HET GAT WORDT GROTER EN GROTER

ELIO DI RUPO EN DE ONDERHANDELAARS negeren de nieuwe cijfers van het Monitoringcomité. © SANDER DE WILDE/REPORTERS

De regeringsonderhandelaars mikken op een saneringsinspanning van 11,3 miljard euro. Eigenlijk zou dat bijna 14 miljard moeten zijn, maar dan wordt de economie in ons land helemaal versmacht.

Een zekere sense of urgency lijkt zich nu toch meester gemaakt te hebben van formateur Elio Di Rupo (PS). Op basis van de voorstellen van de zes onderhandelende partijen (PS, SP.A, CD&V, CDH, MR en Open VLD), biechtstoelgesprekken en huiswerk van technische werkgroepen heeft hij een lijst van ongeveer 200 mogelijke maatregelen samengesteld om de overheidsfinanciën te saneren. Een conclaaf tijdens het verlengde weekend van Wapenstilstand zou moeten leren wat daarvan nog overblijft om het globale overheidstekort (federaal, regionaal en lokaal) terug te dringen tot 2,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) – dat is nog altijd ruim 10 miljard euro -, en tegelijk de weg naar een bescheiden begrotingsoverschot in 2015 in te slaan.

Na de bekendmaking van het akkoord over het communautaire luik van de formatie op 11 oktober maakte Di Rupo niet meteen haast met de begrotingsopmaak. In de afgelopen maand staken hij en de onderhandelaars hopen energie in een steekspel met de Vlaamse, Waalse en Brusselse regering over hun bijdrage aan de saneringsinspanning. Vooral de twee liberale partijen, die niet in die regionale regeringen vertegenwoordigd zijn, blijven vinden dat de deelstaten meer moeten doen. Anders is de saneringsfactuur, inclusief de schuldenlast en de oplopende socia- le kosten van de vergrijzing, volledig voor rekening van de federale overheid.

De omweg die mee op verzoek van Open VLD en MR via de Hoge Raad van Financiën (HRF) werd gemaakt om het dispuut te beslechten, leverde in elk geval niets op. Behalve dan een stevige clash tussen de top van de Vlaamse regering en Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank en afdelingsvoorzitter van de HRF. Het HRF-advies bevestigde wél dat de terugval van de economische groei tot 0,8 procent in 2012 de begrotingsinspanning alleen maar groter zal maken. De drie regionale regeringen komen desondanks niet of nauwelijks extra over de brug. Ze gaan ook niet akkoord met de HRF-ramigen over de tekorten van de steden en gemeenten, waarover ze de voogdij hebben. Die tekorten zijn gebaseerd op extrapolaties van bedragen van tien jaar geleden en zouden volgens de HRF in het verkiezingsjaar 2012 zelfs oplopen tot 1,4 miljard, terwijl dat maar goed de helft zou mogen zijn.

Structurele inspanning

Di Rupo moet hoe dan ook weinig vertrouwen in het advies van de HRF hebben gehad, want hij vroeg via de ontslagnemende regering een extra inschatting van het Monitoringcomité voor de Begroting. Dat comité wordt gevormd door topambtenaren, die de evolutie van de begroting opvolgen. Hun ramingen zijn gebaseerd op ongewijzigde wetgeving. Zo vertrekken ze bijvoorbeeld van de wettelijke groeinorm van 4,5 procent voor de uitgaven van de ziekteverzekering, en van de wettelijke rentemechanismen in de regeling van de notionele-interestaftrek voor bedrijven die met eigen kapitaal investeringen financieren. Eind september raamde het Monitoringcomité de globale overheidsinspanning voor 2012 op die manier op 10,2 miljard euro.

Mogelijk heeft de formateur nu al spijt van zijn parallelle demarche. In een eerste nota, geschreven op Allerheiligen, verhoogde het Monitoringcomité de inspanning voor 2012 door het slabakken van de economie met 1,73 miljard euro, waarvan 1,35 miljard voor de federale overheid. Of in totaal net geen 12 miljard. (Tussen haakjes: de HRF komt in zijn advies uit op 9,6 miljard, maar dan op basis van een door de ontslagnemende regering afgetopte notionele-interestaftrek en van een uitgavengroei in de gezondheidszorg die in de realiteit lager is dan de wettelijke norm.)

In een tweede nota van Allerzielen voegde het comité daar een raming van het ‘structureel saldo’ aan toe. Die oefening houdt verband met een dubbele begrotingsaanbeveling die de Europese Commissie in december 2009 aan België gaf, wil het onder de Europese procedure van een ‘buitensporig tekort’ uitkomen. Concreet: ons land mag van Europa in 2012 nog een begrotingstekort van maximaal 3 procent van het bbp hebben, én moet daartoe jaarlijks een structurele sanering van 0,75 procent van het bbp leveren, los van eenmalige maatregelen en de invloed van de economische conjunctuur. Maar volgens het Monitoringcomité lapt België die tweede aanbeveling aan zijn laars. In 2010 bedroeg de structurele inspanning 0,5 procent en dit jaar 0 procent omdat een regering in lopende zaken niet kan ingrijpen. Voor volgend jaar zou ze uitkomen op 1,2 procent. Maar gespreid over de periode 2010-2012 blijft ons land voor meer dan 0,5 procent van het bbp, of 2 miljard euro, afwijken van de Europese aanbeveling.

