Marleen Teugels
Marleen Teugels Marleen Teugels is onderzoeksjournalist en auteur. Haar onderzoeksartikelen verschijnen hoofdzakelijk in het tijdschrift Knack. De voorbije zes jaar is ze als docent onderzoeksjournalistiek verbonden aan meerdere journalistieke opleidingen.

Dit weekend start de VRT zijn ‘Kom op tegen kanker’-campagne. Hoe staat het nu met de behandeling van kanker? Een gesprek met de Belgische Françoise Meunier, hoofd van de Europese Organisatie voor het Onderzoek en de Behandeling van Kanker (EORTC).

INFO /http://www.eortc.beNaar aanleiding van de viering van 100 jaar Vrouwenraad brengt Knack in 2005 een hele artikelenreeks.

In tien jaar tijd is de prognose voor kankerpatiënten er volgens Françoise Meunier spectaculair op vooruitgegaan. Tegenwoordig geneest de helft van de patiënten. Alleen op het vlak van longkanker maakt de medische wetenschap geen vorderingen. Françoise Meunier kan het weten. Als wereldexpert schimmelziekten bij kankerpatiënten (candida) met roots in het Brusselse Jules Bordet Instituut, kwam ze in 1991 aan het hoofd van de internationaal gereputeerde European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC), die vanuit Brussel klinisch onderzoek naar kankerbehandelingen coördineert. Daarvoor beschikt de EORTC over een Europees netwerk van klinische vorsers. 300 universiteiten werken aan diverse projecten mee, waarin elk jaar ongeveer 6500 kankerpatiënten participeren. Zo slaagt de EORTC erin om nieuwe medicijnen alsmaar sneller bij de patiënt te brengen. De ontwikkeling van die medicijnen zelf zit overigens ook in een stroomversnelling, omdat wetenschappers de mechanismen van kanker steeds beter begrijpen. Of de medische wetenschap er dankzij die veelbelovende vooruitgang in zal slagen om kanker als tweede doodsoorzaak in Europa van zijn troon te stoten, blijft echter bijzonder onwaarschijnlijk.

Voor welke kankers maakt de medische wetenschap vorderingen?

FRANçOISE MEUNIER: De behandeling van frequente kankers zoals borst- en prostaatkanker is de laatste 10 jaar enorm verbeterd. De meest spectaculaire successen boeken we echter met meer zeldzame vormen van kanker, zoals de gastrointestinale stroma tumors (GIST), hersentumoren en leukemie bij kinderen en volwassenen. De behandeling van longkanker gaat er echter geen stap op vooruit. Dat is dramatisch en enorm frustrerend.

Wat bedoelt u?

MEUNIER: Het kost ontzettend veel energie om onderzoeksprojecten gefinancierd te krijgen. We voeren een hopeloos gevecht om levens van longkankerpatiënten te redden, terwijl net die vorm van kanker gemakkelijk kan worden voorkomen door te stoppen met roken. Als niemand nog aan nicotine verslaafd zou zijn, zou longkanker voor een groot deel van de kaart verdwijnen. Het onderzoek naar de behandeling van longkanker vordert tergend moeizaam.

Is de prognose voor longkanker dan zo slecht?

MEUNIER: Ja. Amper 15 procent van de longkankerpatiënten overleeft vijf jaar. Daar moet iets aan veranderen. Preventie is trouwens perfect mogelijk zonder dat het fortuinen hoeft te kosten.

De behandeling van kanker gaat erop vooruit en toch stijgt het aantal kankergevallen?

MEUNIER: Eén op de twee kankerpatiënten geneest, dankzij nieuwe behandelingen die zeer succesvol zijn. We ontdekken kanker ook veel sneller, via gesofistikeerde methodes om de diagnose te stellen. Borstkanker kunnen we bijvoorbeeld in een vroeger stadium opsporen. Waardoor de overlevingskansen stijgen.

Toch zal het aantal kankergevallen niet dalen. In 2015 zullen 1,25 miljoen Europeanen aan kanker sterven, zomaar eventjes 130.000 mensen méér (+ 11 procent) dan in 2000.

Vanwaar die toename?

MEUNIER: Vandaag sterven veel minder mensen dan vroeger aan tuberculose, aan een longontsteking, aan een auto-ongeluk. We leven langer en krijgen degeneratieve ziekten die met ouder worden te maken hebben. Kanker is een typische ouderdomsziekte. 65 procent van de kankers komt voor bij 60-plussers. Hoe ouder de bevolking, hoe meer kankergevallen. Paradoxaal genoeg, krijgen we dus steeds meer kankers, terwijl de kans op genezing blijft stijgen. Ook andere factoren werken de toename in de hand: stress, een verkeerde voeding, zwaarlijvigheid, milieuvervuiling…

Wat is de bijdrage van de EORTC voor de strijd tegen kanker?

MEUNIER: De moleculaire biologie evolueert zeer snel, bijvoorbeeld door de ontdekking van het menselijke genoom (het geheel van alle genen van de chromosomen van een individu, nvdr). We begrijpen nu beter waarom een cel kwaadaardig wordt. Daardoor kunnen we heel gericht geneesmiddelen ontwikkelen die de zieke cellen aanpakken, zonder de gezonde cellen aan te tasten. Spijtig genoeg duurt het vijf tot acht jaar vooraleer een nieuw medicijn op de markt komt. Via een uitgebreid internationaal netwerk is de EORTC in staat dat basisonderzoek te versnellen. We kunnen tal van vorsers inschakelen die hun patiënten bij het experimenteel klinisch onderzoek betrekken, waardoor de nieuwe behandelingen sneller op punt staan.

