De mislukte aanslag op de Georgische president Edvard Sjevardnadze is amper nieuws in een verscheurde republiek, waar politiek en misdaad erg met elkaar vervlochten zijn.

EEN BERICHT UIT TBLISSI

HET PARLEMENT van Georgië vergadert voorlopig in een gebouw aan Rustaveli prospekt. Het échte parlementsgebouw werd in 1992 in puin geschoten toen het leger een staatsgreep pleegde tegen toenmalig president Zviad Gamsachoerdia en is nog altijd niet gerestaureerd.

De nieuwe grondwet voorziet parlements- en presidentsverkiezingen voor 5 november. De aanslag van 29 augustus op Edvard Sjevardnadze verandert daar niks aan, dat heeft de leider sinds maart 1992 zelf verklaard. Waarnemers onderkennen in de aanslag een wanhopige poging van de overal aanwezige mafia om de politieke en ekonomische hervormingen tegen te gaan.

De meeste parlementaire debatten draaien dan ook rond de wanorde en de toenemende kriminaliteit in het land. Daarbij lopen de gemoederen zo op dat regeringsfunktionarissen op de tribune het schaamrood op de kaken krijgen. “Je houdt niet voor mogelijk wat de regering allemaal naar het hoofd geslingerd krijgt, ” vertelt de presidentiële kabinetschef Peter Mamradze. “We worden beschuldigd van moord en doodslag, van oplichting en landverraad. Niemand neemt de moeite om ook maar het geringste bewijs voor zijn beweringen te leveren. “

Die hele politieke heksenketel zal de bevolking een zorg wezen. Volgens recente opiniepeilingen heeft slechts 15 procent een positieve mening over de president en zijn kabinet. Het parlement staat in nog lager aanzien : amper 7 procent van de bevolking heeft daar een goed woord voor over.

“Sjevardnadze ? ” schampert een officier. “Dat is geen president, dat is een marionet die naar de pijpen van de Russen danst ! ” Een geluid dat in brede kring weerklank vindt. Maar hoe de burgeroorlog, die in april 1991 onmiddellijk na de onafhankelijkheidsverklaring losbarstte en het land letterlijk in stukken scheurde, anders dan met hulp van de Russische troepen kon beëindigd worden, weet niemand.

Veel bedreigender voor de moeizame overgang naar vrijheid en demokratie in Georgië is echter het toenemende politieke en kriminele geweld. Sinds begin vorig jaar werden minstens achttien politieke aanslagen uitgevoerd. Daarbij vonden vijf politieke leiders, onder wie drie bewindslieden, de dood.

Voor de aanslagen werd nooit iemand gearresteerd. Woedende parlementsleden beschuldigen de regering er bijna wekelijks van dat ze opzettelijk lijdzaam toeziet hoe de politiek verloedert. Begrijpelijk : de terreur hangt de volksvertegenwoordigers als een zwaard van Damocles boven het hoofd.

RIDDERS.

Er zijn verschillende groepen aktief. Nog vanuit de tijd van Gamsachoerdia dateren de Mkhedrioni (Ridders), fanatici die geloven in een door God gedekreteerd allen-voor-één beginsel. Met het wegvallen van de sociaal-politieke zekerheden van het kommunisme oefenen ze een grote aantrekkingskracht uit op lieden met twijfelachtige ambities. Ze werden opgericht door de vroegere tegenstander van Gamsachoerdia, Djaba Iosseliani, een ex-gevangenisboef die wegens moord twintig jaar uitzat en zich in gevangenschap tot dichter en patriot ontwikkelde.

Elke kandidaat voor de “Ridders” moet geknield trouw zweren aan God, vaderland en Iosseliani zelf. Op die manier bracht de krijgsheer al meer dan dertigduizend ontspoorde jongeren onder zijn bevel, officieel onder de naam “Reddingskorps bij rampen. ” Gamsachoerdia stelde ze buiten de wet, eenheden van het Sovjetleger jaagden ze op. Maar ze bleven bestaan en voeren nu ook oppositie tegen Sjevardnadze. Iosseliani is trouwens eind augustus door de politie gearresteerd, omdat die hem verdacht van de aanslag op president Sjevardnadze. Motieven heeft die alleszins genoeg : bij de konsolidering van zijn gezag, beval Sjevardnadze de ontwapening van de Mkhedrioni. Een wapeninzamelingsaktie door de politie liep op een fiasko uit, waarna het leger werd ingeschakeld. “Tien procent van hun wapens hebben ze ingeleverd, ” luidt de inschatting van Mamradze. “Ik ben er zeker van dat ze op tal van plaatsen in het land nog voorraden hebben. Maar ze lopen niet meer met hun wapens over straat, en dat is hier al heel wat. “

Daarbovenop opereren sinds begin dit jaar de Wolven van Algeti, zo genoemd naar de provincieplaats waar ze ontstonden. De “Wolven” zijn de enige vermeende nationalistische groep die aanslagen opeist, een biezonder ongebruikelijk fenomeen in Georgië. Hun akties, gericht tegen Russische militairen en diplomaten, vergezellen ze altijd van de eis tot terugtrekking van de Russische troepen uit Georgië.

