De Vlaamse regering moet zich uitspreken over de gevraagde maar betwiste gewestplanwijziging, die op de Nieuwpoortse Lens-polder een golfterrein en villa’s zou toelaten.
DE PRIJZIJ, ook wel als priezie uitgesproken, is de vergoeding die de pachter ontvangt voor het werk en de kosten aan de pachtgrond, die hem voortijdig wordt ontnomen. Daarom wordt ook van eindepacht- of uittredingsvergoeding gewaagd. Bij het bepalen ervan wordt, onder meer, rekening gehouden met het inkomen dat de pachter moet derven, met het bedrijfsverlies aan dieren en materiëel, met mogelijke bedrijfsherstruktureringen, met het feit dat de kosten voortaan op een kleinere oppervlakte moeten verhaald worden of dat hij nieuwe gronden moet verwerven. De pachtwet is op dat vlak helemaal niet restriktief. Hij biedt de pachter zelfs alle kansen om, bij het afstaan van zijn pachtgrond, alle mogelijke schadeposten in te brengen. Alle geraadpleegde experten noemen 15 à 20 frank per vierkante meter een redelijke prijzij, 25 frank per vierkante meter goed betaald en 50 frank per vierkante meter uitzonderlijk.
Uitgerekend een dergelijk prijsverschil voor gelijkwaardige, zelfs aan elkaar grenzende pachtgronden, doet vragen rijzen over de uittredingsvergoeding die de Nieuwpoortse schepen van Landbouw, Ekonomie en Leefmilieu André De Zaeyer (CVP) vorig jaar, bij het verlaten van een paar pachtpercelen in Middelkerke (Lombardsijde), ontving. Dezelfde vastgoedmakelaars, die hem daar zo’n slordige 51 frank per vierkante meter (in totaal 1,8 miljoen frank) betaalden, zetten er namelijk tegelijk De Zaeyer en andere leden van de Nieuwpoortse CVP-SP-bestuurskoalitie toe aan de gewestplanwijziging te bepleiten, waardoor in de ekologisch waardevolle Lenspolder, tussen Nieuwpoort-bad en Nieuwpoort-stad, een golfterrein en enkele woonwijken zouden kunnen komen.
De erfgenamen- Crombez verkopen nu eenmaal hun laatste landerijen aan de kust. Zoals wel vaker gebeurt, neemt de geldadel de gronden van de landadel over. In dit geval rukken de erfgenamen van Lucien baron Vlerick ( Bic Carpets in Kortrijk) en van Walter ridder Vanden Avenne (veevoederbedrijven in Ooigem) op. In Nieuwpoort doen zij dat met de NV Lutheric, genoemd naar baron Lucien en zijn echtgenote Thérèse Vlerick-Vande Wiele ; in de aanpalende gemeente Middelkerke met de NV Vlerick Vastgoed. Precies deze vennootschap kocht in augustus 1995 in Middelkerke een dozijn percelen. Het merendeel van deze woon- en woonuitbreidingsgebieden ligt in de Middelkerkse deelgemeente Lombardsijde, maar grenst aan Nieuwpoort en nog wel aan de jachthaven ; zij het aan de overkant van de Koninklijke baan, tussen de Schorrebloem- en de Schoolstraat.
Wellicht ware deze verkaveling onbesproken gebleven, mocht De Zaeyer daar geen gronden gepacht hebben en mochten de nieuwe eigenaars, die hem op royale uittredingsvergoedingen trakteerden, eind september 1994 (met de NV Lutheric) ook de Lenspolder in Nieuwpoort niet aangekocht hebben ; weliswaar op voorwaarde dat zij binnen de vijf jaar van de politici de nodige wetswijzigingen en vergunningen bekomen om er een golfterrein en enkele residentiële kavels aan te leggen.
BELANGENKONFLIKT.
Schepen De Zaeyer heeft zeker zijn redenen waarom hij, bij het afstaan van zijn pachtgronden in Lombardsijde, van de Vlericks een uittredingsvergoeding van gemiddeld 51 frank per vierkante meter ontving. Terwijl andere landbouwers, amper enkele meters verder, hoogstens 25 frank per vierkante meter inden. Daarover door ons een tweede keer ondervraagd, verklaarde de man vorige zondag andermaal dat hij op die grond vooral grove groenten (bloemkolen en jonge aardappelen) teelde, dat hij deze bedrijfstak nu moest opgeven, dat de daartoe gedane investeringen omzeggens verloren zijn en dat dit alles toch verrekend en vergoed moest worden. En zo geschiedde.
Het is echter zeer de vraag of De Zaeyer evenveel zou gekregen hebben, mocht hij geen politiek mandaat uitoefenen. En of hij als politiek mandataris op donderdag 25 januari bij het begin van de gemeenteraad, die over de motie tot gewestplanwijziging van de Lenspolder stemde, dan niet moest laten notuleren dat hij van de betrokken promotoren de hogervermelde vergoedingen had ontvangen, zoals Knack al op 17 januari signaleerde ? En al deed de schepen er het zwijgen toe, dan behoorde het tot de wezenlijke taak van de burgemeester als voorzitter deze kwestie aan de gemeenteraad te signaleren ; al was het maar uit politiek fatsoen en uit respekt voor de nieuwe gemeentewet. Artikel 92 bepaalt namelijk dat het elk gemeenteraadslid en de burgemeester verboden is ?tegenwoordig te zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde, voor of na zijn verkiezing.”
