Het ene plafond is het andere niet

Federaal minister voor Energie Tinne Van der Straeten en haar Nederlandse collega Rob Jetten. © Collage Knack

Het Nederlandse prijsplafond voor gas en elektriciteit verlaagt de energiefactuur van veel Nederlandse huishoudens in één klap. Waarom doet België niet hetzelfde?

Begin deze maand verkondigde federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) triomfantelijk dat Europa werk zou maken van een prijsplafond voor gas. Dat is een idee waar ons land met premier Alexander De Croo (Open VLD) al maanden op aandringt. Tot op vandaag is het onduidelijk of er zo’n Europese maximumprijs voor gas komt en hoe die eruit zal zien. Nederland heeft daarop niet gewacht en kondigde aan dat het een prijsplafond invoert op gas én elektriciteit.

De maximumprijs die de Nederlandse regering wil invoeren voor gas en elektriciteit geldt voor het gemiddelde verbruik. Er is dus een volumegrens waarvoor het prijsplafond geldt en die bedraagt 1200 m3 of 12.000 kilowattuur voor gas en 2400 kilowattuur voor elektriciteit. Voor het verbruik boven die volumegrens blijft de marktprijs gelden. Nederlanders die meer energie dan gemiddeld verbruiken, moeten daarvoor dus veel meer blijven betalen.

12.000 kilowattuur gas en 2400 kilowattuur elektriciteit, dat zijn aardige hoeveelheden. In ons land bedraagt het gemiddelde verbruik van een huishouden zo’n 17.000 kilowattuur gas en 3000 kilowattuur elektriciteit. We hebben wat grotere huizen dan onze noorderburen, maar misschien zijn we ook niet zo zuinig.

Slagers en bakkers

Wat is de maximumprijs die Nederland wil doorrekenen voor gas en elektriciteit die onder die volumegrens vallen? De Nederlandse regering hanteert daarvoor de prijzen van begin dit jaar. De gas- en elektriciteitsprijs was toen al wel gestegen, als gevolg van onder meer het opveren van de economie en de grotere vraag uit China, maar de energieprijzen waren toen nog niet geëxplodeerd. Dat gebeurde pas toen Rusland eind februari Oekraïne binnentrok.

In Nederland zou de maximumprijs voor gas 1,50 euro bedragen per kubieke meter en voor elektriciteit 0,70 euro per kilowattuur. Vandaag zijn die prijzen in Nederland gemiddeld respectievelijk 3,80 euro en 0,90 euro. Volgens de eerste berekeningen zou de korting voor een gemiddeld Nederlands huishouden rond de 2280 euro liggen op jaarbasis. In Nederland was eerder al de btw op energie tot eind dit jaar verlaagd van 21 naar 9 procent. En je kon een eenmalige energietoeslag van ongeveer 1300 euro krijgen als je als alleenstaande minder verdiende dan 1310,05 euro of als samenwonenden minder dan 1871,50 euro per maand.

Het Nederlandse prijsplafond zou niet alleen gelden voor alle huishoudens maar ook voor bijvoorbeeld kantoren en winkels, scholen en zorginstellingen, hotels en restaurants. Er wordt nog bekeken of er een apart prijsplafond op stroom en gas kan komen voor bijvoorbeeld bakkers, telers en slagers. Hun verbruik is vaak veel hoger dan dat van huishoudens.

Noodfonds

Nederland zou deze maatregelen tijdelijk invoeren. Ze moeten starten op 1 januari 2023 en doorlopen tot het eind van dat jaar. Daarom zijn de prijsplafonds ook nog niet definitief vastgesteld. Als de gasprijs de volgende maanden daalt, kan de maximumprijs nog worden verlaagd, maar voor gas zou het plafond maximaal verlaagd worden tot 1,20 euro per kubieke meter.

Dat is nog niet alles, want in Nederland komt er ook een noodfonds, gezamenlijk opgezet door de overheid en de energieleveranciers, voor mensen die zelfs na het prijsplafond hun energiefactuur niet kunnen betalen. De Nederlandse regering wil zo voorkomen dat kwetsbare huishoudens met een betalingsachterstand te grote schulden opbouwen.

