Vijf maanden geleden kreeg het land met Charles Michel een tweede Franstalige premier op rij. Maar zijn federale regering heeft tot nu toe nog niet zoveel klaar gemaakt, ook niet in het zuiden van het land. ‘Dat komt vooral door de Vlamingen’, zegt Béatrice Delvaux, politiek commentator van Le Soir. ‘Eindelijk hebben de Vlamingen wat ze al zo lang willen: een centrumrechtse regering. En wat doen de Vlaamse ministers? Ze maken ruzie.’

De redactie van de Franstalige krant Le Soir ligt op een uitgelezen plek in de Brusselse Koningsstraat. Overbuur is de N-VA, rechts huist de Vlaamse ondernemersvereniging Voka en links kijk je uit op het ministerie van Binnenlandse Zaken waar Jan Jambon (N-VA) kantoor houdt. ‘Ja, we zijn omringd door de macht’, lacht Béatrice Delvaux. Zij was tot 2011 hoofdredacteur van Le Soir en is sindsdien een van de invloedrijkste en cassantste commentatoren van Franstalig België.

Delvaux vertelt hoe de Franstaligen bij de regeringsverklaring van Charles Michel erg wantrouwig stonden tegenover N-VA-regeringsleden als Jan Jambon en Theo Francken: ‘Onze argwaan nam niet af toen Francken na de eedaflegging een verjaardagsfeest bijwoonde van de oprichter van de Vlaamse stoottroep VMO en Jambon de collaboratie goedpraatte. Velen in Vlaanderen stelden zich daar ook vragen over. Maar Jambon en Francken hebben hun excuses aangeboden, ook in de Franstalige media. Vanaf nu beoordelen wij hen op hun werk als minister.’

Wat blijkt: het valt wel mee met die N-VA’ers. Delvaux: ‘Sinds die rampzalige start is de Franstalige achterdocht afgenomen. De N-VA’ers in de regering hebben tot nu toe een goed parcours afgelegd. Ze beheersen hun dossiers en treden efficiënt op.’

Na de aanslagen op Charlie Hebdo hebben linkse Franstaligen en rechts-conservatieve Vlamingen voor het eerst sinds lang weer gemeenschappelijke doelstellingen en belangen: het verdedigen van ons democratisch model en het bekampen van moslimfundamentalisme.

BÉATRICE DELVAUX: De aanslagen op Charlie Hebdo en de Joodse winkel in Parijs – en daarna het oprollen van een terreurnetwerk in Verviers – hebben inderdaad alles veranderd. Dat was het begin van een nieuw hoofdstuk. Het veiligheidsthema staat nu hoog op de agenda. N-VA kan zich zo uitstekend profileren, want alle ministers die te maken hebben met veiligheid zijn N-VA’ers: Jambon op Binnenlandse Zaken, Francken op Asiel en Migratie, Steven Vandeput op Defensie. Soms vragen we ons af waarom de MR zulke slechte bevoegdheden voor haar eigen ministers heeft onderhandeld. En we hebben allemaal gezien hoe Jan Jambon in de Kamer Filip Dewinter op zijn plaats zette toen die zwaaide met de Koran als bron van alle kwaad. Dat was zeer opmerkelijk.

De N-VA’ers leveren ook inspanningen om in contact te komen met de Franstaligen. Ze zijn allemaal Frans aan het leren, en ze geven interviews aan de Franstalige media. Alleen Bart De Wever blijft onverzettelijk en praat niet. Ik vind dat jammer. Net zoals ik het jammer vind dat jullie niet zien dat de MR-ministers ook allemaal Nederlands studeren. Zij vertellen ons dat de Vlaamse pers niet in hen geïnteresseerd is, behalve in Charles Michel en Didier Reynders. Le Soir en Het Laatste Nieuws organiseren vaak samen politieke peilingen. Le Soir publiceert dan de resultaten voor Wallonië en Brussel, en wij brengen de Vlaamse even uitvoerig. Onze Vlaamse partner besteedt geen aandacht aan de uitslag in Wallonië. Het interesseert de Vlaamse pers blijkbaar niet hoe er in Wallonië wordt gedacht.

De Waalse publieke opinie heeft de grootste bocht moeten maken. Voor de verkiezingen verklaarde Charles Michel dat hij ‘jamais’ in een regering zou stappen met wat hij een separatistische en zelfs racistische partij noemde. Nu is hij premier van een regering met diezelfde N-VA als grootste partij.

