Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Iets meer dan 300 Belgische gedetineerden leven buiten de gevangenismuren. Een kleine enkelband is hun enige boei. Maar de controle vanuit het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht is zo goed als waterdicht, merkten de ontvoerders van Anthony De Clerck twee weken geleden.

Jozef Peeters had de gevangenis eind april al verlaten. Zijn vroegere kompaan Daniël Vanhamel kwam pas eind oktober vrij. Voorwaarde was wel dat beide heren onder elektronisch toezicht (ET) bleven en elkaar niet zouden opzoeken. Ze kregen allebei een zwarte band rond de enkel met daarin een zendertje dat signalen stuurt naar een ontvanger op hun vaste telefoontoestel. Dat staat dan weer in verbinding met de server van het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht (NCET). Via computerschermen kunnen de ‘bewakers’ daar elk moment van de dag nagaan of de gedetineerde thuis is. ‘Want verder dan het eigen huis reiken die signalen niet’, verduidelijkt Kristel Beyens, professor criminologie aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘Het is niet ondenkbaar dat een gedetineerde afwezig wordt gemeld terwijl hij achter in de tuin zijn vuilnisbak leegmaakt.’ De gedetineerde wordt dan meteen opgebeld en moet zijn afwezigheid verantwoorden. Als hij geen afdoende uitleg klaar heeft, wordt hij weer overgebracht naar de gevangenis.

Uiteraard geldt het huisarrest niet de hele dag. Elke enkelbanddrager heeft een individueel dagschema dat naargelang van zijn gedrag en eventueel zijn werksituatie kan worden aangepast. Maar zelfs wanneer de periode van elektronisch toezicht bijna afloopt, laat het Belgische systeem volgens Beyens niet veel ruimte voor vrije tijd. ‘In het begin zijn de gedetineerden zo goed als volledig afhankelijk van hun huisgenoten. Wie niet gaat werken, wordt soms een huisarrest van 22 uur per dag opgelegd. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk is 12 uur het maximale huisarrest. Gaandeweg versoepelt het regime, maar geen enkele gedetineerde mag bij ons meer dan 13 uur per dag buitenshuis vertoeven.’

Vanwege die rigide dagindeling kiezen sommige gedetineerden ervoor om hun straf maar meteen volledig in de gevangenis uit te zitten, liever dan vervroegd vrij te komen onder ET. Anderen keren na een paar weken elektronisch toezicht vrijwillig terug naar hun cel. ‘De psychologische druk is niet te onderschatten’, verklaart Beyens. ‘Je moet je constant aan de opgelegde uren houden en op elk moment van de dag en de nacht bereikbaar zijn. In feite verschuift het ET de controle van de gevangenismuren naar thuis en bevindt de gedetineerde zich in een virtuele gevangenis. Ook op sociaal vlak blijft de enkelband een stigma. Het is niet mogelijk om je leven te organiseren zonder dat je medemensen weet hebben van het ET.’

Terug naar de samenleving

Bij al die beperkingen zou je haast vergeten dat het elektronisch toezicht voor de meeste gedetineerden de terugkeer naar de gewone samenleving moet inluiden. ‘Dat blijft toch onze eerste doelstelling’, zegt een van de veertig sociaal assistenten van het NCET, die wegens het tijdelijk verbod van hogerhand om met de pers te communiceren liever anoniem blijft. De eerste weken van het huisarrest krijgen de gevangenen dagelijks bezoek van hun maatschappelijk werker. Geleidelijk wordt dat afgebouwd, maar de begeleiders blijven wel heel regelmatig telefoneren en langsgaan bij de gedetineerde. ‘Het aantal bezoeken verschilt van persoon tot persoon. Sommigen vinden snel werk en vervullen ook de andere voorwaarden naar behoren. Bij anderen duurt het allemaal wat langer.’

Vast staat dat de sociale begeleiders verbonden aan het NCET veel korter op de bal moeten spelen dan hun collega’s van de justitiehuizen, die zich bezighouden met werkstraffen en de voorwaardelijke invrijheidsstelling. ‘Gemiddeld blijft een gedetineerde ongeveer drie maanden onder ET. Veel tijd hebben we dus niet om hen op het rechte spoor te helpen.’ Die korte termijn geldt net zo goed voor de gevangene zelf: hij of zij wordt aangespoord het heft in handen te nemen en elke dag nuttig te besteden. Sporten en werk zoeken of effectief gaan werken zijn de beste bezigheden om te ontsnappen aan het huisarrest.

