Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

De olieprijzen bereikten de jongste dagen een zorgwekkend niveau.

Vier maanden geleden kostte een vat ruwe olie op de beurs van New York (NYMEX û New York Mercantile Exchange) minder dan 35 dollar. Vorige week klom de prijs tot een recordhoogte van bijna 50 dollar. Toen na een referendum in oliestaat Venezuela bleek dat president Hugo Chavez toch mag aanblijven, was de olieprijs op maandag eventjes gezakt. Maar daarna schoot hij opnieuw omhoog. Waarom ging de olieprijs de voorbije week plots zo fel stijgen?

In een aantal olieproducerende landen heerste grote onrust. In Venezuela bleef de oppositie zich verzetten tegen de omstreden president Chavez. In Rusland is de politieke strijd om oliegigant Yukos nog niet beslecht. En ook in Irak blijft de toestand onstabiel en dreigen er steeds weer nieuwe aanslagen op oliesites. ‘De markt is zeer gevoelig geworden voor mogelijke problemen met de toelevering’ zegt Marc Van den Eede, directeur vermogensbeheer van Fortis Bank-MeesPierson. We betalen met andere woorden een terreurpremie. Maar ook objectieve marktgegevens drijven de prijs omhoog. ‘Door de grote economische groei in China is de vraag naar buitenlandse olie er enorm toegenomen. Het wagenpark breidt er exponentieel uit. In 2005 zal China nog 1 tot 2 miljoen vaten per dag extra nodig hebben, bovenop de 6 tot 7 miljoen vaten die het land vandaag al invoert. We kunnen er niet onderuit: ook al zijn we relatief gezien minder afhankelijk geworden van olie, de vraag stijgt sneller dan het aanbod. De capaciteit in de huidige olieregio’s neemt veelal af en nieuwe bronnen worden maar zelden aangeboord. Stilaan dringt het fundamentele besef door dat olie een schaars product is geworden. Dat drijft de prijs omhoog.’

Lucratieve markt

Toch blijft de vraag: kan die prijs op zo korte termijn met één derde toenemen? ‘We betalen ook een speculatiepremie’, zegt Danny Reweghs, hoofdredacteur van het vakblad Cash. ‘Voornamelijk de beheerders van hefboomfondsen hebben de olieprijs mee opgedreven.’ Hefboomfondsen spelen in op bewegingen op de markt: op prijs- en koersschommelingen. Ze investeren in zogenaamde futures: hun winst is het koersverschil nadat een vooraf bepaalde termijn verstreken is. ‘De oliemarkt is vandaag het lucratiefst voor de hefboomfondsen. De beurzen waren maandenlang vlak, de obligatiemarkten die veel beweging vertoonden in het begin van dit jaar, waren stilgevallen. Ook de dollar bleef vrij stabiel. Dat verklaart waarom ze zich massaal op de oliemarkten hebben gestort, waar steeds nieuwe berichten de prijzen weer omhoog stuwen.’ De invloed van de hefboomfondsen op de prijs is niet gering. Doordat ze werken met geleend geld, kunnen ze gigantische posities innemen. Volgens een Duits econoom van de Frankfurtse ING-BHF-bank in het weekblad Die Zeit bedroeg de speculatieve risicopremie twee weken terug minstens 6 dollar per vat.

De olieprijs blijft evenwel niet even hoog, voorspellen economen. Fortis Bank verwacht binnen een half tot twee jaar een terugval tot het niveau van 30 tot 35 dollar per vat. Maar lager zakt de olieprijs wellicht niet. ‘Door de toenemende vraag zal hij eerder opnieuw stijgen. In die zin is de huidige evolutie zorgwekkend. Maar vergeleken bij de oliecrisis van 1979 bedraagt de prijs in relatieve termen, aangepast voor inflatie, nu slechts de helft van de prijs van toen.’

Hoe zwaar treft de prijsstijging onze economie? Een voelbare invloed blijft voorlopig beperkt tot Amerika, waar de prijs aan de pomp sinds begin dit jaar al met 40 procent gestegen is. Van den Eede: ‘Europa blijft enigszins gespaard dankzij de zwakke dollar. Toch heeft de stijging een invloed van enkele procentpunten op de nu al zo lage economische groei.’

De relatief lage dollarkoers heeft ook al een negatieve invloed op de olieprijs gehad. ‘De OPEC, die door de lage dollarkoers de olie-inkomsten zag dalen, kondigde een productiebeperking af met het oog op stijgende olieprijzen en een toename van hun opbrengsten. Maar hun correctie bleek onnodig te zijn’, aldus Reweghs. Toch kunnen we alleen maar hopen dat de koers van de euro ten aanzien van de dollar niet verzwakt. ‘Een hoge dollarkoers gecombineerd met hoge prijzen was catastrofaal geweest voor Europa. Het had geleid tot een negatieve groei. Dan was er van herstel helemaal geen sprake meer geweest.’

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content