Omdat de zot van Rekem maatschappelijk onaangepast was, behandelde België hem net als Nazi-Duitsland. Historicus Gie van den Berghe over een uniek ego-dokument.

“ER LAGEN geen bloemen op den grond gestrooid om ons te verwelkomen, insgelijks onthaalde ons geen muziek kapel op een aangenaam deuntje, maar een bende moffen, gewis SS-mannen stonden met knuppels in de hand gereed om ons een onthaal, op hun manier te bereiden. Tot op dat oogenblik, hadden wij nog geen besef, wat in de koncentratiekampen als strafmaatregel zou toegepast worden. ” Op die manier beschrijft Louis Nauwelaers (1912) zijn aankomst, op 22 juli 1940 in het koncentratiekamp Sachsenhausen, bij Berlijn. Historicus Gie van den Berghe publiceert het ooggetuigeverslag van de zot van Rekem. Door zijn autenticiteit, spelfouten inbegrepen, wint dat indrukwekkend menselijk dokument nog aan waarde. Van den Berghe geeft waar nodig een toelichting en bundelt het relaas van Nauwelaers samen met het essay Gott mit uns waarin hij beschrijft hoe angst en afkeer voor anderen altijd weer leiden tot discriminatie, vervolging, uitdrijving en uitroeiing.

Toevallig ontdekte de vorser van het Centrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog het handschrift bij het Bestuur van Oorlogsslachtoffers. Hoe het daar uiteindelijk in 1968 terechtkwam, weet hij niet. Vast staat dat Nauwelaers zijn wedervaren pas na de bevrijding op papier zette. Toen had België al beslist om de man, na vijf jaar van omzwervingen in opeenvolgende Duitse koncentratiekampen, opnieuw op te sluiten : hij was gevlucht en had bijgevolg zijn straf niet uitgezeten…

GRIJZE ZONE.

Nauwelaers groeit op in een kansarm milieu. Zijn moeder sterft voor hij één jaar oud is. Hij wordt bij een oom ondergebracht. Op zijn veertien komt hij in een “draadfabriek” terecht. Dan begint het mis te lopen. Louis geeft zijn salaris niet af, slaapt geregeld dagen na elkaar in open lucht. Hij “miste de aansluiting met de normale wereld, de wereld van de morele en wettelijke normen, ” schrijft Van den Berghe. Nauwelaers komt in kontakt met het gerecht. Na enkele jaren van twaalf stielen, dertien ongelukken en van straffen voor landloperij en oplichting, krijgt hij in 1935 vijf jaar cel. Omdat zijn dossier wordt gemedikalizeerd, belandt Louis in 1938 in het abnormalengesticht in het Limburgse Rekem.

Daar verblijft hij wanneer de oorlog uitbreekt. In de plaats van er te blijven en een, naar omstandigheden, kommerloze oorlog mee te maken, slaan Louis en 27 anderen voor de bezetter op de vlucht. Hun groep splitst, maar ze worden snel gepakt. Een Duitse gelegenheidsrechtbank veroordeelt hen als asocialen. Hun tocht door de koncentratiekampen kan beginnen.

In de gewone maatschappij ontbreekt het Nauwelaers niet aan goede intenties en op zijn werkijver valt niets aan te merken. Alleen : hij is bij het minste van het rechte pad af. Eens in het gesticht is zijn gedrag dan weer zo goed als onberispelijk. Een vooroorlogs medisch verslag verwoordt dat treffend : Nauwelaers onderwerpt zich nooit aan louter moreel gezag, alleen aan niet te ontwijken gezag. Zoals in het gesticht in Rekem, of in de Duitse kampen.

