel meer Syriërs Denemarken hebben verlaten dan voorheen bekend was. In totaal zijn er alleen al naar Belgie, Nederland, Zweden en Duitsland minstens 400 Syriërs vertrokken.

Sinds 2019 zijn 54 Syriërs vanuit Denemarken naar België gevlucht, aldus de Dienst Vreemdelingenzaken. Nog eens 265 mensen vertrokken naar Duitsland, 62 naar Zweden, en minstens 40 naar Nederland, leert informatie opgevraagd door Knack en Le Vif, de Nederlandse krant Trouw, het Duitse magazine Der Spiegel, de Syrische Rozana Radio, de Deense krant Information, de Zweedse krant Sydsvenskan en de onafhankelijke nieuwswebsite EUobserver. Het totale aantal Syriërs dat Denemarken verlaten heeft, ligt zeker nog hoger, aangezien het slechts om vier Europese landen gaat.

Denemarken brengt met zijn beleid andere landen in een lastig parket. Volgens de tweede Dublinverordening is het eerste land waar vluchtelingen asiel aanvragen verantwoordelijk voor hen. Maar onder de Conventie van Genève bestaat er een verbod op refoulement, het terugsturen van vluchtelingen naar een land waar ze gevaar lopen. Iemand terugsturen naar een land dat die persoon daarna terugstuurt, is een indirecte schending van dat verbod. Bovendien is het niet toegestaan volgens het internationale recht. Om die reden besloot een rechtbank in Berlijn vorig jaar dat Denemarken niet langer een veilig land is om Syrische vluchtelingen naar terug te sturen, en kende ze een verblijfsvergunning toe aan een Syrische familie.

In Nederland werden in 2021 minstens veertien aanvragen die waren afgewezen vanwege de Dublinregeling bekrachtigd in hoger beroep, omdat Denemarken Syriërs nog niet daadwerkelijk uitzet. Maar de rechtbank in Den Bosch oordeelde wel dat twee Syrische vrouwen in ieder geval tijdelijk mochten blijven totdat het Europese Hof van Justitie uitspraak doet over hoe rechters moeten omgaan met afwijkend asielbeleid tussen verschillende landen. Die uitspraak wordt pas in september 2022 verwacht. Meerdere advocaten hebben beroep aangetekend bij het hoogste Nederlandse rechtsorgaan, de Raad van State.

Naar België

De situatie in België is een geval apart. Hier wordt een Dublinbesluit vrijwel nooit uitgevoerd. Indien Denemarken een Dublinclaim inwilligt, heeft België zes maanden de tijd om de overdracht te regelen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) stelt dat zijn diensten zich hard inzetten om Dublinbeslissingen uit te voeren, maar dat het bijna onmogelijk is, ‘zeker in deze covidcontext, waarin almaar meer mensen een PCR-test weigeren’. Daardoor kunnen ze niet worden overgedragen. Mahdi probeert nu de Dublintermijn voor weigeraars van een PCR-test te verlengen van 6 naar 18 maanden.

Ook de trage beroepsprocedures spelen een rol. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV), waar beroep tegen een Dublinbeslissing moet worden ingediend, behandelt Dublinzaken doorgaans niet binnen de zesmaandentermijn. Na die termijn is België automatisch verantwoordelijk voor de behandeling van een nieuwe asielaanvraag.

De situatie doet advocaat Tristan Wibault denken aan 2018, toen Zwitserland de verblijfsvergunning van honderden Eritreeërs introk. ‘Eritreeërs waren uitgegroeid tot de grootste groep asielzoekers in Zwitserland en er was veel politieke druk om daar verandering in te brengen’, legt hij uit. Het gevolg was dat velen naar België kwamen, waar ze een nieuw asielverzoek indienden. Wibault, die verantwoordelijk was voor een aantal van die zaken, heeft de beslissingen dat zij terug moesten naar Zwitserland systematisch aangevochten. ‘In sommige gevallen werd de beslissing in beroep bevestigd, maar meestal duurde het behandelen van het beroep langer dan zes maanden, waarna er een nieuwe asielaanvraag kon worden ingediend. Die werd dan onderzocht door België, dat die mensen over het algemeen een vluchtelingenstatus toekende.’

Dat kan de redding betekenen voor Aisha en haar zoon, zegt haar advocaat Gaëlle Jordens. Ze is tegen het uitzettingsbevel in beroep gegaan, maar verwacht niet dat Aisha voor de rechter zal moeten verschijnen. Van de 54 Syriërs die sinds 2019 uit Denemarken naar België kwamen, zijn er slechts twee teruggestuurd. Over enkele weken verstrijkt Aisha’s termijn. Daarna kan ze bij de immigratiedienst een nieuwe asielaanvraag indienen. En België erkent veel Syrische asielzoekers: meer dan 96 procent tot oktober 2021.

