Zondag. Bemiste beemden beloven een skone dag. Morel van stal gehaald en wel tot achter Sint-Maria-Horebeke de velden bereden. Geregeld landlieden die hun klakske afnemen in ’t voorbijrijden. De genegenheid die uit zo’n simpel gebaar komt geschenen, bestraalt u binnenwaarts met warmte. Als ik president van de partij wil worden, dan is het om zulke mensen te kunnen bedienstbetonen.

Ik zweette mij de naad uit de broek en ben nog een dobbelen bruinen van Roman in de Bonanza op de Markt gaan drinken. Achiel van de wasserij, wiens zoon ik nog een duwke heb gegeven voor een plaats bij het spoor, zei : “Meneer Herman, ’t is toch spijtig dat g’er niet bij zijt. ” In de regering bedoelde hij. Ik kwinkslaagde : “Mijn beste, gij weet dat ik er altijd geren bij ben. En surtout, de president van een oppositiepartij kan meer doen voor de mensen dan dat ge peinst. Wat drinkt ge nog voor mij ? “

Dinsdag. 11 juli, het feest van jakobijns Vlaanderen ! Het land van technologie en friet ! Waar een doofstomme geen burgemeester mag worden omdat hij de streektaal niet spreekt ! Swenst dat de slag bij Michelbeke toch oneindig veel belangrijker is geweest dan dat beenhouwerskongres in Kortrijk in 1302.

De kangoeroe gevoederd.

Woensdag. Onze Alexander zegt dat ik mij in mijn rubriekske in de Knack getrompeerd heb, dat die akteurszoon die kandidaat-voorzitter is, niet Bruno Rouffaer heet. Hij heeft gelijk, het is de Bruno van Senne Skoenaerts die ik bedoelde. Ik heb altijd al gezegd dat er iets formidabels is aan die jongen zijn hersenen. Paete, non dolent, als hij zoiets zegt.

Van het voorzitterskap gesproken, hebt gij ooit van Paul Cleynhens gehoord ? Ik ook niet en pertang is hij ook kandidaat. Allé, de volgende ! Ik sta daar zeer gedetacheerd tegenover. Maar hij is van Meise en het moet zijn dat hij Annemie Neyts wil attaqueren, ik versta dat.

Donderdag. Die doktoor uit Oostende die nu staatssekretaris van de Coöperatie met de arme landen is, ziet er mij ook maar een kaarskensbijter uit. Het geld zal wel weer allemaal naar de masseurkes gaan. Pas op, krijg geen verkeerd gedacht van mij, want ik ben bij de jezuïeten op school geweest en gáárne, anders zou ik daar niet de primus perpetuus zijn geweest. Ik misjon niemand iets, ge ziet dat van hier. Maar dat ze mijn Kongo voort gaan verzwijnen, wel, on ne devraits’étonner que de pouvoir encore s’étonner.

Zaterdag. Bij de coiffeur in zo’n boekske gelezen dat prins Laurent zijn savoir-vivre een beetje geamidoneerd schijnt te zijn geraakt. Luistert, ik zal daar kort over zijn. Iedereen weet dat ik savoir-faire heb et je le fais savoir, ge moogt gerust zijn. Maar ze moesten mij niet hebben in de Kroonraad, wel, ik trek er ook mijn handen van af. Hebt gij al over Filip zoiets gehoord ? En wie heeft er op Filip gepast alsof dat het zijn eigen Alexander was ? Ik zeg dat en ik zeg niets, maar de waarheid mag toch ook een keer geblonken hebben.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content