Marie Lesy pleegde manifest en veelvuldig plagiaat in haar fotobio over cultdichter Jotie T’Hooft.

Jean-Paul Mulders, al bijna tien jaar huiscolumnist bij Knack Weekend, schrok zich een hoedje toen hij op 10 september in boekhandel De Groene Waterman in Antwerpen een causerie gaf samen met Diane Broeckhoven over hun brievenboek. Toen hij tussen de bedrijven door even Ik heb geen woorden meer, de nieuwe fotobiografie van Marie Lesy over Jotie T’Hooft, inkeek merkte hij dat aanzienlijke gedeelten van haar tekstcommentaar soms letterlijk en dan weer in onbeholpen parafrases uit zijn biografie over T’Hooft waren gejat. In 1997 gaf Mulders, samen met Annick Lesage, Een zeer treurige prins uit.

Toen hij Lesy’s uitgeverij confronteerde met de haast letterlijke overnames, reageerde die verbijsterd, aldus Mulders. Harold Polis, die het boek bij De Bezige Bij Antwerpen had begeleid, gaf onmiddellijk toe dat dit niet kon. Hij maakte een inlegblad voor bij het colofon achteraan in het boek waarin een en ander werd rechtgezet: ‘ Ik heb geen woorden meer was er nooit gekomen zonder de aandacht die Jean-Paul Mulders en Annick Lesage besteedden aan het leven en werk van Jotie T’Hooft. Hun biografie Een zeer treurige prins. Het leven van Jotie T’Hooft is en blijft het standaardwerk over een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandstalige dichters. Aanzienlijke gedeelten van Ik heb geen woorden meer zijn ontleend aan Een zeer treurige prins. De uitgever en de auteur betreuren dat dit zonder toestemming is gebeurd en zijn Jean-Paul Mulders en Annick Lesage erkentelijk voor hun grote bijdrage aan het tot stand komen van dit boek.’ Vraag is of een dergelijke schuldbekentenis in verhouding staat tot de geleden schade in het geval van Mulders en Lesage.

De titel Ik heb geen woorden meer krijgt in het licht van Lesy’s plagiaat een bepaald ironische lading. Zelf schrijft Lesy dat ze het commentaar bij de foto’s maakte met de hulp van T’Hoofts toenmalige echtgenote, Ingrid Weverbergh, ‘die uit al de resterende liefde haar tijd, woorden en materiaal ter beschikking heeft gesteld om dit boek mogelijk te maken’. Wel eigenaardig dat Weverbergh geregeld letterlijk hetzelfde zegt als in de bio van Mulders-Lesage, of dat in Lesy’s parafrases stukken van zinnen uit Mulders-Lesage voortdurend opduiken alsof – zo Mulders – ‘een bom onze bio heeft gefragmenteerd tot de bio van Lesy’. Tot in de onderschriften van de foto’s herkende Mulders hun kind: ‘Vijftig procent van haar boek is op die manier door ons tekstmateriaal gecontamineerd.’

Lesy, die noch tegenover Mulders noch tegenover Knack wenste te reageren, noemt Mulders en Lesage nergens bij naam. In de summiere bronvermelding op het einde van het boek heeft ze het over een artikel dat Mulders ooit bij wijze van voorstudie in het literaire blad Kreatief publiceerde, maar van Een zeer treurige prins verder geen spoor. Tenzij dus letterlijk.

In Knack Extra Boek 11 stond Lesy’s bioboek boven elke verdenking verheven bij de vijf poëtische toppers van het afgelopen jaar. En in De Standaard der Letteren zong Luuk Gruwez de lof ervan: ‘Ze (Lesy, nvdr.) doet dat met een bewonderenswaardige precisie die aan liefde grenst, maar gelukkig aan de verblinding van de verliefdheid ontsnapt.’ Quod non dus.

Mulders heeft geen zin in de controverse, maar het stoort hem dat iemand zo onbeschaamd met andermans veren loopt te pronken. Hij gaf de zaak in handen van de Journalisten Auteurs Maatschappij, die onder andere waakt over het copyright van journalistieke teksten en zich allicht beraadt over een eis tot schadevergoeding.

DOOR FRANK HELLEMANS

Aanzienlijke gedeelten van Marie Lesy’s tekst-commentaar zijn soms letterlijk, soms in onbeholpen parafrases gejat uit het standaard-werk van Jean-Paul Mulders en Annick Lesage.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content