Cabo Verde, een eilandengroep in de Atlantische Oceaan op zowat 550 kilometer van Senegal. Ooit was het een Portugese kolonie die dienst deed als tussenstation op de slavenroute van Afrika naar Zuid-Amerika. De bevolking van Kaapverdië ontstond uit een versmelting van Portugezen en Afrikanen, een kruisbestuiving die zich ook in de eilandcultuur weerspiegelt. Zo klinken in Kaapverdische muziekgenres als de morna en de meer opgewekte coladeira, echo’s door van Portugese fado, Braziliaanse samba en West-Afrikaanse dansmuziek.
Als de wereld vandaag de morna kent, die trage melancholische muziek die als golven uit de zee komt aanspoelen, dan is dat onder anderen te danken aan Herminia. Ze is een unieke erfgename van de cantadeiras, vrouwen die in het begin van deze eeuw met een verscheurd hart en een Afrikaanse, diepe stem de morna lieten weerklinken. Herminia zette haar eerste schuchtere muzikale stappen op Sâo Vicente, het tweede grootste van de tien Kaapverdische eilanden én het centrum van het culturele leven. Na de dood van haar vader verhuisde ze – nauwelijks elf – naar het eiland Sal, waar ze als barzangeres tussen 1965 en 1981 iedereen verraste met interpretaties van de morna’s die haar vader had gecomponeerd. Hierbij begeleidde ze zichzelf op gitaar en op cavaquinho, een kleine gitaar van Portugese oorsprong.
Pas na haar terugkeer naar Sâo Vicente wordt Herminia een bekende en veel gevraagde artieste. Toch besluit ze te stoppen, tot 1997, want dan weet dichter/componist Vasco Martins haar te overtuigen om de draad opnieuw op te nemen.
De morna’s vormen met hun melancholische melodieën en polyritmie ongetwijfeld het muzikale uithangbord van Kaapverdië. Het bitterzoete verlangen of de treurige nostalgie doen denken aan de Portugese saudade. Maar de criolu-poëzie (een mengvorm van oud-Portugees en West-Afrikaans) verhaalt meer dan afscheid en nostalgie. Het kan ook gaan over de liefde voor een vrouw of een moeder, over het Kaapverdische landschap, of over het terralongismo, een begrip dat het gevoel voor het verre thuisland (terralonge) oproept. Het woord morna zou afgeleid zijn van het Engelse werkwoord “to mourn”, treuren. Maar in tegenstelling tot de Portugese fado’s waarin men zich fatalistisch en gelaten neerlegt bij het noodlot, brengen de Kaapverdiërs altijd een hoopvol element aan. De morna is overigens slechts één van de muziekvormen waarin je iets van het wezen van de Kaapverdiër kan terugvinden. De morna is niet contemplatief; het is stadsmuziek, die gezongen wordt in de kroegen. En de steden zijn maar een klein onderdeel van de eilanden.
Traditioneel werk uit Kaapverdië door Herminia & Ensemble. Zaterdag 4/9 om 20.00 in La Tentation, Laekenstraat 28 in Brussel; vrijdag 10/9 om 20.30 in het Zuiderpershuis, Waalse Kaai 14 Antwerpen. Tickets Brussel: 02/507.82.00 (PSK) – 0800/21.221 (Booking Office) en 0900/00600 (Fnac); Tickets Antwerpen: 03-248.01.00
Johan Van Acker