DELVAUX: Charles Michel was razend toen de PS hem voor schut had gezet door snel een Waalse en Brusselse regering te vormen met CDH en zonder de MR. Bovendien dromen de Franstalige liberalen er al jaren van om een regering te vormen zonder de PS. Wat decennialang onmogelijk was, kon nu plots wel. De MR stelde vast dat de haat van haar mandatarissen tegenover de PS groter was dan hun afkeer van de N-VA, zeker nadat die haar communautaire eisen had laten vallen om in de regering te stappen. Ze hebben elkaar gevonden rond een sociaal-economisch programma. Voor de MR-kiezers is dat een droom die is uitgekomen.

Bart De Wever kon tijdens lezingen voor de verkiezingen al op bijval rekenen van Franstalige bedrijfsleiders.

DELVAUX: De sociaal-economische visie van de N-VA vindt daar brede steun. Alleen horen we onze patrons niet zo veel als de Vlaamse. In zekere zin is er geen Franstalig Voka : er bestaat geen regionale organisatie van werkgevers die zo invloedrijk en aanwezig is in het publieke debat als Voka. Wij hebben ook geen Fernand Huts, Wouter Torfs of Marc Coucke. De meeste Franstalige ondernemers durven geen publieke standpunten in te nemen: ze hebben te maken met regionale regeringen in Brussel of Namen waar de socialisten aan de macht zijn.

Hoe heeft Charles Michel de N-VA kunnen overtuigen om sociaal-economische thema’s voorrang te geven op de communautaire agenda?

DELVAUX: Dat was niet het werk van Michel, maar van Voka. Ook na de verkiezingen bleef Charles Michel twijfelen of hij met de N-VA in zee kon gaan. Tot het Voka hem uiteindelijk heeft kunnen overtuigen dat wel te doen. Voka-topman Jo Libeer en vooral voorzitter Michel Delbaere hebben lang ingepraat op de voornaamste Franstalige politici. Zij hebben Michel verzekerd dat de N-VA deze legislatuur geen communautaire zaken op tafel zou leggen.

Voka is dus niet alleen de baas van de N-VA, maar ook van de regering-Michel?

DELVAUX: Bij het Voka ligt vandaag het zenuwcentrum van de macht. Het zijn niet meer de pastoors en bisschoppen die in Vlaanderen zeggen wat er moet gebeuren, wel de bedrijfsleiders. De kerken werden vervangen door bedrijfsgebouwen. Het Voka heeft aan Bart De Wever duidelijk gemaakt dat de Vlaamse kmo-wereld hem wilde steunen en het heeft hem ervan overtuigd dat hij zijn communautaire agenda even moest laten vallen, omdat sociaal-economische veranderingen urgenter waren. Het heeft ons ook verrast dat De Wever voluit is gegaan voor deze neoliberale regering, al was het voor de N-VA natuurlijk de enige mogelijkheid om een einde te maken aan een decennialang beleid met de socialisten.

Gelooft u dat de N-VA deze legislatuur het communautaire zal laten rusten?

DELVAUX: Vanuit CD&V waarschuwt men ons voortdurend: ‘Let op, N-VA is niet veranderd. Het is niet omdat hun ministers Frans studeren dat ze hun ultieme droom van een onafhankelijk Vlaanderen hebben laten varen.’ Maar we zien ook wat er gebeurt. Iedereen merkt dat Jambon zich goed in zijn vel voelt als minister van Binnenlandse Zaken, hoe hij glundert als vicepresident Joe Biden hem in het Witte Huis ontvangt. Maar hoe wilt u eigenlijk dat wij onze argwaan tegenover de N-VA laten varen, als CD&V ons voortdurend duidelijk maakt dat we niet naïef mogen zijn? Zij zeggen ons: Jambons uiteindelijke politieke doel blijft wel de splitsing van het land. De N-VA wil nog steeds dat België barst, dat is en blijft hun programmapunt nummer één.

De PS belandde op de federale oppositiebanken. Dat kost haast elke leider van een regeringspartij zijn kop. Toch lijkt Elio Di Rupo zich vrij makkelijk te kunnen handhaven.

