Gezondheidsbeleid Al te gul voor de zorgsector

DURE ZORG 'We moeten naar een beleid dat de middelen oriënteert naar waar ze het meest opbrengen.' © BELGA
Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Vergeleken met de pensioenen en de arbeidsmarkt lijkt de gezondheidszorg in ons land in rustig vaarwater te verkeren. Volgens het Itinera Institute is dat maar schijn, en moet er dringend een alternatief komen voor de gulle groeinorm van 4,5 procent.

De paarse regering van Guy Verhofstadt (Open VLD) besliste in 2003 dat de globale factuur van het Riziv aan de overheid jaarlijks met 4,5 procent mocht toenemen – boven op inflatie. Omdat gezondheid nu eenmaal een basisrecht is. ‘Dat gezondheid een basisrecht is, daar ben ik het helemaal mee eens’, zegt UGent- en VUB-professor Lieven Annemans. ‘Maar als we niet uitkijken, zullen we binnen relatief korte tijd niet meer de middelen hebben om dat recht waar te maken.’

Annemans is sinds vorig jaar ook senior fellow van de onafhankelijke denktank Itinera Institute. Onder de naam ‘Fast Forward’ werkt Itinera momenteel een project af dat de komende regering, welke samenstelling die ook zal hebben, confronteert met zeven beleidsthema’s die absolute prioriteit zullen moeten krijgen. Dat de pensioenen en de arbeidsmarkt – domeinen die harde klappen krijgen door de vergrijzingsproblematiek – in dat lijstje voorkomen, zal niemand verbazen. Maar volgens Annemans dreigen ook in de gezondheidszorg grote problemen, als de groeinorm van 4,5 procent zonder discussie overeind blijft. ‘De meeste mensen, ook binnen de sector, beseffen dat die 4,5 procent in de gegeven begrotingsomstandigheden niet houdbaar is. Maar zolang het niet duidelijk is wat het alternatief wordt, is er geen stimulans, noch een langetermijnperspectief om aan alternatieven te werken.’

In het document dat Annemans samen met François Daue, een andere senior fellow van Itinera, voorstelt pleiten beide specialisten niet alleen voor een meer duurzame groeinorm maar vooral voor meer oog voor de prijs-kwaliteitsverhouding van wat er met het geïnvesteerde geld wordt bereikt. Annemans ontkent dat een bescheidener groeinorm per se moet leiden tot minder zorg. Het tegendeel is volgens hem waar, want binnen de medische wereld worden steeds meer kennis en technologie opgebouwd en een ‘duurzame groeinorm’ zou net moeten helpen om daar mee op in te spelen. ‘Te veel artsen redeneren dat voor hen alleen de patiënt telt en weigeren oog te hebben voor de kosten. Te veel beleidsmakers kijken net alleen naar de kosten en niet naar wat ze voor hun geld krijgen. Beide benaderingen zijn fout. We moeten naar een beleid dat de middelen oriënteert naar waar ze het meest opbrengen.’

Het codewoord is dus ‘doelmatigheid’. De juiste zorg voor de juiste patiënt. Overheidsmiddelen alleen als er een aantoonbare toegevoegde waarde is. Maar een dergelijke systematische analyse bestaat momenteel alleen voor de geneesmiddelen. Annemans en Daue stellen een reeks maatregelen voor om de doelmatigheid van medische technologieën te verhogen, om meer ruimte te geven aan de juiste preventietactieken, en om het gedrag van zorgverstrekkers én patiënten te beïnvloeden.

LIEVEN ANNEMANS EN FRANÇOIS DAUE, TIEN ACTIEDOMEINEN EN 30 VOORSTELLEN VOOR HET GEZONDHEIDS(ZORG)BELEID VAN DE TOEKOMST, ITINERA INSTITUTE, 2011.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content