Van de doortocht van Paul Magnette als minister van Energie onthouden de verbruikers alleen dat hun rekeningen voor elektriciteit en gas blijven oplopen.

Van minister van Klimaat en Energie Paul Magnette (PS) wordt gezegd dat hij niet eens meer de moeite doet om te verbergen dat hij halsreikend uitkijkt naar het moment waarop de ontslagnemende federale regering er ook echt een punt achter kan zetten. Dan is hij meteen verlost van het ‘klotedossier’ van het energiebeleid. Veel politieke genoegdoening heeft het hem inderdaad nog niet bezorgd.

In oktober 2009 hield toenmalig premier Herman Van Rompuy (CD&V) hem bij het handje voor de ondertekening van een ‘herenakkoord’ met de bazen van de Franse energiereus GDF Suez om de oudste kerncentrales in ons land tien jaar langer open te houden dan in 2003 door Paars-Groen was beslist. Door de vervroegde verkiezingen in juni 2010 slaagde Magnette er niet meer in om aan dat akkoord een wettelijke basis te geven. De tekst van het bewuste wetsontwerp, die hij ‘als intellectuele oefening’ aan het parlement heeft bezorgd, illustreert vooral dat een Belgische regering nauwelijks of geen vat heeft op de dominante positie van GDF Suez-dochter Electrabel. Die weet zeer goed dat een kalender om álle kerncentrales – niet alleen de drie oudste, maar ook de vijf andere die later in gebruik werden genomen – in 2025 te sluiten, totaal onrealistisch is. Die sluipende besluitvorming om een kernuitstap af te voeren zet tegelijk een rem op het gebruik van hernieuwbare energie.

De ‘nucleaire repartitiebijdrage’ (215 à 245 miljoen euro per jaar tot 2014) die de producenten in ruil moeten betalen op de winst uit de al lang afgeschreven kerncentrales, is door GDF Suez zelf bepaald als te nemen of te laten. Zowat alle partijen in het federale parlement vinden intussen dat die bijdrage hoger moet (de voorstellen gaan van 500 miljoen tot 1,5 miljard euro per jaar). Alleen Magnette en dus ook de PS nemen zonder meer vrede met de hermetische formules van Electrabel-topvrouw Sophie Dutordoir, die vindt dat een belasting van 30 procent op een winst van ongeveer 700 miljoen per jaar moet volstaan.

Dat winstcijfer is ook een van de zware conflictpunten tussen Magnette en de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas. De energieregulator vermoedt niet alleen dat de winst van Electrabel op de Belgische energiemarkt driemaal groter is. De CREG meent ook dat de minister wél een gewillig oor heeft voor het gelobby van de producenten en níét voor haar voorstellen en adviezen. De minister en de CREG zijn verwikkeld in niet veel minder dan een open oorlog.

Magnette, die toegeeft dat de liberalisering van de energiemarkt mislukt is en enkel heeft geleid tot almaar hogere elektriciteits- en gasrekeningen voor de verbruikers, probeert op de valreep de meubelen te redden door bij de omzetting van nieuwe Europese energierichtlijnen de controle op de prijzen te verscherpen. Die stap is manifest te klein en komt veel te laat. Er is bovendien gerede twijfel dat een dergelijke strengere publieke controle veel indruk zal maken op GDF Suez, Electrabel en co.

door Patrick Martens

De pogingen van energieminister Magnette om de meubelen te redden zijn te klein en komen veel te laat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content