“Sociaal gezien funktioneerde Nauwelaers het best in een asociale en onvrije wereld, ” zegt Van den Berghe. “Die trof hij aan in de koncentratiekampen. In de overtreffende trap. ” Louis past zich snel aan. “Hij is van geen kleintje vervaard, kan in een ongewoon en hard milieu goed zijn plan trekken, is heel wat ontbering gewend. ” Hij beweegt zich schitterend in wat Primo Levi de “grijze zone” van de kampen en de moraal noemt. Veel beter dan de meeste van zijn medegevangenen, ook van zijn lotgenoten uit Rekem. Want van de 22 vluchters uit het gesticht halen er negentien het einde van de oorlog niet.

ONTKENNERS.

“De zot van Rekem” is meer dan de neerslag van tien verloren jaren in een mensenleven. Het bevat ook een uitzonderlijk getuigenis over de gaskamers in het kamp van Lublin (Majdanek, Polen). Op zekere dag wordt Nauwelaers bij zijn blokoverste geroepen. Die vraagt hem onverschillig : “Hebt u al een massa joden hier zien afmaken ? ” Nauwelaers denkt aanvankelijk aan een nieuwe intimidatie, maar ’s anderendaags wordt hij inderdaad door twee SS’ers opgehaald en naar een barak geleid “waar een afgrijselijk schouwspel” de stoere Nauwelaers “bijna in bezwijming vallen deed. Hoe angstewekkend en griezelig was het aanblikken dezer ontelbare gedoode joden, die na door de gas verstikt te zijn geweest, daar bij hoopen waren ondergebracht. ” Schrijnwerker Nauwelaers wordt verzocht de deur van de gaskamer te herstellen en is zo getuige van de vergassing van de joden. “En groepen, na groepen verdwijnen de joden allen in de gaskamer, en worden de stervenden als de lijken, groepen na groepen, als steenen op de vrachtwagens geworpen en geladen. “

Van den Berghe situeert de getuigenis als “zeer belangrijk. ” Vermoedelijk was Nauwelaers aanwezig bij de vergassing van de joden uit het getto van Warschau, van waaruit na de opstand 15.000 mensen naar Majdanek werden gestuurd. Het gaat volgens Van den Berghe om een van de weinige getuigenissen terzake. “Zeker wat Belgen betreft en natuurlijk ook met het oog op de beweringen van de holocaustontkenners. Anders dan deze laatsten steeds weer insinueren over ooggetuigeverslagen, komt deze getuigenis van een onbevooroordeeld, niet direkt betrokken of belanghebbend toeschouwer (geen jood) die een meer dan aannemelijke verklaring heeft voor het feit dat hij de vergassingen van zo nabij kan gadeslaan. Zijn getuigenis kwam daarenboven tot stand op een moment en een plaats die uitsluiten dat hij gemanipuleerd kon worden door joden of de joodse staat (een argument dat joodsvijandige holocaustontkenners tot vervelens toe herhalen). “

ONVERWACHTE DANK.

Van den Berghe beschrijft kort de naoorlogse lotgevallen van Nauwelaers. Zijn terugkeer naar België, via Skandinavië, is immers allerminst een bevrijding. Na zijn repatriëring keert Nauwelaers eerst naar de ouderlijke woning in Aartselaar terug. Een maand later, op 23 augustus 1945, gaat hij, naïef of te goeder trouw, zijn burgerkleren ophalen in Rekem. Daar had de bureaukratie niet stilgezeten. “Vijf jaar eerder al werd op papier gezet dat de onverbeterlijke recidivist weer ingerekend moest worden. ” Het gesticht en de psychiatrische kommissie van het gevangeniswezen in Antwerpen zijn het ook na de oorlog roerend eens : de internering van Nauwelaers moet worden verlengd met de duur van zijn afwezigheid, want Nauwelaers was gevlucht. Dat hij zijn vrijheid in koncentratiekampen had beleefd, is te subtiel voor het ambtelijk denken.

De politie wordt erop uitgestuurd, maar vindt Nauwelaers niet. Pas in januari 1946 wordt hij opgepakt en naar Rekem gestuurd. “Daarmee had de beroemde geschiedenis mijner gevangenschap in de koncentratiekampen van Duitschland een einde genomen, met als nasleep eene nieuwe Frissche opsluiting te Rekem, ” aldus Nauwelaers die zich in zijn Limburgs gesticht aan het schrijven zet.

