Kardinaal Leo-Jozef Suenens bleef tot op het laatste de nieuwste trends van het religieuze leven opvolgen. Zijn Kerk lag in de wereld.

HIJ WAS EEN diepgelovig man. Dat stond te lezen in ongeveer alle commentaren bij het overlijden op maandag 6 mei in de Brusselse Sint-Janskliniek van de bijna 92-jarige (op 16 juli) kardinaal Leo-Jozef Suenens. In het geval van Suenens zit er in deze karaktertekening nauwelijks een tautologie verscholen. In een tijd waarin van veel kerkleiders blijkbaar meer angst uitgaat dan geloof, nam Suenens een aparte positie in. Alleen al de manier waarop hij vanuit zijn geloof met aanvaarding en bijna nieuwsgierigheid uitkeek naar de aftakeling van het lichaam en de dood illustreerden dat, hoewel hij haaks daarop geregeld herhaalde dat uitsluitend zijn geloof hem zo fit hield.

Zijn loopbaan lang manifesteerde Suenens zich als een bijzonder trendgevoelig kerkleider. In de nog godsvruchtige jaren vijftig ontpopte hij zich als een uitgesproken propagandist van het uiterst vrome Marialegioen, een lekenorganisatie voor biddende Mariavereerders. Onder Johannes XXIII die le retour du coeur predikte in de kille, wereldvreemde kerk die de ascetische Pius XII had achtergelaten, ontdooide kardinaal Suenens tot een vurig promotor van de zo nodige aggiornamento het bij de tijd brengen van de kerk, zoals Vaticanum II dat nastreefde. Daarin ging Suenens verder dan het Tweede Vaticaanse Concilie van de jaren zestig. Hij pleitte al vroeg (namelijk op 12 mei 1970) voor het wijden tot priester van viri probati, gehuwde mannen die hun kwaliteiten bewezen hebben. En in die fameuze jaren zestig joeg hij het Vaticaanse establishment tegen zich in het harnas met een visionair artikel in Le Soir waarin hij de afschaffing verdedigde van het wereldwijd verspreide diplomatieke netwerk van nuntiaturen en in één moeite door voorstelde om de hoofdzetel van de katholieke kerk te verhuizen van Rome naar Jeruzalem.

In eigen land startte hij in die periode met het Johannes XXII-seminarie dat een priesteropleiding in conciliaire stijl beoogde, waarbij de seminaristen gewoon college aan de universiteit liepen. Zo hield kardinaal Suenens de deur altijd open op de wereld, en bewaarde hij het evenwicht tussen man van de kerk en man van de wereld.

Hoe trendgevoelig en eigentijds de Franstalige Brusselaar Suenens ook overkwam, de communautaire interactie aan de katholieke universiteit van Leuven schatte hij verkeerd in. Op basis van een bars mandaat over het unitaire karakter voor die universiteit, verspeelden de Belgische bisschoppen veel van hun krediet bij de Vlamingen en lag het huwelijk tussen kerk en politiek op apegaaien. Later bracht wijlen Emiel-Jozef De Smedt, bisschop van Brugge, de vaderlandse bisschoppen terug tot de werkelijkheid. Kardinaal Suenens zelf verzette zich tot het bittere einde tegen de splitsing van de KU Leuven. Zijn Franstalige milieu haalde in deze kwestie het overwicht op zijn vroege vice-rectorschap en ook wel zijn gehechtheid aan deze Alma Mater.

WEERSTAND.

Op het consistorie (de vergadering van kardinalen onder voorzitterschap van de paus) van 19 maart 1962 kreeg Suenens de kardinaalshoed opgezet door Johannes XXII. Diens opvolger, Paulus VI, betuigde hem naderhand een nog grotere waardering : bij zijn verkiezing tot paus, in 1963, troonde hij kardinaal Suenens mee om op het Sint-Pietersplein de ovatie van de massa in ontvangst te nemen.

In 1976 eerde ook de niet-katholieke wereld kardinaal Suenens. Toen reikte prins Philip van Edinburgh hem op Buckingham Palace de Templeton-prijs uit, omwille van zijn verdiensten voor het bevorderen van de contacten tussen de wereldgodsdiensten. Het interview dat hij vervolgens in de toenmalige Today show van de CNN verstrekte, leverde Suenens de doorbraak in de Verenigde Staten op.

Zeker naar buiten toe bleven zowel Johannes XXIII als Paulus VI kardinaal Suenens tot het laatste moment te vriend houden. Zelfs toen die strijd leverde binnen de Vaticaanse commissie die een encycliek ( Humanae Vitae) over de anticonceptionele pil voorbereidde. Vergeefs waarschuwde Suenens toen dat ?één geval- Galilei wel volstond.?

Ook in het kloosterleven, zeker dat van de vrouwen, trapte hij met zijn revolutionaire aanpak op lange tenen. In zijn boek ?Terugblik en verwachting? vertelt hij zelf hoe Johannes XXIII hem het verhaal deed van een kloosterbezoek, waarbij hij aan de eerwaarde moeder informeerde waarmee hij haar een plezier kon doen. Het antwoord luidde : ?Heilige Vader, geef mij op een zilveren schaal het hoofd van die Belgische kardinaal.?

Al die weerstanden stemden kardinaal Suenens niet pessimistisch. Hij noemde de nasleep van het beloftevolle Vaticaanse concilie ?de maartse buien en aprilse grillen van een lente in de Kerk.? Maar toen de lente bleef haperen, zocht Suenen nieuwe impulsen en kwam in de Verenigde Staten in contact met de (protestantse) charismatische beweging, die vooral de enthousiaste elementen van het christendom centraal beklemtoonde, zowel in de werking van de Heilige Geest als in opwekkende bijeenkomsten. In die opwekkingsbeweging onderkende de kardinaal veel heil. In diverse geschriften schaafde hij de protestantische kantjes van de charismatische beweging weg, om uit te groeien tot de beschermheer ervan. De beweging gehoorzaamde aan een nieuwe trend maar meed tegelijk elke discussie in de naam van een feilloze trouw aan het gezag van Rome. Wat betekende dat Suenens zijn vernieuwende ideeën vaarwel zei.

Onder zijn begeleiding (leiding) integreerde de koninklijke familie zich in de charismatische beweging, met de spraakmakende begrafenis van koning Boudewijn als absolute hoogtepunt van deze houding. In welke mate deze beweging en niet Opus Dei, zoals wel eens beweerd wordt ook het politieke leven van Boudewijn beïnvloedde, is nog altijd niet helemaal duidelijk. Het is allicht één van de geheimen die kardinaal Leo-Jozef Suenens meeneemt in zijn graf.

Staf Nimmegeers

Kardinaal Leo-Jozef Suenens : het enthousiasme van de vernieuwer.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content