Britse deelnemers aan de Olympische Spelen in Athene worden beschermd door agenten van de Special Forces. De NAVO heeft voor deze Spelen eveneens een aantal specialisten uitgestuurd voor het geval dat Al-Qaeda zou toeslaan.

De Olympische Spelen, die vrijdag in Athene beginnen, gaan gepaard met een van de grootste veiligheidsoperaties van de jongste jaren. Want ook in Athene regeert, ondanks het uitgelaten sfeertje in en rond de stadions, de angst voor terreur.

Angst is soms een vreemde raadgever. Een van de weinige politici die zich daarom bekommert, is kamervoorzitter Herman De Croo. ‘Als liberaal’, zei hij onlangs, ‘word ik stilaan ongerust als ik zie welke vrijheden wij moeten inleveren in naam van de efficiëntie, in naam van de strijd tegen het terrorisme, maar ook uit angst voor die terreur.’

Vandaag kan iedereen, op elk moment, door de politie- en veiligheidsdiensten worden afgeluisterd, zonder dat een rechter daartoe de toestemming geeft.

Mensen kunnen op een zwarte lijst worden geplaatst, met als gevolg dat elk normaal functioneren onmogelijk wordt. Ook bij ons. Het gezin Sayadi-Vinck in Putte staat al ruim anderhalf jaar op zo’n zwarte lijst. Omdat de Stichting Wereldhulp, waarvoor Nabil Sayadi werkte, volgens Amerikaanse diensten banden zou hebben met terreurorganisaties. Het eerste bewijs voor die betrokkenheid bij terreur moet nog altijd worden geleverd. Toch werd destijds beslag gelegd op zijn loon en geraakte Nabil Sayadi intussen zwaar gestigmatiseerd, wat het zoeken naar ander werk niet vergemakkelijkt.

Bij gebrek aan bewijzen is er ook geen sprake van een formele beschuldiging. Toch lijkt niemand, ook de regering niet, in staat om de naam van Sayadi van die zwarte lijst te halen, zodat het gezin opnieuw een normaal leven kan leiden.

Op de Amerikaanse basis van Guantanamo Bay, op Cuba, zitten nog altijd een zeshonderdtal verdachten, die destijds in Afghanistan werden opgepakt en naar het kamp gedeporteerd. Twee van hen hebben de Belgische nationaliteit.

Van Franse en Britse gevangenen, die intussen al naar hun land werden overgebracht, zijn de verhalen over mishandeling in het kamp bekend. De gedetineerden worden er geregeld ondervraagd. Tot voor kort gebeurde dat vaak hardhandig. De intussen beruchte Amerikaanse generaal Geoffrey Miller, die de leiding had over de gevangenis Abu Ghraib waar Iraakse verdachten werden klaargemaakt voor ondervraging, stond maandenlang aan het hoofd van het kamp in Guantanamo Bay.

De rapporten van Amnesty International, de advocatenvereniging European Democratic Lawyers en het Rode Kruis zijn eensluidend: hier worden mensenrechten geschonden.

Als daar in Guantanamo Bay al een soort van rechtbank zetelt, dan krijgt de beklaagde vooraf geen inzage in zijn dossier, kan hij niet vooraf met zijn advocaat overleggen, laat staan dat hij al een beroep kan doen op een door hem zelf gekozen verdediger. Van een onafhankelijke rechter of jury is al helemaal geen sprake. Tegen sommige gevangenen is zelfs niet eens voldoende bewijsmateriaal voorhanden om ze voor de rechtbank te halen.

En als de ondervragers in Guantanamo Bay sommige verdachten tot bekentenissen hebben gebracht, wat is dan het gewicht daarvan voor een, in dit geval, Belgische rechtbank? Werden de bekentenissen spontaan afgelegd, of pas nadat de gevangenen eerst, zoals in Abu Ghraib, murw werden gemaakt?

West-Europese landen, waaronder België, wagen het niet de grote rechtsprincipes te hanteren om hun onderdanen in bescherming te nemen. Want zij willen er vooral niet van worden verdacht terug te willen komen op de verregaande beloften, afgelegd na 11 september 2001, om samen met de Verenigde Staten de strijd aan te binden tegen de terreur.

Toch heeft elk democratisch land de morele plicht zijn burgers te beschermen tegen onwettige vervolging, zelfs in een bevriend, democratisch land. In dit geval zeker, omdat de vermeende terreurdaden – als die al worden bewezen – niet hebben plaatsgegrepen in de Verenigde Staten, maar in Afghanistan.

Al die ingrepen, in naam van de terreurbestrijding, die de individuele vrijheid aan banden leggen, doen Herman De Croo denken aan de tijd dat de lijfeigenen bij groot gevaar in de versterkte burcht mochten schuilen. In ruil moesten ze ’s nachts op het water van de kasteelgracht slaan, om te beletten dat de kikkers gingen kwaken, en zodoende de nachtrust van de heer bevorderen.

Dat zijn we nu dus aan het doen: driftig op het water slaan, in de hoop dat de kikkers stil blijven.

Rik Van Cauwelaert

West-Europa waagt het niet de grote rechtsprincipes te hanteren om zijn onderdanen te beschermen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content