Het dossier van de Zeeuwse Hedwigepolder zit voor de zoveelste keer muurvast.

Voor hoogleraar Patrick Meire van de Universiteit Antwerpen is het dossier van de Hedwigepolder een lijdensweg geworden. Het verhaal sleept al jaren aan, en de ontpoldering van een stuk land op de grens tussen België en Nederland, aansluitend bij het prachtige Verdronken Land van Saeftinghe, was een mooie oplossing ter compensatie van wat er aan natuur verloren ging door ingrepen in de Westerschelde om de toegankelijkheid van de Antwerpse haven te vergroten en grond te winnen voor landbouw en industrie.

De ontpoldering – ‘land teruggeven aan de rivier’ – zou bovendien het risico van overstromingen en van landschappelijke degradatie beperken, en zou de natuurlijkheid van de Schelde verhogen. Vlaanderen heeft in de context van zijn Sigmaplan beslist om 3000 hectaren nieuwe natuur te realiseren, waarvan de helft ontpolderingen met slikken en schorren. Daarop aansluitend zou Nederland de 270 hectare grote Hedwigepolder uitpolderen, zodat er één groot natuurgebied ontstaat.

Jammer genoeg is de politieke constellatie in Nederland zo geëvolueerd dat enkele koppige Zeeuwen in staat zijn de Nederlandse plannen te remmen, omdat ze nodig zijn om de huidige regering in het zadel te houden. Het probleem is dat de alternatieven die de Nederlanders voor de bestaande plannen voorstellen ongeschikt zijn om de negatieve trends in het ecosysteem te compenseren – integendeel, ze zouden die versterken.

‘Het is vooral belangrijk dat de herstelmaatregelen het verschil tussen eb en vloed beperken, en het systeem van geulen, platen, slikken en schorren in stand houden, zodat het ecologisch functioneren zal verbeteren’, zegt Meire. ‘De Nederlanders weten ook dat er geen echte alternatieven zijn, maar toch proberen ze. Zo zouden ze een gebied willen ontpolderen dat eigendom is van de haven van Vlissingen, en daar gereserveerd wordt als compenserende maatregel voor de bouw van een nieuwe containerterminal. De voorgestelde alternatieven zijn echter totaal irrelevant in het licht van het nastreven van de doelstellingen.’

Meire, nochtans een dynamische wetenschapper, wordt er soms wat moedeloos van: ‘Nederland is jarenlang voortrekker geweest op het vlak van natuur en milieu, en op vele plaatsen gebeurt er grootschalige natuurontwikkeling, ook met ontpoldering. Maar in de Westerschelde lukt het niet, ondanks het feit dat de ontpoldering van de Hedwigepolder is vastgelegd in een geratificeerd verdrag met Vlaanderen. Je kunt je dan afvragen wat de echte beweegredenen zijn, want als de Nederlanders de plannen niet nakomen, leggen ze een hypotheek op de verdere ontwikkeling van de Schelde.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content