Aanvankelijk was het elektronisch toezicht ook alleen bedoeld voor gedetineerden die bijna aan het einde van hun straf waren gekomen. ‘Maar de afgelopen jaren hebben opeenvolgende ministeriële rondzendbrieven het systeem alsmaar uitgebreid’, zegt Beyens. ‘Vandaag zijn meer dan de helft van de personen met een enkelband veroordeelden die nooit in de cel hebben gezeten. Als er plaats is op de lijst voor elektronisch toezicht, krijgt de gedetineerde met een straf van minder dan een jaar bij zijn aanmelding in de gevangenis het voorstel om zijn straf vanaf de eerste dag uit te zitten onder elektronisch toezicht. Uiteraard moeten ook de huisgenoten akkoord gaan. Bovendien onderzoekt het NCET de mogelijkheden tot integratie, het gedrag van de gedetineerde en het risico op recidive.’

Tot zover heeft Beyens geen probleem met de uitbreiding. ‘Het gaat immers om goed gedefinieerde gevallen en wie zijn straf niet in de gevangenis moet uitzitten, kan ook zijn job makkelijker behouden en blijft zijn huisgenoten dagelijks zien in een vertrouwde omgeving.’ Veel meer voorbehoud maakt de professor bij de recente regeringsbeslissing om het ET uit te breiden tot een autonome straf. ‘Daardoor zou een rechter het elektronisch toezicht ook onmiddellijk kunnen opleggen. Ervaringen in het buitenland en met andere ‘alternatieve’ straffen leren echter dat dit kan leiden tot een ongewenste uitbreiding van het justitiële net. Mensen die anders geen gevangenisstraf zouden krijgen, lopen het risico om deze toch wel verregaande vorm van elektronische controle opgelegd te krijgen. Het resultaat is dat vervolgens zowel de gevangenispopulatie als de populatie onder elektronisch toezicht blijft stijgen.’

Binnen afzienbare tijd wil de regering-Verhofstadt het aantal gedetineerden met een enkelband optrekken tot 1000. ‘Berichten die telkens weer de kop opsteken na crisissen in de gevangenissen’, zegt Beyens. ‘Zoals in 2003 toen de cipiers in de weken voor de verkiezingen het werk neerlegden. Onder die electorale druk heeft de nieuwe regering meteen laten weten dat ze de overbevolking in de gevangenissen zou oplossen door het elektronisch toezicht uit te breiden. Merkwaardig genoeg zijn die voornemens niet gebaseerd op harde cijfers. Na vier jaar elektronisch toezicht is er nog steeds geen deftige evaluatie. Slaagcijfers over de reïntegratie van de gedetineerden zijn er niet. En dat geldt ook voor de andere landen.’

Big Brother

Voorlopig werkt het Belgische elektronische toezicht nog via de telefoonlijn. ET phone home. Is de gedetineerde niet thuis, dan weten ze op het NCET niet waar die op dat moment wel uithangt. Tenzij hij natuurlijk een andere gedetineerde gaat opzoeken, zoals bij de twee ontvoerders van Anthony De Clerck: Peeters werd verklikt door de ontvanger van Vanhamel. Plots ontving die twee signalen.

Maar doorgaans is een gedetineerde die zich niet aan zijn dagschema houdt moeilijk op te sporen via de elektronische weg. Misschien kan het steeds beter ingeburgerde plaatsbepalingssysteem gps uitkomst bieden. Begin dit jaar kwam zelfs het bericht dat het satellietsysteem vanaf oktober zou worden gebruikt als aanvulling op de bestaande technologie op basis van radiofrequenties. Maar zover zijn we nog niet. De Britten zijn wel aan het experimenteren met een gps-systeem, zegt professor Beyens. Maar volgens haar is daarmee het hek van de dam: ‘Big Brother blijft maar groeien. De overstap van het huidige elektronisch toezicht naar gps betekent een enorme verhoging van de controle.’

In de plannen die circuleren op het Belgische ministerie van Justitie zou de gedetineerde naast een enkelband of een polsband, ook een ontvangsteenheid ter grootte van een gsm bij zich moeten hebben. Met behulp van de gsm-operatoren kan hij zo opgespoord worden in tunnels, auto’s of gebouwen, plaatsen die niet altijd even bereikbaar zijn voor gps. Meer zelfs, de ontvangsteenheid thuis zou waarschijnlijk uitgerust worden met een alcoholtest. De gedetineerde moet dan in een rietje blazen, terwijl een camera zijn iris screent om te zien of het wel de gedetineerde is die blaast. Ook stemve-rificatie behoort in de toekomst tot de mogelijkheden. Maar daarover laten de bevoegde diensten voorlopig niet in hun kaarten kijken.

Hannes Cattebeke

Sommige gedetineerden keren na enkele weken vrijwillig terug naar hun cel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content