Hoe gebeurt dat in de praktijk?

MEUNIER: Neem de gastrointestinale stroma tumors (GIST). Wetenschappers hadden het vermoeden dat een medicijn dat bij leukemie wordt gebruikt, ook bij de GIST kon helpen, omdat in beide gevallen sprake was van hetzelfde genetische defect. De werking van het medicijn in België uittesten, was onbegonnen werk. Jaarlijks zijn er in ons land amper 50 GIST-pa- tiënten, terwijl je voor klinische proeven 1000 GIST-patiënten nodig hebt. Dankzij onze internationale contacten waren de proeven in 11 maanden rond. We zitten nu in de fase van de follow-up en de resultaten zijn veelbelovend. De EORTC speelde in dit onderzoek van professor Allan Van Oosterom (KU Leuven) een cruciale rol.

Halen de patiënten die aan de experimenten deelnemen, er zelf voordeel uit?

MEUNIER: Ze hebben een grotere overlevingskans. Door deelname aan een klinische studie zijn de patiënten zeker dat ze in een vergelijkend onderzoek steeds de meest optimale standaardbehandeling krijgen, of de experimentele variant. Indien geen standaardbehandeling voorhanden is, krijgen ze toegang tot nieuwe behandelingen die nog niet op de markt zijn. Die klinische studies gebeuren altijd volgens een streng gecontroleerd kwaliteitsprotocol.

Is de EORTC onafhankelijk?

MEUNIER: Dat is noodzakelijk. De evaluatie van nieuwe medicijnen kan uiteraard alleen gebeuren door onafhankelijke wetenschappers die er geen financieel belang bij hebben. We zijn er niet om een markt te veroveren en winst te maken, zoals de farmaceutische industrie. De EORTC doet ook onderzoek naar de beste behandelingsmethoden. De industrie houdt zich daar niet mee bezig. De prognose in geval van strottenhoofdkanker is bijvoorbeeld vaak slecht. Is het dan niet belangrijk dat de patiënt tot het eind zijn stem kan behouden? Dankzij EORTC-onderzoek is de strottenhoofdsparende behandeling standaard geworden.

Wie financiert de EORTC?

MEUNIER: Onze stichting, waarvan prinses Astrid erevoorzitster is, ontvangt bijvoorbeeld bijdragen van de Belgische Federatie tegen Kanker, de Vlaamse Kankerliga en kankerliga’s uit andere Europese landen. We worden ook gesponsord door het Amerikaanse Nationale Kankerinstituut (NCI). We voeren ook studies uit op vraag van de farmaceutische industrie. We valideren nieuwe producten, testen ze uit volgens onze regels. Ook de analyse van de eindstatistieken gebeurt door de EORTC. Een studie die wordt gevalideerd door de EORTC is een goudmijn voor de farma-industrie. Het is bijgevolg logisch dat de bedrijven daarvoor moeten betalen.

En de Europese Commissie?

MEUNIER: We krijgen geen structurele steun van de Europese Commissie. Dat is moeilijk te begrijpen, vooral omdat de Commissie internationale netwerken promoot. Eén keer hebben we een toelage gekregen, van 1986 tot 1989. Daarna was het afgelopen.

De EORTC is in Brussel gevestigd. Is dat interessant voor ons land?

MEUNIER: De organisatie vormt een bron van informatie en is belangrijk voor kankerpatiënten. Alleen kennen ze ons niet. Jammer, want ze kunnen de EORTC steeds voor een tweede opinie contacteren. Binnen de 24 uur weten ze bij welke specialist in welk land ze voor hun specifieke problemen terechtkunnen. Als de kanker al vergevorderd is, komen ze voor een experimentele behandeling in aanmerking. Op onze website staat welke klinische proeven er aan de gang zijn.

U was de Belgische laureaat van de prijs ‘Vrouwen van Europa’. Moet een vrouw nog altijd dubbel zoveel presteren als een man om te bewijzen dat ze bekwaam is?

MEUNIER: Ja. ‘De dag dat men incompetente vrouwen benoemt, is er gelijkheid tussen mannen en vrouwen’, zei de Franse journaliste-politica Françoise Giroud en ze had gelijk. Gelukkig heeft wetenschap weinig met mannelijk of vrouwelijk te maken. Mijn vader was chirurg. Hij heeft me de smaak van de medische wetenschap doorgegeven. Bordet heeft me de wetenschappelijke methode bijgebracht en de passie voor het onderzoek. Toen ik bij de EORTC begon, zei toenmalig voorzitter – de Antwerpse uroloog Louis Denis – dat ik van de 27 kandidaten diegene was met het hoogste testosterongehalte.

Ik beschouw het als een voorrecht voor de EORTC te mogen werken. We gaan een permanent gevecht aan tegen ziekte, voor het leven. Het is een continue strijd, dicht bij de zieke mens. We dienen een edel doel, dat te maken heeft met de essentie van het leven. Het geeft een goed gevoel iets te hebben bijgedragen aan deze planeet. Dat kun je alleen als je goed omringd bent, met familie en medewerkers die perfect begrijpen waar je naartoe wilt.

Marleen Teugels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content