Op 2 juli overleed Marlon Brando. Zijn advocaat deelde mee dat de begrafenis in strikte intimiteit zou plaatsvinden. Portret van een eenzaam man.

Halfweg de jaren zestig woedde een hevige discussie onder de Amerikaanse intellectuelen. Voor- en tegenstanders van de acteur Marlon Brando gingen elkaar verbaal te lijf. De tegenstanders werden aangevoerd door de schrijver Truman Capote, die met verve reputaties vertrapte. Hun argumenten haalden ze uit het gedrag van Brando. Hoe durfde een zo vulgaire, ruwe en onbeschofte jongeman het aan andere mensen te schofferen? Wat had die jongen de laatste tien jaar eigenlijk gepresteerd? Hij noemde zich acteur, waarom stond hij dan niet op de planken in plaats van ‘flutfilms’ te draaien?

De voorstanders, aangevoerd door de beroemde filmcritica Pauline Kael, wezen erop dat de Amerikaanse filmacteurs niet meer beoordeeld werden op hun talent, maar op hun slaafsheid tegenover de kranten en tijdschriften, die hen wilden interviewen. Brando’s geval vormde de perfecte illustratie van deze trend: hij werd verguisd, omdat hij de oudere dames die de roddelbladen beheersten, op een afstand hield. En omdat de producers al even slaafs waren, werden hem geen deftige rollen aangeboden. De man is niet passé, schreef Kael, hij heeft alleen goede rollen en goede regisseurs nodig.

Ze kreeg gelijk. Met The Godfather (Francis Ford Coppola) en Last Tango in Paris (Bernardo Bertolucci) werd Marlon Brando in één klap weer een ster. Waarna hij het door zijn vreemde gedrag weer verprutste, en Capote postuum gelijk kreeg.

De rebel

Het zal wel altijd een raadsel blijven, wat Brando bezielde om zoveel mensen tegen zich in het harnas te jagen. Hijzelf weet het aan zijn verschrikkelijke jeugd, waardoor hij nooit meer het risico wilde lopen dat iemand hem kon kwetsen en liever zelf als eerste in de aanval ging.

Marlon Brando werd geboren op 3 april 1924, in Omaha (Nebraska). Zijn vader was een gesloten conservatief met Franse, Engelse en Ierse voorouders. De oorspronkelijke naam Bran-deau werd verengelst tot Brando. Marlon senior was een dronken bruut, die zijn enige zoon verachtte. Brando’s moeder – Dorothy Pennemaker – wilde dolgraag actrice worden en moedigde haar drie kinderen aan hun kans te wagen op de planken. Zijzelf speelde hoofdrollen in een plaatselijk theater, waar ze (ongewild) de latere acteur Henry Fonda lanceerde. Maar Pennemaker kende ook periodes waarin ze naar de fles greep, en het huishouden aan haar kinderen overliet.

De jonge Marlon bracht er op school niets van terecht, tot woede en frustratie van zijn vader. Die stuurde hem naar de militaire school, in de hoop dat het Amerikaanse leger hem wat discipline zou bijbrengen. Maar Marlon jr. werd er weggestuurd.

Ondertussen was de Tweede Wereldoorlog uitgebroken. De jonge Brando werd opgeroepen, maar het leger achtte hem fysiek en psychisch ongeschikt. Hij trok dan maar naar New York, waar zijn twee zussen woonden. Frances studeerde kunst, Jocelyn wilde actrice worden. Uit verveling ging Brando met haar mee. ‘Acteren is de best betaalde job voor wie niet weet wat hij met zijn leven aan moet’, zou hij later zeggen.

Marlon Brando werd een ster en lanceerde meteen een nieuwe opleidingsmethode, de zogenaamde Method Act-ing: de acteur declameert niet langer, maar praat; hij speelt geen rol, maar is zijn personage. Tegenwoordig neemt iedere vijfderangsacteur dat zinnetje in de mond, maar in de jaren vijftig klonk het gloednieuw. Brando paste het toe. In T-shirt en afgewassen jeans speelde hij de rebel die in de naoorlogse jaren tegelijk de hoop en de angst van die periode incarneerde. Uit welke dieptes hij zijn geladen aanwezigheid puurde, weet hij alleen. Het staat echter vast dat Marlon Brando fungeerde als voorbeeld voor generaties van acteurs, ook bij ons. Tot vandaag worden jonge acteurs soms omschreven als ‘de nieuwe Brando’.

Succes maakte Brando blijkbaar bang. Van 1947 tot 1949 speelde hij de rol van Stanley Kowalski in het toneelstuk van Tennessee Williams, A streetcar named desire. Zijn medeacteurs meldden ontstemd dat het publiek telkens applaudisseerde wanneer híj sprak. Maar hijzelf haatte zijn eigen, gewelddadige personage en zou nooit meer op de planken staan.

