De evolutie van het ‘virus van de mens’ gaat tot 20.000 jaar terug.

Hepatitis B is een virale ziekte die kan uitmonden in ernstige leverproblemen. Ze wordt verspreid van mens tot mens via ‘besmette lichaamsvochten’ – ze is dus seksueel overdraagbaar. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waren in 2015 257 miljoen mensen drager van het virus, dat elk jaar zo’n miljoen doden veroorzaakt. Vaccinatie is mogelijk, maar ze bereikt te weinig mensen om het virus onder controle te brengen.

Van hepatitis B wordt aangenomen dat het echt iets van mensen is: er zijn geen sporen van gevonden in andere dieren. Wetenschappers, onder wie archeologe Katrien Van de Vijver (KBIN), hebben in Science de evolutie van het virus in kaart gebracht aan de hand van virusresten uit fossiele mensen van 10.500 tot 400 jaar oud. De gemeenschappelijke voorouder van alle virusvondsten zou 20.000 à 12.000 jaar geleden ontstaan zijn. Het virus was in die periode zelfs al aanwezig in de eerste mensen in Zuid-Amerika.

In Europa werd het oorspronkelijke virus zo’n 10.000 jaar geleden vervangen door een nieuwe stam, die waarschijnlijk door migrerende boeren werd meegebracht. Ook hij is ondertussen grotendeels verdwenen. Van de prehistorische virusstammen worden nog slechts af en toe sporen gevonden.

Microbiologe Stien Vandendriessche (UGent) en haar collega’s meldden in Nature dat ze aanwijzingen vonden voor resistentie van bacteriën tegen onze antibiotica, maar voor er sprake was van gebruik van synthetische antibiotica. Ze troffen zogenaamde methicilline-resistente stafylokokken aan in egels, die voor 1940 leefden. Egels produceren een natuurlijk antibioticum dat vergelijkbaar is met sommige medische producten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content