Landbouwschepen De Zaeyer stemde op 25 januari in de gemeenteraad van Nieuwpoort, in koor met de CVP-SP-meerderheid (14 tegen 6 ; bij 1 VLD-onthouding), openlijk in met het voorstel van het kollege van burgemeester en schepenen om aan de Vlaamse regering te vragen gewestplanbestemming van de Lenspolder zodanig te wijzigen, dat de NV Lutherick er een golfterrein en woonwijken zou kunnen aanleggen.
Niemand binnen de meerderheid besteedde enige aandacht aan het nochtans uitvoerig beschreven ekologisch belang van de Lenspolder, als ?één van de laatste plaatsen aan de Belgische kust waar een natuurlijke, ononderbroken overgang van duin naar polder voorkomt, (en) één van de grootste oppervlakten aaneengesloten open ruimte aan onze sterk geürbanizeerde kust”, zoals de VZW Natuurreservaten er onlangs nog op wees. Niemand scheen zich ook te herinneren dat het nu besproken Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (Gnop) van Nieuwpoort een golfterrein ?ongepast ten aanzien van het behoud van de ekologische potenties van de Lenspolder” noemt.
Iedereen scheen ook te vergeten dat West-Vlaanderen al zeven golfterreinen telt en dat de Vlaamse regering op 22 september 1995 besliste om de ?Beleidsnota Golfterreinen” van mei 1989 ?grondig te onderzoeken en te aktualizeren, met het oog op een toekomstgericht en vanuit verschillende aspekten onderbouwd beleid.”
Neen, CVP-burgemeester Roland Crabbe, direkteur-ingenieur bij de administratie Wegen en Verkeer in Brugge en gewezen kabinetsmedewerker van Theo Kelchtermans (CVP), toen die Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken was, dacht het als gangmaker van de NV Lutherick finaal te moeten hebben van een brief van de ?Orde van de bons vivants”, een lokale horeca-vereniging waarvan hij lid is. Die brief pleit niet alleen voor een golfterrein, maar beschuldigt bovendien de zeven pachters, van wie er zes hun landbouwbedrijf op de Lenspolder hebben, van al wat lelijk is. Uitgerekend die landbouwers lieten bij het begin van de raadszitting een protestbrief circuleren. Daarin herinneren zij het stadsbestuur eraan dat het zijn beslissing van 27 september 1989 om de Lenspolder als agrarisch gebied te behouden, blijkbaar vergeten is, dat hun zware investeringen in melkvee nu pas beginnen renderen en dat zij met hun gemengde familiale bedrijven ?een milieuvriendelijke invulling zijn van een uniek stukje open ruimte langs de kust. Aansluitend bij de kinderboerderij en als enige open ruimte in Nieuwpoort-bad, kan de Lenspolder ook een toeristische waarde krijgen.” Dat denken trouwens ook het aktiekomitee van de omwonenden, alle natuur-, wandel- en vrijetijdsverenigingen én de bevoegde Vlaamse CVP- en SP-ministers.
DE LIJN.
Al op 12 juni 1995 nam de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu Norbert De Batselier (SP) een ministeriëel besluit ter goedkeuring van het richtplan van het landinrichtingsprojekt ?De Westhoek”. Daarin wordt uitdrukkelijk gesteld dat in duin-polder-overgangszones zoals de Lenspolder ?biezondere aandacht moet besteed worden aan de uitwerking van een projekt voor natuurontwikkeling en landschapszorg.”
Zijn opvolger, CVP-minister van Leefmilieu Kelchtermans, schrijft in zijn beleidsplan dat ?voor de totaliteit van de ruimte, ook minimum een stand-still van de aktuele natuurwaarde en het behoud van de potentialiteit en de kansrijkdom voor de toekomst vooropgesteld wordt.” Kelchtermans noteerde trouwens destijds als minister van Ruimtelijke Ordening al dat ?de aanleg van een golfterrein in de Lenspolder niet verenigbaar is met de agrarische (gewestplan-)bestemming van het gebied.” En dat de aanduiding, in december 1994, van een deel van dit gebied als een voor het duingebied belangrijk landbouwgebied ?een nieuw bijkomend element is om de wenselijkheid van de lokalizatie van een golfterrein in de Lenspolder in vraag te stellen.”
Zijn opvolger, de Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening Eddy Baldewijns (SP) antwoordde op 22 december 1995 in een brief aan de VZW Natuurreservaten zich ?ten volle bewust te zijn van de hoge natuurhistorische waarde van de Lenspolder als relikt van het voormalig IJzerestuarium (…) Het is duidelijk dat de aanleg van een golfterrein op die plaats een vervalsing van de natuurhistorisch zeer belangrijke geomorfologie van het terrein impliceert en nooit aan de voorwaarden voor een uitzondering op het bouwverbod kan voldoen. Residentiële verkavelingen op het buiten de dekretaal afgebakende Maritieme Duinstreek gelegen, gedeelte van de Lenspolder zijn eveneens onaanvaardbaar, zowel omwille van de hoge potenties van de Lenspolder voor natuurontwikkeling als vanuit het perspektief van mijn beleid dat een maximale vrijwaring van de schaarse open ruimten langs de Vlaamse kust nastreeft. Ik zal dan ook onder geen beding voor de Lenspolder een bestemmingswijziging goedkeuren die de aanleg van een golfterrein en residentiële bebouwing zou toelaten.”
Als de bevoegde ministers hun antwoord nu ook nog eens officiëel aan het kollege van burgemeester en schepenen van Nieuwpoort bezorgen, dan had dit kollege zich de misleiding van een overigens slome gemeenteraad kunnen besparen.
Frank De Moor