Als de septemberraming van het Monitoringcomité wordt aangevuld met zijn nieuwe bedragen in de nota’s van 1 en 2 november, zou de begrotinginspanning van alle overheden samen in 2012 dus net geen 14 miljard euro moeten bedragen.

Wegmoffelen

Het gat in de overheidsfinanciën wordt dus almaar groter en de tijd dringt. Voor een normale behandeling van de begroting 2012 in het federale parlement is het alvast te laat. Het zijn ook niet de regeringsonderhandelaars maar het is een regering die een dergelijke begroting moet indienen. Een nieuw kabinet is echter niet voor meteen. Aan de onderhandelingstafel werden na het akkoord over de staatshervorming intussen enkele halfslachtige afspraken over het energiebeleid, de NMBS, de politie en Justitie gemaakt, maar over bijvoorbeeld de pensioenen, de beheersing van de loonkosten en de werkgelegenheid is het eerste woord nog niet gezegd.

Een verlenging van het systeem van voorlopige twaalfden (in 2012 kan dan maandelijks niet meer worden uitgegeven dan in 2011) zou andermaal een noodmaatregel kunnen zijn. Ontslagnemend minister van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) zet daarvoor deze week in elk geval de procedure in gang, ook om vanaf januari ten minste de federale ambtenaren en de werking van de federale overheidsdiensten te kunnen betalen. Maar demissionair premier Yves Leterme vindt dat ’te vermijden’. In een pittige brief aan Di Rupo (zie kader) heeft hij eind vorige week laten weten dat het begrotingstekort op die manier uiteraard niet verminderd wordt, en dat België over anderhalve maand een negatief oordeel en strenge aanbevelingen van de Europese Commissie mag verwachten als er niet heel snel een akkoord over de begroting voor 2012 en een budgettair schema voor 2013-2014 is.

Dat Di Rupo en de regeringsonderhandelaars intussen vertrekken van een begrotingsinspanning van 11,3 miljard en zich niet richten naar de nieuwe informatie van het Monitoringcomité heeft twee redenen. Met de deelstaten is de discussie over de financiën van de steden en gemeenten stilgelegd tot het Instituut voor de Nationale Rekeningen in maart 2012 mogelijk met geactualiseerde gegevens uitpakt. Zitten die lokale besturen op dat moment nog altijd diep in het rood, dan worden de gewesten aangesproken. Maar zo is vorige week wel 700 miljoen euro uit de tabellen weggemoffeld.

Dat laatste geldt eveneens voor de door Europa geëiste structurele saldoverbetering, die anders op een inspanning van 2 miljard extra in 2012 zou neerkomen. Di Rupo en de zes partijen hopen kennelijk dat ons land al op een goed blaadje kan komen bij de Europese Commissie als het globale overheidstekort tot 2,8 procent van het bbp herleid wordt. Een inspanning van 11,3 miljard in één jaar is bovendien ongezien voor ons land. ‘Het zal sowieso een huzarenstuk zijn om dat enorme bedrag bij elkaar te sprokkelen’, aldus een onderhandelaar. Nog grotere inspanningen betekenen volgens hem dat de economie versmacht wordt. ‘Het vertrouwen van de consumenten zal kelderen en ondernemers zal de adem worden afgesneden.’ Achter de schermen circuleren voorstellen om zeker 20 procent via nieuwe belastingen binnen te halen en om voor minstens 3 miljard euro in de sociale zekerheid en de ziekteverzekering te snoeien.

Trouwens, dat alles gaat alleen nog maar over de begroting van 2012. Nadien zouden de deelstaten en de lokale besturen volgens het zogenaamde stabiliteitsprogramma aanzienlijk meer tot de sanering moeten bijdragen. Maar niemand – ook niet de HRF en het Monitoringcomité – waagt zich op dit ogenblik aan berekeningen, waarin de gevolgen van de nieuwe staatshervorming (met een overdracht van bevoegdheden en miljarden aan middelen) en de nieuwe financieringswet zijn meegenomen. Hoe overtuigend het ‘meerjarenperspectief’ van het Belgische begrotingswerk in die context voor de Europese instanties kan zijn, is dan ook zeer de vraag.

DOOR PATRICK MARTENS

Zeker 20 procent zou via nieuwe belastingen komen, en men zou voor minstens 3 miljard snoeien in de sociale zekerheid en de ziektever-zekering.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content