Er is een ontwerp van een nieuw centraal loonakkoord. De rekening volgt later.

Een voortzetting van de loonmatiging, een welvaartsaanpassing van de sociale uitkeringen, en een bijzonder complexe doorbraak voor de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden: dat zijn de blikvangers van het ontwerp van het centraal loonakkoord dat vakbonden en werkgeversorganisaties zijn overeengekomen voor de periode 2011-2012 en voor de ruim 2,5 miljoen werknemers van de privésector.

Toen de elf leden van de ‘Groep van Tien’ vorige week in de nacht van dinsdag op woensdag de tekst van dat compromis parafeerden, was de opluchting groot. De commentaren in zowat alle media waren ook lovend omdat de verantwoordelijken van de vakbonden en werkgeversorganisaties wél nog overeenstemming op het federale niveau hadden gevonden. Die uitkomst heette meteen ‘een les’ en ‘een voorbeeld’ te zijn voor de politiek, die na meer dan zeven maanden nog steeds vastzit in een stellingenoorlog rond de vorming van een nieuwe federale regering.

Maar is dat nieuwe centraal loonakkoord echt zo’n goed voorbeeld voor de politiek? Het ambieert het concurrentievermogen van de ondernemingen niet verder in het gedrang te brengen door ‘een goed evenwicht tussen de beheersing van de loonkosten en de evolutie van de koopkracht’. Over andere aspecten die volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) even essentieel zijn voor een op export gerichte economie en een meer dynamische arbeidsmarkt – denk aan de opleiding en vorming van werknemers, of aan de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten – wordt echter met geen woord gerept. Nochtans blijft ons land op die terreinen ver verwijderd van de Europese doelstellingen.

Voor andere delen van het ontwerpakkoord hebben de sociale partners hun meningsverschillen beslecht door beslissingen voor zich uit te schuiven. Dat geldt voor de loonindexering – er komt een CRB-studie om de effecten van de stijgende energieprijzen beter in de hand te houden. Dat is nog meer het geval voor het beruchte eenheidsstatuut van de werknemers; inzake het ontslagrecht is er weliswaar een aanzet om de regeling voor arbeiders en bedienden dichter bij elkaar te brengen, maar voorts is er nog minstens twee jaar nodig om alle technische en financiële problemen van dit dossier op te lossen.

Van de ontslagnemende regering wisten de sociale partners dat die dit keer een akkoord niet financieel zou ‘smeren’. Die handicap is omzeild door rekeningen door te schuiven naar volgende regeringen. Zo is nu al een bedrag op de welvaartsaanpassing van de uitkeringen in 2012 geplakt (bijna 500 miljoen euro) en zal de sociale zekerheid (die al voor een derde wordt gefinancierd met belastinggeld) worden ingeschakeld om een deel van de kosten van een nieuw ontslagrecht en een veralgemening van het stelsel van tijdelijke werkloosheid te betalen.

Een les voor de politiek? Het lijkt er sterk op dat de sociale partners met hun ‘Belgisch compromis’ vooral een politiek statement hebben willen maken tegenover de partijen die onderhandelen over een nieuwe staatshervorming. Dat statement wil dat het sociaal overleg, het arbeidsrecht en de sociale zekerheid federaal moeten blijven.

door Patrick Martens

Ook de sociale partners hebben hun meningsverschillen beslecht door beslissingen voor zich uit te schuiven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content