Daarmee vergeleken kennen we in België een potpourri aan maatregelen: de btw werd verlaagd van 21 naar 6 procent, er werden energiecheques uitgedeeld, het sociaal tarief (dat vier keer per jaar wordt berekend) werd uitgebreid van 424.000 naar 880.000 huishoudens of zo’n 16 procent van alle gezinnen. Toen bleek dat de mensen die net niet in aanmerking kwamen voor het sociaal tarief eveneens moeite hadden om hun energiefacturen te betalen, gingen er stemmen op om het sociaal tarief nog uit te breiden. De partij Vooruit wil zelfs dat iedereen 200 kilowattuur gratis elektriciteit krijgt.

Prikkel voor zuinigheid

In Nederland zijn de maatregelen om de energiefactuur te temperen niet alleen overzichtelijk en voor iedereen begrijpelijk, maar er worden ook twee zaken intelligent aan elkaar gekoppeld: het prijsplafond en de volumebeperking. Zo blijft de prikkel om energie te besparen bestaan. Onze noorderburen kunnen maar beter niet meer dan een gemiddeld gezin verbruiken. En dus moeten ze ook investeren in energiebesparende maatregelen, zoals isolatie. Het Nederlandse systeem heeft dus oog voor zuinig energieverbruik.

Daarnaast biedt het de consument ook prijsstabiliteit. Die weet hoeveel hij moet betalen als hij niet meer dan een gemiddeld gezin verbruikt en is niet meer het slachtoffer van de jojoënde marktprijzen.

Het Nederlandse prijsplafond zit heel anders in elkaar dan het systeem dat premier De Croo en minister Van der Straeten voor de Europese Unie voorstellen. In dat voorstel wordt eenvoudig gezegd dat er geen gas meer mag worden gekocht boven een vastgestelde maximumprijs. Dat kan alleen in heel Europa worden ingevoerd, want als één land toch meer geld biedt, verbrokkelt het hele opzet. Critici zeggen dat door zo’n prijsplafond gasbedrijven nog minder gas op de markt zullen brengen. Zo krijg je pas echt een probleem van gasaanvoer.

Het Nederlandse systeem is ook anders dan het prijsplafond dat Spanje en Portugal invoerden. Daar geldt een maximumprijs voor elektriciteitsproducenten, maar gascentrales, die het dure gas moeten aankopen, krijgen daarvoor een compensatie. Er geldt geen volumebeperking voor de consumenten, zoals in Nederland. Het gevolg? Energie in Spanje en Portugal werd goedkoper, er werd helemaal niet meer zo zuinig mee omgesprongen en de vraag steeg. En dus klom de prijs opnieuw.

Prijskaartje

Dan lijkt het Nederlandse prijsplafond slimmer. Bovendien kan Nederland het op zijn eentje doorvoeren. De vraag is dan natuurlijk: waarom doet België niet iets soortgelijks? Het antwoord is eenvoudig: er hangt een serieus prijskaartje aan. De Nederlandse overheid zal de energieleveranciers immers compenseren voor het verschil tussen de maximumprijs en de marktprijs.

Hoeveel dat de Nederlandse schatkist zal kosten, is nog onduidelijk. Dat hangt onder meer af van de marktprijs van het gas: als die nog heel lang heel hoog blijft, loopt de rekening voor de Nederlandse schatkist op. In de Nederlandse begroting werd er alvast 5,4 miljard euro voor gereserveerd. Dat is zeker onvoldoende. Veel realistischer is een kostprijs van 17,2 miljard euro.

En dan weten we het wel: in ons land is zo’n inspanning onhaalbaar gezien de penibele staat van onze overheidsfinanciën. De Nederlandse regering raamt het begrotingstekort in 2023 op 3 procent van het bbp (bruto binnenlands product, wat iedereen in een land samen aan goederen en diensten produceert), en de overheidsschuld op 49,5 procent van het bbp. In België hebben we een tekort van 5,5 procent van het bbp en een schuldgraad van meer dan 100 procent. Nederland heeft dan ook steeds zuinig omgesprongen met het belastinggeld en kan nu de nood hoog is een forse inspanning leveren. Dat is bij ons onmogelijk. Tenzij we nóg dieper in het rood duiken en de oplopende factuur doorschuiven naar de volgende generaties.

De Nederlandse maatregelen stimuleren zuinig energieverbruik.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content