Mogelijk gooit een recente beleidswijziging alsnog roet in het eten. Sinds juni kent het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) niet langer systematisch subsidiaire bescherming toe aan Syriërs die afkomstig zijn uit een door het regime gecontroleerd gebied, en ‘voor wie er geen aanwijzingen zijn dat ze als tegenstanders moeten worden beschouwd’. Hoewel die gebieden niet officieel ‘veilig’ zijn verklaard, ‘worden ze niet beschouwd als plaatsen waar burgers een reëel risico lopen op willekeurig geweld’.

In het daaropvolgende maandelijkse overleg met niet-gouvernementele organisaties lichtte het CGVS toe dat het er niet van uitgaat dat de beleidswijziging tot veel afwijzingen zal leiden, aangezien de meeste Syrische vluchtelingen door het gevaar dat ze lopen toch in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus. Zo heeft België tussen juni en november 2021 de vluchtelingenstatus toegekend aan 1216 Syriërs. Cijfers van afwijzingen wilde het CGVS niet delen, maar volgens de ngo’s werd in minstens één geval een Syriër afgewezen onder het nieuwe beleid. De aanscherping van het beleid zal volgens het CGVS ‘niet de weg openen’ naar de intrekking van bestaande verblijfsvergunningen.

Zolang het nieuws zich verspreidt dat Denemarken het slechtste Europese land voor vluchtelingen is, is dat voor de Deense overheid genoeg.

Probleem exporteren

Aisha wacht intussen geduldig af. Na het uitzettingsbevel moest ze het opvangcentrum verlaten. Een verblijf in een terugkeercentrum zag ze niet zitten. Net als veel lotgenoten verdween ze en vond ze met de hulp van welwillende Belgen huisvesting. ‘Als we asiel krijgen in België,’ zegt Aisha in de kleine ruimte die dienstdoet als woonkamer, eetkamer en slaapkamer, ‘beginnen we opnieuw, zoeken we een baan, een huis. Als ons verzoek wordt afgewezen…’ Ze pauzeert, haar blik vol ongeloof. ‘Ik weet het niet, ik ben zo moe. Ik weet het echt niet.’ Er valt een stilte. Dan zegt ze gedecideerd: ‘Mijn enige wens is dat de Belgische autoriteiten snel een beslissing nemen. De Syrische revolutie begon tien jaar geleden, en ik leef al tien jaar in onzekerheid. Ik ben intussen de vijftig voorbij. Ik vraag maar één ding, en dat is om op één plek te kunnen blijven. Een veilige plek.’

Ayoub probeert nog altijd in Denemarken te blijven. Zijn advocaat, Niels-Erik Hansen, heeft in september de beroepscommissie voor vluchtelingen gevraagd om zijn zaak te heropenen. Ayoubs jongste zoon besloot drie maanden na aankomst in België terug te gaan naar Denemarken. Hij kreeg al snel politiek asiel omdat hij net achttien was geworden en bij terugkeer naar Syrië verplicht het leger in zou moeten. Hij zou het risico lopen beschuldigd te worden van het ontduiken van de dienstplicht. De deserteurstatus van zijn jongste zoon zou Ayoub dan weer kunnen blootstellen aan represailles als hij teruggaat naar Syrië. ‘We zullen wel enkele maanden moeten wachten vooraleer we te weten komen of de commissie de zaak opnieuw wil overwegen’, geeft Hansen toe.

Voor de Deense autoriteiten maakt het niet uit of mensen in de illegaliteit verdwijnen, wegkwijnen in terugkeercentra, ermee instemmen terug te keren naar Syrië of naar elders in Europa vluchten. ‘Het kan hen niet schelen of die Syriërs naar huis kunnen of niet’, zegt Hansen. ‘Zolang het nieuws zich verspreidt dat Denemarken het slechtste Europese land voor vluchtelingen is, is dat genoeg. Want de miljoenen Syriërs in Turkije en Libanon die ook naar Europa willen omdat hun situatie almaar ondraaglijker wordt, zijn op de hoogte van wat in Denemarken gebeurt en zullen niet naar hier komen. Denemarken toont niet alleen een gebrek aan solidariteit met de vluchtelingen, maar ook met zijn Europese buren. Je exporteert het probleem, je zorgt ervoor dat alle vluchtelingen naar andere landen gaan en dat niemand het in Denemarken probeert.’

‘Er is in Europa een race to the bottom aan de gang’, zegt staatssecretaris Sammy Mahdi. Hij ziet de oplossing in meer Europese samenwerking, zoals het Europese Migratiepact, waarbij alle migranten aan de buitengrenzen gescreend worden en bepaald wordt of ze bescherming nodig hebben. ‘Iedereen in de EU moet verantwoordelijkheid nemen. Zolang er geen ander gezamenlijk Europees beleid komt, zullen landen grijze zones opzoeken om de asieldruk te verleggen naar andere Europese landen.’

* Aisha en Ayoub zijn schuilnamen. Hun echte namen zijn bij de redactie bekend maar werden om privacyredenen veranderd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content