DELVAUX:Off the record is er in de PS wel kritiek op Di Rupo, bijvoorbeeld dat hij zich nog te veel als premier gedraagt. Hij oogt tegenwoordig wat vermoeid en het ontbreekt hem aan frisse ideeën. Sommigen hopen dat iemand anders aan het roer van de PS komt, zodat er een nieuwe wind kan waaien. Een PS’er zei in L’Echo: ‘Spijtig dat de pensioenleeftijd is opgetrokken tot 67 jaar, want dat betekent dat Di Rupo bij ons nog langer aan de macht zal blijven.’ Maar in de rangen van de PS geloven velen nog in zijn mobilisatiekracht. Er is dus wel een zekere weerstand, maar er is geen sprake van een putsch tegen Di Rupo.

Staat er bij de PS al een nieuwe generatie te trappelen?

DELVAUX: Die zie ik toch niet. Het is een probleem waar alle partijen mee kampen, niet alleen de PS: hun geringe aantrekkingskracht bij jongeren. De Waalse partijen zijn bourgeois geworden, chic, en hebben het contact verloren met de gewone mensen. De PS-burgemeester van Charleroi, Paul Magnette, is geen Daniël Termont, de SP.A-burgemeester van Gent. PS, Ecolo en zeker CDH zijn het contact met de man in de straat kwijt. Dat verklaart ook veel van het – weliswaar beperkte – succes van de Parti du Travail de Belgique (PTB, in Vlaanderen PVDA: Partij van de Arbeid, nvdr). De PTB spreekt nog wel de taal die de arbeiders verstaan. De partij komt met eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde problemen: nationaliseer de banken en voer een vermogensbelasting in, en alle problemen zijn opgelost. Maar de PTB moet zich niet te veel illusies maken. De PS weet hoe ze de socialistische droom aan de man moet brengen en hoe ze troepen kan mobiliseren. Ik zou de machinerie van de PS nog niet afschrijven. Ik zie ze zeker nog terugkeren.

De PS zit nog wel in de Waalse en Brusselse regering. Alleen horen wij in Vlaanderen erg weinig van de regeringen van Rudy Demotte en Rudy Vervoort.

DELVAUX:(lacht) Wij horen er ook weinig van. Wallonië of Brussel tonen geen sterke toekomstvisie. Zij slagen er ook niet in om die duidelijk en met enig enthousiasme over te brengen. En dus hebben de mensen het moeilijk om in hun project te geloven of het te steunen.

Ziet u meer dynamisme bij de federale regering-Michel? Zij beloofde bij haar aantreden een ‘regering van verandering’ te zijn.

DELVAUX: Het lijkt er niet op dat er veel verandering zal komen. Nochtans bestaat er ook in Wallonië een grote hunkering naar verandering. Voor de partijen van de federale regering kan de timing niet perfecter zijn, nu er jaren geen verkiezingen op de agenda staan. Maar ik zie die ‘grote veranderingen’ toch niet. Er zijn best inspanningen geleverd rond de pensioenen. Wat verder? Wat met de tax shift? We horen daar steeds meer tegenstrijdige verklaringen over. Premier Michel zou die zaak nu in handen moeten nemen en voorstellen moeten uitwerken. Maar hij doet dat niet. Waarom? Heeft hij geen manoeuvreerruimte? Heeft De Wever hem laten weten dat het reeds genoeg is? Ik ben er zeker van dat ook Voka daarover ontgoocheld is. Het is niet de enige dringende kwestie die de federale regering ter harte moet nemen.

Wat is er nog meer?

DELVAUX: De toenemende radicalisering van de moslimjongeren. Ze delen onze opvattingen niet over de relatie tussen religie en civiele wetten, over de plaats van de moslims in België, of het respect voor andere overtuigingen. Vaak gaat het om jongeren die werkloos zijn. Wat doen we met hen? Wat doen we om de integratie te verbeteren? Het gemakkelijkste is natuurlijk om de luiken neer te laten. Dat is het beleid van Theo Francken. Het ligt trouwens in het verlengde van wat Maggie De Block (Open VLD) deed in de vorige regering, en dat gebeurde dus met goedkeuring van de PS. Er is wellicht een strenge aanpak van de immigratie nodig, maar dat volstaat niet. Het is sparadrap: oppervlakkige doekjes voor het bloeden. Ook als we de grenzen sluiten, blijven er mensen in nood van over de Middellandse Zee komen. Als de regeringen – meervoud – niet inzien dat we dringend een groot plan nodig hebben voor de immigratie en de multiculturele samenleving waar alle beleidsniveaus moeten meewerken, raken we nergens. Dat is ook de noodkreet van burgemeesters als Hans Bonte, Bart Somers en Yvan Mayeur. Helaas stel ik vast dat de regionale en federale regeringen niet goed samenwerken. Het is hemeltergend, want die naijver verhindert elk geïntegreerd beleid.