Films maken deed hij daarentegen wel nog. De ene na de andere, met groeiend succes. Hij slaagde erin een echte mens op het doek te brengen: kwetsbaar en ruig, bang en uitdagend, sexy en dreigend. Horden fans aanbeden hem.

In 1954 kreeg Marlon Brando zijn eerste oscar. De erkenning lonkte. Maar opnieuw sloeg hij zijn ruiten in, dit keer door de regisseur Elia Kazan onderuit te halen. Kazan had meegewerkt aan de zoektocht naar communisten in het filmwereldje en Brando wilde voortaan niet meer met Kazan filmen.

Het ging van kwaad naar erger: nu hij faam had, stortte de pers zich op hem. Hij weigerde interviews weg te geven, maar de roddelbladen lieten hem niet los. Zijn eerste huwelijk liep op de klippen. Capote publiceerde een interview met Brando, waarin hij bekende onder behandeling te zijn van een psychiater. Hij weigerde bepaalde filmrollen te spelen. Hij wilde niet meewerken aan Lawrence of Arabia en bedankte voor de hoofdrol in Butch Cassidy and the Sundance Kid. Er doken steeds meer verhalen op over zijn vreemde gedrag op de filmset. Zo zou hij ooit twee dagen lang met een emmer over zijn hoofd hebben rondgelopen, enkel om te bewijzen dat niemand de hoofdrol zou afsnauwen. Zijn tweede huwelijk liep stuk en hij trouwde nog maar eens. Dit keer met Tarita Teriipaia, een Tahitiaanse die hij tijdens het draaien van Mutiny on the Bounty had ontmoet.

Brando kreeg steeds meer oog voor politieke thema’s: het milieu, de oorlog in Vietnam, de discriminatie van homoseksuelen en zwarten, de apartheid en de rechten van indianen. Hij wilde aan al deze onderwerpen aandacht besteden, alsof hij op zijn eentje elk onrecht in de wereld moest bevechten.

Geld voor processen

Dat hij zich door zijn aanpak de woede van anderen op de hals haalde, kon hem niet deren. Was The Godfather een film over de maffia? Neen hoor, het ging om een eerbetoon aan het Amerikaanse kapitalisme. Was hij trots op zijn tweede oscar? Die gaf hem in ieder geval de kans een Spaanse actrice in de schijnwerpers te plaatsen, die beweerde dat ze Sacheen Littlefeather heette, en als indiaanse kwam pleiten voor de rechten van de eerste inwoners van de Verenigde Staten.

Er was één groep mensen waarop hij nooit boos werd: het publiek. ‘Je hebt als acteur de plicht je publiek niet te vervelen’, meldde hij ooit. Waarom weigerde hij dan de fans te ontvangen? ‘Ze willen Zeus zien,’ zei hij, ‘maar vinden een kalende dikkerd in een caravan.’

Op de vraag of acteren een kunst was, antwoordde Brando trouwens: ‘Iedereen kan acteren. We doen het allemaal, elke dag. Het verschil is dat ik ervoor betaald word.’ En hoe. Over zijn gage deden de meest waanzinnige verhalen de ronde. Drie miljoen dollar, neen, 3,5 miljoen voor een rolletje van drie minuten. Er werd verteld dat elke film waarin hij speelde, duurder werd dan begroot, omdat hij zo onberekenbaar was.

Hij kon het geld echter goed gebruiken. In 1990 zou Brando naar verluidt vijf miljoen dollar betaald hebben voor de verdediging van zijn zoon Christian, die de minnaar van zijn halfzus Cheyenne neerschoot. Christian kreeg tien jaar gevangenis, zat vijf ervan uit en kwam vrij in het jaar dat de aan drugs verslaafde Cheyenne zelfmoord pleegde. Niemand geloofde dat Brando er zo slecht aan toe was als hij eruitzag.

Wellicht was hij écht kapot. De voorbije vijftien jaar sukkelde hij van de ene depressie in de andere, kampte steeds meer met overgewicht en vreetbuien en besteedde de helft van zijn tijd aan processen tegen vrouwen die ooit een affaire met hem hadden en nu geld wilden zien. Hij werd een kluizenaar, wat de geruchten en wilde verhalen voedde. Er wordt gefluisterd dat hij totaal aan de grond zat en moest leven van een pensioen van 7000 dollar per maand en van de auteursrechten van zijn films.

Misschien was hij inderdaad failliet. En was dat de reden waarom hij opnieuw wilde gaan filmen. Brando on Brando zou de film heten. Het zou ongetwijfeld een grote prent geworden zijn. Want de man kon acteren.

Misjoe Verleyen

‘Iedereen kan acteren. We doen het elke dag.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content