“Het lijdt voor mij geen twijfel wie er achter de politieke terreur zit, ” verklaart het parlementslid Nodar Natadze, aanvoerder van de centrum-rechtse Georgische Eenheidspartij. “Er zijn natuurlijk de Mkhedrioni want dat die hun wapens ingeleverd zouden hebben, is de grap van het jaar. Maar de daders van een substantieel deel van de terreuraanslagen kan ik je met name noemen : dat is de Gravnye Rasverdoplavyenye Armiy, het geheime leger van de Russen dat onbeperkte middelen en arsenalen heeft, hier in Georgië kan doen wat het wil en dat ook doet. Dat deden ze in 1951 al toen ze eerst een aantal nepaanslagen uitvoerden en die vervolgens als ekskuus gebruikten om honderden volstrekt onschuldige Georgiërs dood te schieten en vele duizenden te deporteren. Hun metode is niks veranderd. Ga maar na : als die zogenaamde Wolven zonodig de Russen uit Georgië willen verdrijven, zoals ze in hun brieven en persberichten beweren, waarom schieten ze dan een Georgische officier dood terwijl de Russische militairen zo ongeveer naast hem staan ? “

WANORDE.

Natadze is zeker dat er een heel destabilizeringsplan achter zit. “Het enige dat het Kremlin wil handhaven, is oorlog en wanorde. Moskou wil koste wat het kost vermijden dat Transkaukasië weer de brug tussen Europa en Azië wordt, wat het zoveel eeuwen lang was. De Mkhedrioni onderschrijven trouwens die mening. Die hebben kennelijk niet in de gaten dat hun manier van doen het beste geschenk is dat de Russen zich kunnen wensen. “

Sinds 1992 zitten duizenden Russische soldaten aan de grens tussen Georgië en Abchazië, de autonome regio die zichzelf onafhankelijk verklaarde. Maar de Russische troepen, gelegerd in hun oude bases, gedragen zich niet helemaal als “vredestroepen”. De terreurakties van de “Wolven”, bijvoorbeeld, ontlokten aan een van de Russische kommandanten in Georgië, generaal Beltsjenko, al de uitspraak dat het Russische leger een klopjacht zal openen op de “terroristen en hun handlangers” met de toevoeging dat de Russische militaire aanwezigheid in Georgië een zaak is van de Russen en van niemand anders.

“Dat was geen verstandige uitspraak, ” geeft Peter Mamradze toe, “en bovendien klopt het niet : de Russische militairen zijn hier in het kader van een voorlopig bilateraal verdrag. Ze hebben het recht om illegale wapens in beslag te nemen en iedereen te arresteren, die de veiligheidswetten overtreedt. Zowel wapens als arrestanten moeten echter onmiddellijk aan de Georgische autoriteiten worden overgedragen. “

Hij moet overigens toegeven dat het met de naleving van die voorwaarden nogal tegenvalt. Er schuilt een hoop waarheid in de aanhoudende beschuldigingen dat de manschappen van Beltsjenko meer in smokkel en terreur geïnteresseerd zijn dan in het herstellen en/of handhaven van de vrede. Geregeld stromen meldingen binnen van onschuldige reizigers en voorbijgangers die mishandeld en beroofd worden.

In maart liep de spanning in het zuidoosten van Abchazië hoog op. Daar ondernam een detachement Abchazische “binnenlandse veiligheidstroepen” onder leiding van de “minister” van Binnenlandse Zaken van de zelfopgeworpen regering van de afgescheiden republiek een serie plundertochten. Met name in Gali, het enige gebied in Abchazië waar nog Georgiërs wonen, werden honderden huizen en landerijen verwoest. De bewoners werden mishandeld, vrouwen verkracht en er vielen enkele tientallen doden. Wapens en andere uitrusting krijgen deze benden van de Russische militairen ter plekke. Bij de strooptocht keken zowel Russische militairen als VN-waarnemers gewoon toe. Het voorval kostte de opperbevelhebber van de Russische troepen, generaal Jakoesjov, een reprimande.