Om zijn dossier vlot te trekken, zoekt hij steun bij invloedrijke medegevangenen. Nauwelaers is namelijk niet gek. Na enige tijd komt er beweging : Nauwelaers werkt een tijd als handlanger in de mijn van Winterslag, maar hij hervalt in zijn levenspatroon en pendelt bijgevolg tussen de vrije wereld en Rekem. Een vergoeding voor de geleden schade tijdens de oorlog krijgt hij niet. Nauwelaers schrijft in 1950 bitter aan het ministerie van Wederopbouw : “Ik werd opgesloten te Rekem als onverantwoordelijk. Dat is een vrij onverwachte dank. “

Zijn erkenning als politiek gevangene ligt meer dan moeilijk. Hij valt niet in de vakjes van de krijgsgevangenen of de weerstanders. Wat te doen met een zot die politiek gevangene is ? Even wordt overwogen om Nauwelaers en zijn medevluchters voor twee oorlogsjaren het statuut van krijgsgevangene te geven, omdat ze bij hun vlucht op een Duits soldaat schoten. De rest van de oorlog zouden zij dan als asocialen en niet als politiek gevangenen in de kampen hebben gezeten.

NAAR LOURDES.

In 1954 krijgt Nauwelaers het statuut, niet de titel van politiek gevangene, en dan nog alleen voor de zogezegde periode als krijgsgevangene. De andere jaren zat hij, zo oordeelt België, in Duitsland vast om dezelfde reden als in België. Omwille van diefstal. “Deze onverantwoordelijke elementen werden door de Duitse rechtsmacht (sic) opgesloten wegens dezelfde feiten als die waarvoor ze in Rekem zaten, ” zegt het officiële verslag. In 1955 krijgt hij, in beroep, de wettelijke financiële vergoeding voor de hele duur van zijn gevangenschap, niet het statuut van politiek gevangene. Nauwelaers wordt in zijn beroepsprocedure geholpen door advokaat Louis Kiebooms (CVP-burgemeester in de Antwerpse gemeente Wilrijk). Andersom had Nauwelaers Kiebooms in de kampen aan eten en verzorging geholpen en dat was de jurist niet vergeten.

Toen Gie van den Berghe hem in september 1994 in Lourdes kontakteerde, vertelde Nauwelaers dat hij in 1951 voor het eerst en in 1955 of 1956 definitief daarheen was getrokken. Een kameraad uit het kamp van Sachsenhausen hielp hem aan werk. Louis liep er achter de vuilniskar, en leefde in erbarmelijke omstandigheden in een bidonville tot de gemeentelijke sociale dienst hem in 1994, na een hartoperatie, aan een betere woning hielp.

Gie van den Berghe besluit : “De zot van Rekem was niet gek maar onaangepast of, zoals het in een medisch rapport luidt, onaanpasbaar. Daarom werd hij voor gek versleten, daarom werd hij door Belgen, nazi’s en opnieuw Belgen vervolgd en opgesloten. ” De auteur maakt zich sterk dat Nauwelaers het er na de oorlog veel beter had kunnen afbrengen, als hij niet op een muur van bureaukratische onwil was gestoten. “De kans was groot geweest dat hij zich voldoende aangepast en gevoegd zou hebben. Dat is, me dunkt, het grootste onrecht dat hem werd aangedaan. “

Peter Renard

De zot van Rekem en Gott mit uns. Gie van den Berghe. Houtekiet/Hadewijch Antwerpen-Baarn. 1995. 157 blz. 595 frank.

België wist geen raad met een zot die ook politiek gevangene was. Die paste in geen bureaukratisch vakje.

Gie van den Berghe : “Het onbevooroordeeld ooggetuigeverslag over de gasovens in Majdanek is een argument tegen holocaustontkenners. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content