De regering-Michel komt ook elke dag in de krant met onderling gesteggel.

DELVAUX: Merkwaardig, nietwaar? Eindelijk hebben de Vlamingen wat ze al zo lang willen: een centrumrechtse regering. En wat doen de Vlaamse ministers? Ze maken ruzie. De CD&V voert oppositie binnen de regering. Terwijl bij het begin van deze legislatuur iedereen dacht dat de PS en de Franstalige opinie de regering-Michel in nauwe schoentjes zouden brengen. Soit: als Franstalige commentator doet het mij plezier om te zien dat er nu een einde komt aan de karikatuur dat het altijd ‘de slechte Franstaligen’ zijn die de ‘welwillende Vlamingen’ tegenwerken. Als het nu niet vooruitgaat, komt dat niet door Vlaams-Waalse tegenstellingen, wel door een Vlaams-Vlaamse obstructie.

Waarom kiest CD&V voor die obstructie?

DELVAUX: Het is alsof de CD&V niet wil dat de regering met de N-VA lukt, en dat men er vooral op uit is om de N-VA te treffen. De ministers van de N-VA laten zien dat ze in staat zijn om goed te besturen. Dat maakt de N-VA extra bedreigend voor CD&V, die al veel kiezers naar de Vlaams-nationalisten zag overlopen. De CD&V wil voorkomen dat ze verder afkalft. De Vlaamse regeringspartijen lijken er nu al vooral mee bezig hoe ze de volgende verkiezing kunnen winnen. Dat is toch beschamend?

De CD&V-ministers verdedigen zich met het argument dat zij voortdurend moeten opkomen voor de noodzakelijke sociale correcties en accenten.

DELVAUX: CD&V’ers vertellen ons hoe ze elke dag ervaren dat de N-VA binnen de regering een sociaal model wil doordrukken dat gebaseerd is op uitsluiting. Daar wil CD&V niet aan meedoen en voor die houding krijgt ze ook bijval in Vlaanderen. Bart De Wever en de N-VA hebben steeds beweerd dat het sociaal verzet tegen hervormingen uit Wallonië kwam, maar we zien dat er ook in Vlaanderen acties werden gevoerd tegen de beleidsmaatregelen van de regering-Michel.

Weet u, het echte beleid van de opeenvolgende Belgische regeringen staat vaak haaks op hun imago. Anders dan De Wever de vorige jaren beweerde, was de regering-Di Rupo vaak meer een liberaal dan een socialistisch kabinet. Omdat de regering-Di Rupo wilde bewijzen dat de N-VA niet nodig was, nam ze vaak beslissingen waar de N-VA op had aangestuurd, zoals de zesde staatshervorming of een strengere aanpak van de werklozen. Vandaag roepen de socialisten in de oppositie dat de regering-Michel een en al rechts is, wat ook niet klopt. Nu is het de CD&V die ervoor probeert te zorgen dat de socialistische kritiek geen hout snijdt.

Wil u zeggen dat zonder de CD&V de regering-Michel de rijken helemaal zou sparen en vooral de rest van de bevolking zou doen inleveren?

DELVAUX: De rijkeren zijn de protegés van deze regering. Dat zie je toch bij de discussie over de tax shift, het verschuiven van de lasten op arbeid naar vermogen en consumptie? De tax shift zou een aanleiding moeten zijn om tot een rechtvaardiger en eenvoudiger belastingsysteem te komen. Met de hervorming van de belastingen zou je ook een aantal grote maatschappelijke uitdagingen kunnen aanpakken. Er zou niet alleen een eind moeten komen aan de absurd hoge belastingdruk, maar ook aan de talloze bedrijfswagens die alleen maar leiden tot meer files en vervuiling. Maar onder het voorwendsel dat het kapitaal volatiel is, wordt er in elk geval geen werk gemaakt van een ernstige vermogensbelasting. Dat ondermijnt de samenleving. Deze federale regering vergeet het uitgangspunt van Jean-Luc Dehaene: dat de mensen best een inspanning willen leveren, als ze het gevoel hebben dat ze rechtvaardig worden behandeld.

Dat is nu niet zo?