Helaas zorgt niet alleen Abchazië voor problemen. De politieke chaos in Georgië liet toe dat de al aanwezige mafia zich nog sterker organizeerde. De bron van inkomsten van de Mkhedrioni en andere kwasi-politieke maar in werkelijkheid kriminele organizaties (de meeste noemen zich “broederschap” en zijn vaak binnen minder dan een jaar weer ontbonden) is een publiek geheim. Toen de burgeroorlog nog in volle hevigheid woedde, betrokken ze hun geld uit vaak bloedige hold-ups en afpersing. Dat goed georganizeerde netwerk bestaat nog : elke winkelier in Georgië kan ervan getuigen. Het wild-west-banditisme ruimde echter de baan voor een veel winstgevender en ook veel diskretere vorm van geldverdienen : smokkel van verdovende middelen.

DRUGS.

De drie Transkaukasische republieken Armenië, Azerbeidzjan en Georgië produceren samen naar schatting tot anderhalf duizend ton onversneden opium per jaar. Daarbovenop onbekende, maar heel grote hoeveelheden cannabis en marihuana. Ook tirzhak een plant uit Zuid-Azerbeidzjan en Noord-Iran waarvan het effekt vergelijkbaar is met dat van marihuana maar dan vele keren sterker en verslavender wordt hier gekweekt. Volgens kolonel Dzhemal Danashia, het hoofd van de Georgische narko-brigade, breidt ook de produktie van cocaïne zich snel uit. Door zijn wankele politieke evenwicht is Georgië bovendien het ideale transitland voor drugs uit Centraal- en Oost-Azië naar Turkije. Vandaar zouden ze naar Duitsland en de Benelux vervoerd worden.

Wie in Tblissi, Bakoe of welke andere Transkaukazische stad zijn ogen de kost geeft, ziet al snel tegen welke achtergrond zich de verloedering afspeelt. Vooral de zogeheten mikrorayons, de ten tijde van Nikita Kroestsjov en Leonid Brezjnev in hoog tempo uit de grond gestampte betonwoestijnen die als rotte reuzegebitten de buitenkant van de steden markeren, werden het symbool van het post-sovjet no-future-syndroom. Drugsmisbruik, steek- en schietpartijen, roof en moord maken hier sinds 1985 deel uit van het dagelijkse leven. Hier zijn gewapende bendes zoals de Mkhedrioni oppermachtig.

“Er is een intensieve kriminaliteitsbestrijding nodig, ” vindt narco-deskundige dokter Anzor Gabiani. Hij wil ook grootschalige rehabilitatieprogramma’s voor de honderdduizenden ontspoorde jongeren in de klauwen van misdaadsyndikaten. Maar ook hier is gebrek aan geld de hinderpaal.

Het parlement heeft met voorzichtige instemming van de regering besloten de drugsmafia het gras voor de voeten weg te maaien. Vorig jaar werd besloten tot regularizering van de drugshandel. Een maatregel die in Europa als hoogst idealistisch-revolutionair zou worden opgevat maar die in werkelijkheid veeleer door realisme zo niet door wanhoop is ingegeven.

De nieuwe narkoticawet die het parlement nog voor de verkiezingen in november dit jaar wil goedkeuren (en die volgens parlementaire zegslieden op een ruime meerderheid kan rekenen), maakt het mogelijk met een overheidsvergunning niet alleen verdovende en stimulerende middelen te verbouwen en te fabriceren maar ook op de markt te brengen. “We kunnen nog in geen honderd jaar de onderwereld bestrijden, zelfs niet met internationale assistentie, ” verklaart Peter Mamradze. “In de VS wordt er 30 miljard dollar per jaar aan drugsbestrijding uitgegeven met als enige resultaat dat de prijzen almaar hoger worden en de mafia almaar meer geld verdient. Alleen al in Londen wordt per jaar 80 miljard dollar drugsgeld witgewassen. Georgië is platzak : we hebben geen geld voor de hoogstnodige sociale voorzieningen, terwijl de misdaad dankbaar gebruik maakt van de drooglegging om geld aan het ekonomische circuit te onttrekken. “

De pogingen de misdaad met onortodoxe middelen een hak te zetten, wordt ook niet door de Russen gewaardeerd. Het is publiek geheim in Georgië dat de zogeheten vredestroepen in de Kaukasus zich op grote schaal met handel in minder geoorloofde waren bezighouden. “De misdragingen van Russische soldaten en officieren vormen een toenemende zorg van de regering, ” stelt Mamradze vast. Hij voegt er echter aan toe dat dit geen vrijbrief dient te zijn voor Georgische ultra’s om tegen de Russen tekeer te gaan. “Volgens het voorlopig verdrag van vorig jaar neemt de Russische militaire aanwezigheid een einde zodra Georgië is herenigd. “

Charles van der Leeuw

Omstaanders proberen een auto te kantelen, die in de achtertuin van het Georgische parlement stond op het moment van de aanslag op Sjevardnadze : kandidaat-daders genoeg.

Edvard Sjevardnadze : “geen president maar een marionet van Moskou. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content