DELVAUX: Nee. De regering-Michel geeft de indruk dat aan haar vrienden niet de inspanning gevraagd wordt die de rest van het land wel moet leveren. Net zoals regeringen met de socialisten gebukt gingen onder de lobby van de vakbonden en de ziekenfondsen, staat een kabinet met de N-VA en Open VLD duidelijk bloot aan de lobby van de bedrijfsleiders en de mensen die er warmpjes inzitten. Zéér warmpjes. Je kunt toch niet een indexsprong doorvoeren en tegelijkertijd de huurprijzen wel laten stijgen met de index? Dat is toch onrechtvaardig? De regering-Michel gaat erg ver in het bedienen van één deel van de bevolking.

Is dat de voornaamste invloed van de N-VA in de federale regering? En de reden dat u argwanend blijft tegenover een regering met een Franstalige premier?

DELVAUX: Hier bij Le Soir zijn we zeker niet over de hele lijn negatief over de N-VA. De N-VA-ministers doen alles om de indruk te geven dat zij hun werk met meer waardigheid en zin voor het welzijn van de Belgische staat doen dan in het begin voor mogelijk werd gehouden. Ze hebben een reeks voorstellen om het land beter te besturen. Maar voortdurend vragen we ons af: willen ze eigenlijk toch niet het einde van België? We zijn op onze hoede. De intenties van de N-VA lijken nog altijd meer gericht op het welzijn van Vlaanderen dan op dat van België. Neem het N-VA-discours dat er meer geld nodig is voor het leger. En in ruil dan maar meer besparen op de sociale zekerheid? Als De Wever blijft herhalen dat het sociaal overleg niet meer werkt, is dat toch een andere manier om het land te verdelen? Wie garandeert ons dat hij toch niet de stekker uit de federale regering zal trekken als hem dat goed uitkomt?

Nogmaals: ik benadruk dat het mij zeer meevalt dat de N-VA-ministers geen vernederend discours meer voeren tegenover Wallonië of Franstalige Belgen. We zijn niet vergeten hoe ze tien jaar geleden met vrachtwagens vol nepgeld naar Strépy zijn gereden om de ‘geldverslindende en onzinnige’ transfers aan te klagen en ons zo te vernederen. We zullen ook altijd in ons achterhoofd blijven houden dat Jan Jambon ooit de hand schudde van een antisemiet als Jean-Marie Le Pen van het Front National.

Evolueert ook het beeld van Bart De Wever mee met dat van zijn ministers?

DELVAUX: Het blijft jammer dat hij nog altijd niet wil praten met de Franstalige pers, en zeker niet met Le Soir. Vooral nu hij er voortdurend in slaagt om de politieke agenda te bepalen. Vaak komt hij vanuit Antwerpen tussenbeide in de federale regering, waar hij persoonlijk geen deel van uitmaakt. Dat vind ik ongepast. Hij ontpopt zich als schaduwpremier en kondigt bijvoorbeeld al aan dat er soldaten in de straten zullen verschijnen, nog voor de regeringsvergadering die daarover zal beslissen is afgelopen. Dat moet voor een eerste minister toch onverdraaglijk zijn? Ik vind het ook merkwaardig dat men daar in Vlaanderen zo mild over oordeelt. Maar één ding moet je De Wever nageven: hij neemt duidelijke standpunten in en windt daar geen doekjes om, ook niet als ze niet populair zijn. In Vlaanderen heeft lange tijd het katholieke gedachtegoed over goed en kwaad overheerst, maar dat is nu zo goed als verdwenen. Bart De Wever heeft Vlaanderen een alternatieve moraal aangeboden door te zeggen wat kan en niet kan. Je mag bijvoorbeeld in een trein je voeten niet op de bank leggen en je mag daarop worden aangesproken. Zoiets hoor je in Wallonië veel minder.

Dat is het uitzonderlijke aan de politicus Bart De Wever: hij loopt niet achter zijn electoraat aan, hij brengt zijn kiezers zelf in beweging. Ze gaan zelfs skiën met De Wever. Ze volgen hem overal, tot in zijn overdrijvingen toe.

DOOR EWALD PIRONET EN WALTER PAULI, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

‘De regering-Michel gaat erg ver in het bedienen van één deel van de bevolking.’

‘Eén ding moet je Bart De Wever nageven: hij neemt duidelijke standpunten in en windt daar geen doekjes om, ook niet als ze niet populair zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content